Navigation bar
  Print document Start Previous page
 12 of 107 
Next page End 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17  

VROUWEN TEGEN DE VERDRUKKING IN, De Bonte Was, Amsterdam 1979
12
Abortus
Éénentwintig is ze, oud genoeg om zelfstandig te beslissen, oud genoeg om veroordeeld te
worden, maar niet mondig genoeg om haar leven zelf in te delen. Marietje, blond, aantrekkelijk, en
twee maanden in verwachting.
Stom, ja natuurlijk, ze kan zichzelf wel voor de kop slaan, en ze heeft ook helemaal geen ekskuus.
Ze zoekt ook geen ekskuus, want ze is zich volkomen bewust van wat ze doet en heeft gedaan.
Voorlichting heeft ze gehad, voldoende, deze tijd is toch zo open? Ze heeft ook helemaal geen
ouders, die haar op straat schoppen, integendeel, ze heeft leuke, begrijpende ouders die haar
helemaal vrij laten in haar beslissing. En ze hééft beslist, meteen al, toen bleek, dat ze een kind
verwachtte. Abortus. Er is voor haar geen andere mogelijkheid. Ze studeert nog, en een kind
schopt haar hele plannen in de war. Trouwen wil ze niet, überhaupt niet, en zeker niet, omdat ze
een kind verwacht. En met wie zou ze moeten trouwen? Met de vader van het kind, dat ze draagt?
Belachelijk. Een feestje, een drankje op, stuff gerookt, en natuurlijk weer de pil vergeten. Ze was
ook helemaal niet van plan geweest, om met een vent naar bed te gaan, maar ja... In elk geval,
dat kind wil ze niet. Gewetensbezwaren? Ach kom, wat is nu twee maanden, dat is nog helemaal
geen kind, een speldeknopje is het, een speldeknopje, dat haar leven niet mag beheersen.
Negentien is ze, Jannie, een mooie, stevige meid met de ogen van een kind. Schrik had ze
gevoeld, toen haar menstruatie uitbleef, een dag, twee dagen, een week, twee weken. Ze was bij
zichzelf te rade gegaan. Ja, eigenlijk kon het best. Je hoorde toch wel vaker, dat kondooms niet
helemaal bedrijfszeker waren? Maar naar de dokter om de pil te vragen, had ze niet gedurfd. Ze
woont nog thuis, en stel, dat de dokter het haar ouders zou vertellen. Haar moeder zou vragen
gaan stellen, vervelende vragen, want ze had nog helemaal geen vaste vriend, tenminste, dat
dachten haar ouders. Ze durfde ze ook niet te vertellen van Joop, want ze hoort het kommentaar
van haar moeder al. Een getrouwde vent, stel je voor. En eigenlijk wist ze zelf ook wel, dat het
dom was van haar, maar Joop was het helemaal, en Joops huwelijk was toch ook niets. Hij had
het haar zo vaak verteld. Eigenlijk zou Joop moeten scheiden, maar zijn vrouw, dat stomme wijf,
wilde niet. Maar nu was er een mooie aanleiding. Zij, Jannie, droeg Joops kind. De
zwangerschapstest, die ze deed, bevestigde het. Ze was zwanger.
Maar toen ze het Joop vertelde, die maandagavond, de avond, dat zijn vrouw naar yoga is en zij
altijd bij Joop komt, was Joop koel, ja, vijandig. 'Het is niet waar', zei hij, 'het kan niet van mij zijn,
ik gebruik toch altijd wat.' 'Het is van jou je weet toch, dat ik nooit met een ander...' had ze gezegd.
Maar hij had haar aangekeken, en gezegd? 'Jannie, weet je het wel zeker?' Ze had geknikt. En
wat had je je nu voorgesteld? Je snapt natuurlijk wel, dat niemand weten mag, dat dat kind van mij
is. Wat een ellende, als Margot dat hoort...' Margot was zijn vrouw, dat stomme wijf, dat hem
helemaal niet begreep, dat helemaal nooit met hem vrijen wilde, terwijl hij toch zo goed was in
bed, zo lief en teder. 'Ja, maar Joop', had ze gezegd, terwijl ze naast hem op de bank ging zitten,
dicht tegen hem aan. 'Nu zijn toch al je problemen opgelost. Nu zal ze wel van je moeten
scheiden. Nu kunnen we trouwen.' Hij had haar van zich afgeschoven, als een stuk speelgoed
waar hij op uitgekeken was. Ze was bang geworden van hem, zijn ogen, waren dat die tedere
ogen, die opeengeknepen lippen, was dat die hartstochtelijke mond? 'Scheiden', hij had het woord
uitgespuwd, verachtelijk, 'dacht je dat? Doe toch niet zo dom, kind.' Ze was opgestaan, stil en wit,
en had haar jas gepakt. 'Jannie, zo bedoelde ik het niet. Er moet een oplossing worden gezocht. Ik
zal je helpen, financieel.' Ze had de deur achter zich dichtgetrokken, en had wel een uur buiten
gelopen, bang om naar huis te gaan, bang, dat haar moeder haar betraande ogen zou zien, haar
witte gezicht, en dat ze zou gaan vragen.
Hij had de volgende dag opgebeld naar haar kantoor, waar ze werkte als ponstypiste. Maar zij had
de hoorn op de haak gegooid, tot driemaal toe. Ze had gedaan, of ze hem niet zag, toen hij haar
een paar dagen later opwachtte in zijn auto, of ze zijn claxon niet hoorde.
Naar haar huisarts wilde ze niet, want haar ouders mochten het niet weten, maar wat dan? Ze
schreef een brief naar een damesblad, want ze had wel eens gelezen, dat dat zulke problemen
http://www.purepage.com Previous page Top Next page