Navigation bar
  Print document Start Previous page
 15 of 18 
Next page End 10 11 12 13 14 15 16 17 18  

15
opbrengsten van de arbeid: ‘Het individu draagt zowel zijn sociale macht, als zijn band met
de maatschappij in zijn zak’ (Marx, Grundrisse, Penguin ed. p 157) Geld is de potentiële
broederschap, potentiële manschappelijke macht - geld dreigt van vrouwen broeders te
maken. Mannen konden natuurlijk wel proberen hun vrouwen en kinderen het zuurverdiende
geld weer af te nemen, maar daarvoor moesten ze een basis hebben. Het huwelijk was
daarvoor geen voldoende basis, als mannen van elkaar geïsoleerd waren: alleen hun
broederschap kon vrouwen en kinderen tot lichamelijk eigendom van mannen maken. En die
broederschappen werden juist door het kapitalisme vernietigd: de oude verhoudingen van
feodale landarbeid en de greep die de gilden op ambacht en huisindustrie hadden gehad,
waren aan het verdwijnen. Dat is de ‘onteigening van de producenten’ die door Marx en
Engels beschreven wordt: niet in de eerste plaats het afnemen van de mogelijkheid om van
eigen mannenarbeid te profiteren, maar om de opbrengsten van arbeid van vrouwen en
kinderen op te eisen. En als de mannen hun toevlucht wilden nemen tot de oude
mannenbezigheden van roof en diefstal , stond er nu een mannelijk overheidsapparaat klaar
om ze daar zeer wreed voor te straffen (Het Kapitaal, hoofdstuk 24, De oorspronkelijke
akkumulatie.)
We hebben in de ‘Geschiedenis van de vrouwentoekomst’ gezegd dat de verhoudingen zich
dreigden om te keren: al die mannen die met de baby op de arm hun vrouw bij de
fabriekspoort stonden op te wachten hadden beter het huis kunnen schoonmaken en koken.
Maar dat was hun bedoeling niet. De mannen die buitenstonden, hadden wel degelijk
broeders binnen de fabriekspoorten: die mannen, die vanuit het ambacht het ‘geschoolde’
werk waren gaan doen, waaruit de vrouwen ook in de gildetijd allang verdreven waren. Voor
hen was de overgang van ambacht (‘arbeid’ in de marxistiese zin, waarin de arbeider een
voor hem herkenbaar produkt maakt) veel geleidelijker geweest - omdat de mechanisering
van de produktie vrij geleidelijk ging – dan voor degenen die vroeger als boer organisator
van vrouwenarbeid geweest waren. De ambachtsmannen zijn de kern geworden van de
eerste vakbonden en van de eerste arbeidersbeweging (die van Marx en Engels in Engeland
heette de International Working Men’s Association); zij waren de mannen die hun
mannelijkheid wilden redden in een situatie waarin zij in de positie van vrouwen gebracht
dreigden te worden: hetzij doordat ze door vrouwen helemaal uit de geldcirculatie verdreven
werden, hetzij door in dat arbeidsproces onzichtbare ‘vervreemde’ arbeid .te moeten
verrichten. Hun eis was een kompromis tussen mannelijkheid en vrouwelijkheid: niet meer
dan acht uur wilden ze werken! De rest van de tijd, 16 uur per dag, wilden zij vrij man zijn.
Hoeveel uur mannen werken
Dat is in de westerse landen dus gelukt - en als dat eenmaal gelukt is, waarom zouden
mannelijke arbeiders dan revolutie maken? Zij profiteren van een wereldwijd systeem om
vrouwen uit te buiten: niet alleen hun eigen vrouw loopt de hele dag voor ze te rennen maar
zij krijgen óók een deel van de opbrengsten van al die miljoenen uitgehongerde en uitgeputte
vrouwen van Chili tot Zuid-Korea - en via de handelsbetrekkingen met de kommunistiese
landen nog van de vrouwen daar ook. Wie zou daar niet acht uur voor in de fabriek willen
zitten? Acht uur vrouw zijn, tegen zestien uur man? En natuurlijk zijn ze helemaal geen
vrouw tijdens die acht uur. Mannen vertellen ons wat ze allemaal doen om het fabriekswerk
te saboteren: ze maken er sport van, wedstrijden, de zwakkeren worden gesard, sadistiese
rotgrappen uitgehaald. In de woorden van een mannelijke welzijnswerker:
‘Een ander kenmerk van de kultuur van de werkvloer is het typerende taalgebruik en een
hoog ontwikkeld gebruik van intimiderende humor. Veel van de gesprekken en praatjes op
de werkvloer zijn niet serieus en gaan ook niet over het werken zelf. Het zijn grappen of in-
de-zeik-zetterijen of opkloten. Het is een hele bekwaamheid deze taal te kunnen gebruiken
om de dingen waarmee je voor de gek wordt gehouden snel door te hebben en om dan snel
geschikte antwoorden klaar te hebben om zo verder gepest te vermijden. Met deze konkrete
en verbale humor hangt een breed ontwikkelde fysieke humor samen: vooral de “praktical
joke.” Deze grappen zijn gespierd, scherp, soms wreed.’
en
Previous page Top Next page