De Bonte Was, VROUWENWERK, Amsterdam 1975
58
geslikt om mijn baan niet kwijt te raken. Ik was tenslotte
de eerste en enige landelijke sportverslaggeefster.
Toen ik nogal plotseling en tot ieders verbazing trouwde -
iets wat ik achteraf gezien nooit had moeten doen - werd
het werken bij de krant direkt al moeilijker. Ik was op de
meest gekke tijden weg en Wim die toen nog onderwijzer was
en er ook nog bij studeerde, deed alles in ons piepkleine
flatje, tot het koken toe. Onze omgeving reageerde nogal
bevreemd en zuur op onze manier van getrouwd zijn. Iets
waar ik me nu niets meer van zou aantrekken maar toen nog
wel. Ook bij de krant waren ze niet onverdeeld gelukkig met
mijn nieuwe staat. De hoofdredakteur informeerde zo nu en dan
hoe het met eventuele kinderen zat. Na een jaar diende ik
zelf mijn ontslag in. Ik kon de spanning thuis en op mijn
werk niet meer aan. Nu, jaren later, vragen Wim en ik ons
vaak af waarom ik eigenlijk met werken ben opgehouden.
Wim had zijn baan ook kunnen opgeven. Hij vond het huishou-
den veel leuker dan ik en later toen de kinderen kwamen
had hij meer plezier en geduld met ze dan ik. Eigenlijk was
ik geschikter als echtgenoot en vader geweest dan voor de
rol die ik nu jarenlang heb gespeeld. Maar het feit dat de
maatschappij zo'n oplossing in die jaren eigenlijk niet
aksepteerde is toch wel doorslaggevend geweest. Ik heb in
al die tijd nog wel van alles en nog wat erbij gedaan, ook
op jounalistiek gebied, maar het feit dat ik getrouwd was
en later ook de kinderen had was toch de oorzaak dat ik
niet meer dan wat vrouwelijke klusjes kreeg op te knappen,
zoals modeshows en openingen verslaan. Nu ik de laatste
jaren wat bewuster ben geworden en mezelf ook meer als
mens en ook belangrijk zie, weiger ik nogal eens opdrach-
ten, die ik voor mezelf niet zie zitten. Ik heb gemerkt
dat ik hierdoor nogal wat kansen heb verspeeld, maar ik
merk ook dat ik, door op mijn stuk te blijven staan, het
mannen toch moeilijk maak en een paar keer is het al ge-
beurd, dat ik de opdracht die eerst voor een mannelijke
kollega was bestemd naar mij toegespeeld kreeg. Ook in
mijn politieke partij begint het langzamerhand door te
dringen, dat vrouwen ook wezens zijn, die soms ook wel
eens met zinnige voorstellen kunnen komen. Ik zelf ben van
plan om steeds meer op mijn strepen te gaan staan om op
deze manier ook geaksepteerd te worden op terreinen waar
ik zelf vind dat ik het net zo goed of soms beter dan een
man ervan afbreng.
NOU VERGEET HET MAAR
In een diskussiegroepje over vrouwen en werk kwam ik
tot de ontdekking dat mijn problematiek met werken geen