Sonja Prins, HERINNERINGEN AAN TRUDE BENEDIC, een vrouw in verzet. De Bonte Was 1980
13
mee kon vullen.. Met al hun harde werken hadden vader en moeder nog niet genoeg geld om droog
brood te kopen.
De winkel was gesloten, maar moeder stelde hem beschikbaar voor een volksgaarkeuken. 's
Middags kwamen hele gezinnen met pannetjes om eten te halen, gortsoep, duitse ananassoep,
bietensoep, aardappelmeelsoep. Zelf ging zij de boer op. Soms kwam zij 's avonds thuis met een
zak van 40 of 50 kilo aardappels op haar rug, vaak moest vader haar afhalen. Zij zorgde goed voor
ons. Ik naaide en verstelde en overdag paste ik op de kleine kinderen van de vrouwen die met
moeder meegingen. 's Avonds kreeg ik van de een een stukje spek, van de ander een beetje boter of
een half brood, of wat groente en aardappels. Daarvan kookte ik de volgende dag het eten voor de
kinderen. Het was een harde, maar een mooie tijd. De vrouwen werkten kameraadschappelijk hand
in hand om hun gezinnen er boven op te houden.
In 1923 bezetten de geallieerden het Roergebied. Het laatste wat er aan voedsel was hebben hun
troepen opgegeten. Zou Duitsland zijn oorlogsschulden betalen? Kon Duitsland betalen? Jawel, als
het maar bij de rijken in beslag werd genomen. Nu was de arme man weer het slachtoffer en het
allerergste er aan toe waren de kinderen. 's Ochtends, voordat zij naar school gingen, kwamen zij de
vuilnisbakken nazoeken. Zij hadden holle wangen, bleke gezichten, hun moeders waren wanhopig.
Onze winkel werd weer geopend en vader bezocht weer de jaarmarkten. Gus was 17 en hij had nog
geen vak geleerd, omdat mijn vader hem niet wou laten gaan. 'De jongen moet mij helpen,' zei hij.
'Voor mij alleen is het teveel en vreemden wil ik niet.' Ik drong er bij moeder op aan om Gus in de
leer te doen. Wat zou er van de jongen terecht komen als hij ouder werd, 20 of 22jaar, en hij wou
trouwen? Ik hield niet op tot zij eindelijk goedvond dat ik met hem werk ging zoeken. Hij kon als
leerling bij een schilder komen, als vader eerst zijn toestemming gaf, en daar dacht hij niet over.
Eindelijk zei ik tegen hem dat ik al eens eerder met de voogdijraad over hem had gesproken en dat
ik het weer zou doen als hij bleef weigeren. Hij vloekte en schold, maar het kwam toch in orde.
Zondags moesten wij met zijn allen vader helpen. Toni en ik hadden ons verloofd en om hem te
zien moest ik in de WC mijn mantel en goeie schoenen aantrekken, zodat vader geen verdenking
kreeg. Als meisje durf je er niet goed voor uitkomen dat je op iemand gesteld bent die je familie
niet kent. Ik had een grote bewondering voor hem en hij vertrouwde mij in alles.
Er kwamen steeds meer werklozen. Voor geld was weer alles in de winkels te krijgen. De jongens
en meisjes van de jonge Rode Garde moesten dag en nacht op hun post zijn om het plunderen tegen
te gaan, vooral van de slagerswinkels. Daar hingen dikke worsten en spek, en goed geklede mensen
kochten per pond en per kilo tegelijk, terwijl de anderen mochten toekijken. Telkens vonden
overvallen plaats, maar wij wilden niet dat onze jeugd een lompenproletariaat zou worden, dat op
roof uit is en niet aan zijn toekomst denkt. Het was gemakkelijk om met een paar tegelijk een
winkel binnen te lopen en de worsten van de haken of het brood van de planken te graaien, en
voordat de winkelier wist wat er gebeurde waren zij weer weg. Wij moesten hen tegen henzelf
beschermen, want zo kwamen zij niet verder, zo leerden zij niet om zich met de proletariërs van
andere landen te verbinden. De overwinning in Rusland was een lichtend voorbeeld voor ons, al
onze liefde ging uit naar het land van arbeiders en boeren. In de straten klonk ons lied:
Luister, duitse jeugdkameraad,
in de eerste arbeidersstaat
waait de rode vaan.
Strijd met ons voor de Sovjetmacht,
strijd met al je jonge kracht,
dan breekt de toekomst baan
Onze krant 'De Rode Garde' werd goed verkocht, van huis tot huis, in de fabrieken en
stempellokalen. Al ons werk was tegen een nieuwe oorlog gericht, maar onze jeugd was nog niet
genoeg geschoold, wij konden te weinig uitrichten tegen de sociaaldemokratische leiders, die liever
met de reakties samengingen dan met ons. Op allerlei manieren werd een eenheid van aktie
tegengewerkt.