Navigation bar
  Print document Start Previous page
 9 of 107 
Next page End 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14  

VROUWEN TEGEN DE VERDRUKKING IN, De Bonte Was, Amsterdam 1979
9
Hoe ik aan de serenase ontsnapte
Met twee koffers en een tas over mijn schouder, liep ik over het terrein van het gesticht, richting
uitgang, alwaar ik de portier zou vragen een taxi voor mij te bellen.
Het was voor de derde keer binnen drie weken dat ik op deze manier de benen nam, maar ik was
er nu van overtuigd, dat ik daar nooit meer een stap zou zetten, ze kregen mij daar nooit meer
naar toe!
Verder dacht ik maar niet, ik moest gewoon wég.
De vier maal daags 5 mgr serenase voelde ik door mijn bloed jagen, stilstaan kon ik niet, rustig
zitten was onmogelijk. Mijn gedachten kon ik niet ordenen, dénken was zelfs moeilijk, ik
funktioneerde als een machine en het enige dat ik daaraan kon doen was vluchten.
Als ik zou blijven zou dat betekenen dat ik zou verdrinken in het monotone lege bestaan van die
inrichting, waar ik ter vervanging van echte hulp en behandeling werd zoet gehouden met pillen en
zogenaamde therapieën, die voor het grootste gedeelte bestonden uit tijdsvulling (kreatieve
therapie) en uitbuiting (huishoudelijke arbeid).
Er was niemand om van te houden, er was niemand die van mij hield. Hoe was dit toch allemaal
gekomen. Dan liever kompleet krankzinnig, maar tenminste te kunnen voelen, alles liever dan dit
lege starre bestaan, wat bovendien de pretentie had behandeling te heten.
Dat ze me toen niet hebben vastgehouden door middel van een machtiging, vind ik nu nog een
godswonder, in het ziekenhuis waar ik daarvóór opgenomen was, dreigde men daar iedere keer
mee, als ik in opstand kwam, of als ik te kennen gaf dat ik weg wilde. Bovendien namen ze me
dan mijn kleren af en isoleerden ze me dan met een spuit in mijn donder en vastgebonden aan het
bed.
Op het moment dat ik uit die inrichting wegliep, had ik een lijdensweg van twee jaar
krankzinnigheid achter de rug. Die twee jaren waren een aaneenschakeling van opnames en
vluchten. De opnames varieerden van gedwongen, tot resultaten van goedbedoelde en ook
dringende adviezen van familieleden of vrienden, of waren simpelweg door het 'inpakken en
meenemen-principe' gerealiseerd.
Ik werd gek, waanzinnig, zeven dagen na de geboorte van mijn dochtertje. Ik noem het 'gek', toch
bewaar ik uit die tijd de meest wonderlijke en diepe herinneringen aan de reizen van mijn geest,
aan mijn allesomvattende gevoelens, die soms groots en prachtig, soms demonies en bedroefd
waren en die mij nu doen weten welk een kracht je kan hebben, welk een vermogen, je één te
voelen met de omringende wereld, wat het betekent je een onderdeel van een oneindige keten te
voelen.
Kortom; ik was Moeder Aarde.
Alles wat ik ervoer in mijn waanzin stond in schrille tegenstelling met de realiteit; de
omstandigheden waaronder ik moeder werd. Ik had een slechte relatie met de vader van het kind,
al hielden we wel van elkaar, een slechte woning, die veel te klein was, ik studeerde en werkte.
En moeder zijn, zou dat niet betekenen sloven en slaven voor dat kind? En ikzelf dan? Kon ik het
wel? Ik was jaloers, ik wilde zelf dat kind zijn, ik wilde zelf gevoed worden.
Mijn eskapade in de waanzin was mijn enig mogelijke reaktie op een situatie die ik niet aankon, ik
ontsnapte aan de realiteit. Maar lang werd het me niet vergund, want daar stonden de broeders
van de GGD al voor de deur. En ik ging mee. 
Medikamenten en een strakke leidraad hoe te leven moesten me beter maken. Ik werd opgevoed
tot een moeder, dat hield in, dat ik mijn kind moest voeden en verzorgen terwijl ik stijf stond van de
serenase, doodmoe was en alleen maar met rust gelaten wilde worden. Ik ging het kind haten, ze
was mij tot last en menig maal heb ik de neiging gehad, haar in het badje te verdrinken.
Op huilen stond een grote straf, namelijk langer moeten blijven. Toen ik weer thuis kwam was ik
als een lappepop en het kind kon ik wel vermoorden. Omdat ik bang was dat ik dat werkelijk zou
doen, bracht ik het kind naar mijn schoonzusje, die het met open armen ontving.
Ik smeet de pillen weg en ging weer werken in het verpleeghuis dat ook mijn vroegere werkkring
was geweest. Zo lukte het me een jaar lang voor mezelf weg te lopen, toen werd ik depressief,
wilde niet meer werken, verbrak de relatie met mijn vriend.
http://www.purepage.com Previous page Top Next page