VROUWEN TEGEN DE VERDRUKKING IN, De Bonte Was, Amsterdam 1979
93
vanzelf opgehouden, niet alleen met praten maar zelfs om het te willen. Het werd alleen maar
erger toen de laatste van onze drie kinderen het huis uit was. En toen ik me voor ging stellen dat ik
weg kon met Lida en Sannie en Roosje en de anderen, toen hield ik het niet meer. De keer dat hij
mij luid en duidelijk zei 'nou moet je ophouden met onzin te praten' knapte het laatste draadje. Ik
dacht 'Ik ga weg. Nu. Naar Ans' (Ans is mijn zuster). Die dag ging de telefoon: 'Hou je klaar voor
zondagmiddag, kom vanavond dan spreken we alles af', toen kon ik het nog wel twee dagen
uithouden. Ik ging direkt een grote koffer pakken, waarin behalve het eerste schone goed,
kaarsen, theedoeken, kopjes, suiker, thee en een pan. We hadden afgesproken wat ieder van ons
mee zou nemen voor de allereerste bewoning. Lida bijvoorbeeld had een hamer, een nijptang en
zulk soort dingen bij zich.
Die zondagmiddag bond ik 'n vuilniszak met lakens en een deken boven op de koffer. De pan die
ik er niet in had kunnen persen knoopte ik aan de snelbinder. Ik fietste weg. Dat moment is voor
mijn gehele leven in mijn geheugen gegrift. Ik zal er niet méér over vertellen dan dat ik voor het
eerst de lucht wijd boven de daken zag, dat de deuren van de huizen een kleur hadden, dat de
straat ergens naar toe leidde en dat ik nooit meer in het huis wilde dat ik zojuist verlaten had.
Tenslotte waren we er alle tien, zoals afgesproken. Klaar was met haar auto en had Dien en
Heleen meegenomen. Roosje had het geklaard in haar gemotoriseerde rolstoel. We hadden
afgesproken tijdens onze aktie niet te praten over hoe we ons zojuist hadden losgerukt. We zaten
na de eerste ingehouden groetjes dus eerst te zwijgen. Tot iemand zei: 'We gaan er dus mee
door'. Dat was als een soort bevestiging voor ons allemaal en opeens barstten we los, 'heb jij dit
bij je' en 'ik heb dat'. We stonden op en opeens zaten we middenin de uitvoering van ons
zorgvuldig voorbereide plan.
Sannie en Marjan die in de buurt woonden en de situatie hadden verkend slenterden op het
herenhuis toe, wij bleven op afstand achter een boomgroep en keken toe. Het zag er inderdaad
net zo goed uit als we ons voorgesteld hadden: twee oude dames op een
zondagmiddagwandeling. Het was wel even gek natuurlijk toen een van hen een speciaal
beveiligde tang uit haar fraai geborduurde handwerktas haalde en daarmee eerst het prikkeldraad
en verderop nog eens een eenvoudig uitziende ijzerdraad (dat onder elektriese stroom kon staan)
doorknipte. Maar toen de tang weer was opgeborgen in de tas en zij verder wandelden door het
verwilderde privéterrein aan de achterkant van het leegstaande herenhuis, zagen ze er weer heel
geruststellend uit. We verloren ze uit het zicht toen ze de hoek van het huis om gingen, maar korte
tijd later zagen we ze weer en ze wenkten 'haastig, haastig'. We renden er heen, twee duwden
Roos omdat haar wagentje niet op de motor kon rijden op het bobbelige terrein. De achterdeur
bleek maar twee sloten te hebben en daar wisten Sannie en Ank tezamen wel raad mee. Zo
hoefden we geen ruit kapot te maken (de deur was te zwaar geweest om 'm bij de hengsels uit te
lichten).
Zodra we er in waren begonnen wij de sloten te repareren, de ramen na te kijken, we gingen op
onderzoek naar de leidingen van water, gas, elektra en drie vrouwen begonnen één kamer alvast
gezellig te maken door gesjor met 'n paar achtergelaten oude meubels en het vlot hanteren van
stofdoeken die ze buiten uitsloegen onder 't roepen van 'ha, wat heerlijk is het hier!'
Marjan ging rond om brieven in ontvangst te nemen, enkelen gaven wel zes mee, enkelen hadden
geen brief; 't was een behoorlijk stapeltje dat ze naar de dichtstbijzijnde brievenbus bracht. Okkie
en Heleen renden met Roos haar rolstoel door de open plek het bos weer in en onderhielden zo
een vrachtdienstje totdat alle koffers binnen waren. Roos zat op een luchtbedje en pakte uit,'n
pracht verzameling: schroevedraaiers, punaises, eerste hulpkoffertje, 'n paar fleurige kleedjes, 'n
uitschuifbare rolstofzuiger,'n primus, 2 theepotten, kortom alle zaken die 't begin van
bewoonbaarheid moeten maken in een oud verlaten huis.
In de loop van de week die hierop volgde kwamen de vrouwen van de brieven allemaal bij ons
langs, zeven van haar kwamen al gauw bij ons wonen. We kregen de politie op bezoek van wat
we hier deden. Maar verder geen last toen we gezegd hadden 'we wonen hier'. De eigenaar van
het pand, een stichting die na de koop geen kans had gezien het huis rendabel te laten bewonen
voor de doelgroep en die nog geen nieuwe koper gevonden had, vorderde eerst dat we er uit