Navigation bar
  Print document Start Previous page
 7 of 14 
Next page End 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12  

geschiedenis, verslagen, actieteksten Vrouwen Tegen Uitzetting, 1996-2002
7
Duterimbere?' (antwoord: Rwanda). We maakten creatieve wereldkaarten waarop alleen
onze eigen landen van herkomst te vinden waren. In die landen schreven we onze naam en
geboortedatum, de namen van belangrijke feministen en van de hoogste bergen. En binnen
de kortste keren besloten we met elkaar dat 'het patriarchaat' en 'de traditie' de belangrijkste
oorzaken van vrouwenonderdrukking vormen.
Kolonialisme, godsdienst en het ontbreken van demokratie
Op de tweede dag begon het echte werk, met een discussie naar aanleiding van het artikel
over de situatie van vrouwen in Rwanda tot 1994. De schrijfsters hadden in hun artikel ferm
beweerd dat door het kolonialisme en de christelijke kerk de positie van vrouwen in de loop
der tijd verbeterd was, door de toegang tot onderwijs en door de introductie van een wettelijk
systeem waarin de rechten van vrouwen werden beschreven. In het artikel over Irak hadden
de auteurs al een vergelijkbaar strandpunt naar voren gebracht over moslims die vroeger het
land waren binnengevallen en een soort islamitisch systeem hadden geïntroduceerd waarin
vrouwen meer rechten kregen dan ze voorheen hadden.
Hoe moesten we die uitspraken verbinden met de opvatting dat kolonisten
machtswellustelingen en uitbuiters zijn, en dat godsdiensten instellingen zijn die vrouwen tot
dienaressen van mannen willen maken? De deelneemsters uit Ethiopië moesten toegeven
dat de situatie van vrouwen in hun nooit gekoloniseerde land nu niet bepaald beter is dan die
in de andere landen. Anderzijds was iedereen ervan overtuigd dat de slechte positie van
vrouwen in welk land dan ook, nooit aanleiding is geweest voor een invasie en/of kolonisering.
Ook waren we het erover eens dat onder koloniaal bewind ingevoerde onderwijssystemen op
de eerste plaats bedoeld waren om mensen op te leiden om de koloniale boel draaiende te
houden.
Uiteindelijk konden we elkaar vinden in het standpunt dat bepaalde praktijken onder het
kolonialisme en binnen religies, soms, onbedoeld, positief voor vrouwen hebben uitgewerkt.
In een aantal artikelen stond iets over de topdown-invoering van wetten die betrekking hebben
op de positie van vrouwen en het gebrek aan werkelijk resultaat van die wetten, soms zou er
zelfs sprake zijn van een tegenstroom. In de discussie werden daarvoor verschillende
redenen genoemd: 
- vrouwen moeten kennis hebben van wetten die positief voor hen kunnen uitwerken.
Onderwijs moet daarvoor zorgen.
- als een wet te ver van het dagelijks leven van vrouwen af staat, kunnen zij het gevoel krijgen
dat zo'n wet niet dient om hun positie te versterken maar juist om die te ondermijnen.
- dergelijke topdown-ingevoerde wetten zijn niet bedoeld om de positie van vrouwen te
verbeteren maar om een kleine groep actieve vrouwen tevreden te stellen en hen op die
manier in te kapselen.
- hoe meer een wet het resultaat is van een democratisch proces waarin vrouwen een
belangrijke rol spelen, des te groter is de kans dat een groot aantal vrouwen ook
daadwerkelijk van die wet gebruikmaakt.
Welke cultuur?
'Velen van ons ervaren vaak een vijandige houding van de kant van de Nederlanders. In de
plaatsen waar wij wonen worden we op straat en in winkels aangestaard. Veel vrouwelijke
vluchtelingen worden ook met vooroordelen geconfronteerd: we zouden ongeletterd zijn of
worden - steeds vaker- als een soort crimineel gezien. Dat maakt ons soms wanhopig. '
Binnen de Nederlandse samenleving is het niet eenvoudig om een plek te vinden die niet
vernederend is. Over het algemeen gedragen Nederlanders zich niet alsof ze erg blij zijn met
vluchtelingen. Het beleid om vluchtelingen in kampen te stoppen, ver van de bewoonde
wereld, en hen zo te verhinderen actief deel te nemen aan het normale leven, komt bepaald
Previous page Top Next page