Navigation bar
  Print document Start Previous page
 13 of 107 
Next page End 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18  

VROUWEN TEGEN DE VERDRUKKING IN, De Bonte Was, Amsterdam 1979
13
behandelde. Ze verzocht, het antwoord naar kantoor te sturen en 'persoonlijk' op de enveloppe te
zetten, dan maakt de sekretaresse de post niet open.
Dora is zevenenveertig. Ze is getrouwd, gelukkig getrouwd, ze wil niets méér in het leven. Ze
werkt halve dagen als buffetjuffrouw. Leuk werk, ze verdient een eigen zakgeld en ze komt uit de
sleur van het huishouden. Wim, haar man, had meteen goed gevonden dat ze dat geld hield voor
zichzelf.
Ze verveelde zich, nu haar kinderen de deur uit waren, en Ze had met beide handen de kans
gegrepen, toen haar dat baantje werd aangeboden. Dora was getrouwd toen ze tweeëntwintig
was, en een jaar later was Johan geboren. Twee jaar later kwam Gerard en toen vond ze het
mooi. Haar leven was druk met twee van die hummels. Maar haar man wilde zo graag een
dochter. Hij was zelf altijd alleen geweest, enig kind, en toen Gerard naar de kleuterschool was,
was het toch wel stil in huis. De derde was inderdaad een meisje, Petra, en Wim was dolblij. Zij
ook, zij had het leuk gevonden, een kleintje, nu de jongens groter werden. Ze hadden nooit veel
problemen gehad met de kinderen, het waren alle drie gemakkelijke, gezonde kinderen. Johan en
Gerard waren getrouwd, ze hadden allebei werk, en binnenkort werd ze oma, want Johan en zijn
vrouw verwachtten hun eerste baby. Petra, de jongste, was helemaal in de wolken. Ze was nu
zeventien en sinds een paar maanden op kamers in Utrecht, waar ze studeerde. Zij kon het best
leren van alledrie en ze wilde medies laborante worden. Ze had de HAVO gedaan en ze studeerde
nu verder. Wim was trots op zijn dochter.
En nu was er het probleem. Dora was niet ongesteld geworden. Ze had een paar dagen gewacht,
voor ze er met Wim over praatte. Gek, ze was altijd precies op tijd. Zou ze... Het zal wel de
overgang zijn, had ze gedacht. Want Wim had toch alleen maar met haar gevrijd in haar 'veilige'
periode. Ze had wel gelezen, dat periodieke onthouding onveilig was, maar het was toch al
zeventien jaar goed gegaan? Wim kon niet aan een kondoom wennen, ze hadden het geprobeerd,
maar het werd een eindeloos geknoei, en het deed Wim pijn. De pil is iets voor jonge mensen, had
ze gedacht. Petra had de pil wel, dat hadden ze beter gevonden, nu ze het huis uit was. Zeker, ze
waren moderne ouders. En nu was ze niet ongesteld geworden. 'Het zou best de overgang
kunnen zijn,' had Wim gezegd, 'je hoort het wel vaker op jouw leeftijd.Je bent ook zo gauw moe,
de laatste tijd. En je bent ook al bijna oma', had hij er achteraan gezegd, in een poging te
schertsen.
Ze staat in de kantine, waar de koffiepauze om is. Alle tafels staan vol kopjes. Automaties begint
ze op te stapelen. Vanmiddag ga ik naar de dokter, besluit ze. Zou hij me uitlachen, omdat ik bang
ben? En wat, als ik toch zwanger ben? Ik wil geen kind meer. Maar waarschijnlijk heeft Wim gelijk.
De overgang, dat zal het zijn. Eens moet ik er toch mee beginnen. En ik ben inderdaad gauw moe
de laatste tijd.
En nu is ze weer thuis. Het is avond, en ze hebben net gegeten. Wim heeft de krant gepakt, net
als elke avond. Zij zet koffie, net als elke avond. Toch is deze avond anders dan elke avond. Wim
kijkt haar aan. 'Wat is er, Dora?' Hij legt zijn krant weg. 'Kom eens bij me zitten. Nee, laat die koffie
nu maar even', zegt hij, als zij bedrijvig met kopjes loopt. Hij kijkt haar aan, en hij weet het. Hij kent
haar, en al drie keer hebben ze zo'n avond gehad, een avond, dat Dora zei: 'Wim, ik ben in
verwachting.' Drie keer waren ze echt blij, allebei, want ze hadden hun drie kinderen heel bewust
gewild. Daar heeft een kind recht op, hadden ze allebei gedacht. Gewenst te zijn, is het eerste
recht, dat een baby heeft. Maar nu kijkt Dora Wim aan, en haar ogen staan vol tranen. 'Ik ben
vanmiddag naar de dokter geweest,' ze zegt het zacht. Hij knikt. 'Het is waar, ik ben in
verwachting.' Plotseling snikt ze. 'Wat moeten we doen, Wim? Dat kan toch niet meer? We kunnen
dit kind niet hebben.' Wim heeft ook al aan de mogelijkheid gedacht dat Dora zwanger zou zijn.
Waarom niet? Zo oud is Dora nu ook weer niet, zevenenveertig, en ze ziet er nog prima uit, zijn
Dora. Hij legt zijn hand op haar arm. 'Wat zei de dokter? Heb je het er met hem over gehad?'
vraagt hij. Ze knikt. 'Hij begreep, dat het een hele klap voor ons was, vooral nu Johan dat kind
krijgt, en we al bijna grootouders zijn, maar hij vindt, dat we wel aan de gedachte zullen wennen.'
'Wat?' stuift Wim op. 'Was dat het enige, dat hij zei? We zullen wel aan de gedachte wennen.
Heeft hij zich wel gerealiseerd, wat het betekent, een kind op onze leeftijd? Het risiko, dat we
lopen? Zowel voor jou, als voor het kind? Stel, dat het niet goed is, of dat er iets met jou gebeurt.
We zijn veel te oud voor een kind.' Zijn stem klinkt verontwaardigd. 'Dat heb ik hem ook gezegd,'
http://www.purepage.com Previous page Top Next page