Navigation bar
  Print document Start Previous page
 16 of 18 
Next page End 11 12 13 14 15 16 17 18  

16
‘Misschien is het meest prozaïese maar in feite ook het meest opzienbarende element van
de kultuur van de werkvloer wel, dat de fysieke arbeidskracht zoals die hier in praktijk wordt
gebracht, beschreven wordt in termen en uitdrukkingen die het mannelijke karakter ervan
onderstrepen. De primitieve, mythologiese elementen van de konfrontatie met “de taak”
worden vermengd met een nadrukkelijk mannelijke betekenis. Dat heeft ingrijpende
gevolgen. Het bemoeilijkt binnen de arbeidssfeer in hoge mate een juist begrip van wat
arbeidskracht in feite is en hoe zij binnen het kapitalisme wordt gebruikt. Gevolgen ook voor
de visie op en definiëring van mannelijkheid buiten de werksfeer. Bijvoorbeeld in de sfeer
van het gezinsleven. Toch wordt dit in het algemeen niet of verkeerd begrepen. De
seksistiese houding van de mannen op de werkvloer, de onvermijdelijke pin-up op de goed
geoliede machines, de grappen en de taal, ze worden allemaal eenvoudig beschouwd als de
natuurlijke manier van doen op de werkvloer.
Fysieke arbeid is overgoten met mannelijke eigenschappen en daardoor krijgt het een
bepaalde sensuele bijbetekenis. De kracht en de vervaarlijkheid van het fysieke werken en
ploeteren - op zichzelf, als onderdeel van een arbeidsverdeling helemaal niet zo heroïek of
vol grandeur - nemen het aureool en de diepgang aan van het mannelijke, en eigenen zich
daarmee een veel grotere betekenis buiten zich zelf om toe. Anders gezegd: het principe van
arbeid die algemeen, abstrakt en overal inzetbaar is, heeft van binnenuit de zinvolheid uit het
werk gehaald. Maar tegelijk heeft een omgevormd paternalisme, een speciaal aangepast
mannelijkheidsideaal die zin er van buitenaf weer aan gegeven’. (Paul Willis, Groene
Amsterdammer 16.12.81)
Dus van die acht uur, hoeveel zou er gewerkt worden? Misschien drie, of vier? Mannen die
zelf hun werktijd kunnen regelen, zoals in de haven, zijn meestal in die tijd klaar. Voor
mannen die hoofdarbeid verrichten, geldt dit natuurlijk nog veel sterker. Ga maar rondkijken
op een kantoor: al die mannen die met een mapje onder hun arm over de gang lopen, zijn op
weg om ergens te gaan praten: vergaderen of gewoon kletsen. Hun gepraat gaat niet over
inhouden: hoe het werk zo te doen dat de behoeften van de klanten bevredigd worden, ze
gaan over hun onderlinge broederlijke strijd om eer, macht en geld. Het belangrijkste verschil
met vroeger is dat ze die onderlinge konkurrentiestrijd nu ‘werken’ noemen, en dat ze daarop
de claim baseren dat hun vrouwen, die niet ‘hoeven te werken’ voor ze zorgen (= werken).
Geen verkorting van de arbeidsdag heeft nog opgeleverd dat mannen huishoudelijk werk zijn
gaan doen: dus ook een 5-urige werkdag verandert niets, behalve dat vrouwen die betaald
hele dagen werken, meer tijd krijgen om andere taken te vervullen.
Wat nu te doen
Wanneer vrouwen willen, dat mannen zullen gaan werken op de manier waarop ze dat zelf
doen, namelijk om in de behoeften van anderen te voorzien - op een sociale manier dus -
dan zullen ze ze daartoe moeten dwingen. En niet op de manier waarop mannen andere
mannen dwingen, met geweld, maar door het zelf niet meer te doen op de bestaande
voorwaarden. Geen werk zonder geld en zonder eer – ook voor vrouwen niet!
De basis daarvoor begint de laatste tien jaar te groeien. Vrouwen beginnen weer echte
arbeidsters te worden. Zij werken niet zoals de eerste zeventig jaar van deze eeuw,
uitsluitend voor één man, maar net zoals in de opbouwfase van het kapitalisme voor meer
mannen. Zij doen algemene maatschappelijk nuttige arbeid.
Het kapitalisme is dan ook weer in een opbouwfase: afbraak van oude produktievormen,
opbouw van nieuwe. Een ombouw is aan de gang van industriële naar dienst-verlenende
produktie.
In de V.S. zijn de gezondheidszorg en de dienstverlening de grootste groeisektoren. In de
traditionele zware industrie werkt nog maar 10% van de arbeiders. Tegelijkertijd is echter de
dienstverlenende sektor in een automatiseringsproces betrokken, waardoor weer behoefte
aan nieuw elektroniese apparatuur ontstaat – dan worden weer vrouwen uitgestoten (denk
maar aan het bank- en verzekeringswezen, en ook aan de gezondheidszorg: leerling-
verpleegsters gaan nadat zij tijdens hun opleiding bijna voor niks gewerkt hebben met hun
Previous page Top Next page