De Bonte Was, FEMINIST 2, Amsterdam 1977 
 
 
33
De emotioneel  erotiese revolutie 2: 
Von der Ehe bis zur Liebe 
 
Een vrouw uit de vrouwenbeweging zei pas: 'Ik ben bij m'n dochter geweest, die van 24 
jaar. Ze heeft nog steeds die relatie met die jongen. En ze werkt er keihard aan. Ik kan 
het niet aanzien. En ik vind het ook zo zielig...' 
Als je iets met mannen wilt vereist dat grote inzet. Aan je relatie werken is al een heel 
gewone uitdrukking. Wat wordt daarmee bedoeld? In elk geval er steeds mee bezig 
zijn, met die relatie en dus met die man. (Ik laat lesbiese relaties, waarvoor dit ook 
geldt, verder buiten beschouwing omdat die in andere opzichten verschillen van 
hetero-relaties). En wat betekent dat dan weer: steeds met die relatie bezig zijn? Dat 
verschilt een beetje per geval maar er moeten natuurlijk 'gemeenschappelijke 
ervaringen' zijn. Eén daarvan is dat je twee tamelijk scherp gescheiden levens hebt. 
Een sociaal leven (alles buiten je relatie) en een relatieleven. Beide levens zijn 
gescheiden omdat ze zo verschillend zijn. Wat buiten de relatie wel kan en niet kan ligt 
vast. Je weet wat wel kan en niet kan op je werk, in een winkel, op een feest, bij 
familie, enz. Hoe je je als vrouw sociaal gedraagt, dat heb je geleerd. Je kunt 
bovendien nog net wat onsociaal protestgedrag hebben, maar niet al te veel want dan 
lig je eruit en moet je overgaan naar een 'marginale groep', b.v. druggebruikers, of 
radikaal-feministen. 
Relatiegedrag hebben we niet geleerd want we spiegelen ons natuurlijk niet aan het 
huwelijk van onze ouders. Uit romans en andere boeken kun je ook geen relatiegedrag 
leren. (Je kunt het natuurlijk proberen: ik wil net zo'n relatie als Romeo en Julia of als 
Adam en Eva of als Elisa en Higgins of als Gijsbrecht en Badeloch of als Simson en 
Delila. Probeer het maar. ) 
De eerste verliefdheid, de tweede enz.; de eerste relatie, de tweede enz. In het begin 
voelt een relatie als veiligheid. Dan komen de eerste onvolkomenheden aan het licht. 
Die zijn per relatie erg verschillend. Maar erbij hoort dat je niet echt met elkaar kunt 
praten. Fijne en goede gesprekken blijken al gauw een hele toer te zijn. Eventueel ben 
je wat jaloers op de gesprekken die je vriend heeft met kollega's of studiegenoten. Ooit 
blijkt hij meningen te hebben over je kleding. Jij bent het daar niet mee eens. Moet je er 
dan toch rekening mee houden? Vooruit dan, om hem een plezier te doen. 
Neuken, en in elk geval veel en vaak neuken, blijk je toch wat saai te vinden. In elk 
geval kom je van neuken-alleen niet klaar en zeker als jullie het druk hebben hebben 
komt neuken-alleen steeds vaker voor. Zo krijgt de seksualiteit probleemkanten. Je 
blijkt ook gevarieerd te moeten koken, èn tamelijk regelmatig. Dat geeft organisatie-
problemen: extra boodschappen in meer winkels, nieuwe gerechten. Nieuwe 
kookboeken. Er mislukt wel eens een nieuw gerecht. Daar voel je je onbehaaglijk 
onder. Je hebt neiging uit te leggen hoe dat kwam, of ingeklede verontschuldigingen te 
maken, je voelt je schuldig, kijkt slinks naar hem, hoopt dat... Het 
vrouwenschuldgevoelsyndroom! Ineens realiseer je je dat. Of niet. Indien niet: het 
wordt steeds erger. Indien wel: er komt ruzie, eventueel over iets totaal onbenulligs. 
Jullie maken elkaar met de grond gelijk. Er worden dan heel wat lang gekoesterde 
grieven en griefjes uitgegooid en dat kan nog best bevrijdend werken. Misschien komt 
er een echt goed gesprek van. Of misschien krijg je juist het gevoel (voor het eerst) 
nooit begrepen te zijn. Zou er wel begrip te verwachten zijn? Jullie gaan praten over 
elkaar meer vrijjlaten. Ook zo'n veelgehoorde kreet vandaag de dag. En je gáát elkaar 
meer vrijlaten. Maar de relatie blijft hetzelfde. Het isolement, de opgeslotenheid, 
letterlijk, en ook het gevoel van met. die relatie alleen te staan in de wereld en binnen