Navigation bar
  Print document Start Previous page
 22 of 44 
Next page End 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27  

Sonja Prins, HERINNERINGEN AAN TRUDE BENEDIC, een vrouw in verzet. De Bonte Was 1980
22
ging ik weer, ook om emigranten te halen. Vier jaar lang heb ik dat werk gedaan. Het vergde heel
wat van je zenuwen, maar als het moest zou ik het weer doen. Toni was steeds in de weer om de
bibliotheek uit te breiden, hij was nu zo ver dat hij ook goede boeken kon kopen en elke week een
aantal kranten. 's Ochtends vroeg ging hij op weg met zijn bakfiets en 's avonds kwam hij pas weer
terug. Ik leerde inbinden, plakken, kaften en onze kinderen werkten met ons mee. Met negen jaar
konden Greet en Bart kant en klaar een boek inbinden, met zeven jaar kon Bart banden plakken en
een fiets lakken. Zij gingen alletwee op de fiets naar de klanten in andere dorpen en het was
verbazend zo verstandig als zij waren. Eens kwam ik met Greetje bij Ellie, in Dusseldorf. Ellie was
toen nog nooit bij ons in Limburg geweest. Er zat een neef van Emil, die sprekend op hem leek.
Greetje zei: 'Kijk eens mama, die man lijkt op onze oom Frits als hij geen pet opheeft.' Frits was de
naam die Emil had aangenomen toen hij emigreerde.
Om haar op de proef te stellen zei Ellie: 'Greetje, je krijgt 20 groschen om wat lekkers te kopen als
je me vertelt wie die oom Frits is?'
'Och tante, dat is een oude man en die woont een heel eind bij ons vandaan,' zei Greetje. 'Niet
mama?' 'Je bent een lieve schat,' zei Ellie. 'Als ze allemaal zo waren was er geen verraad.'
Was het maar zo, dan waren de gevangenissen en de kampen niet vol geweest. Uit egoïsme en
lafheid werd verraad gepleegd, de enige manier om het werk te beschermen was om ernooit over te
praten, en ook dat was nog niet voldoende, want er waren mensen die er hun werk van maakten om
onze mensen te verraden en die zorgden dat zij zelf niet ontdekt werden. Op dat soort verraad
waren wij niet voorbereid. 
In Spanje brak de burgeroorlog uit. Al onze emigrantenjongens gaven zich vrijwillig op om tegen
de fascisten te vechten, ook Emil, onze beste kameraad. Zouden wij elkaar ooit terugzien? Hij
vertrok als een van de eersten, veel nederlandse kameraden gingen ook.
Na een lange tijd kwamen de eerste brieven uit Spanje. Maar hoe moesten wij de berichten naar
Duitsland sturen, berichten over gesneuvelde en gewonde kameraden, hoe moesten wij geld in
Duitsland ophalen voor Spanje? Er zat niets anders op, ik moest dit werk op mij nemen. Elke
veertien dagen hield ik bijeenkomsten in het Rijngebied, het geld voor onze Spanjestrijders moest
er komen. Voor Toni was het erger dan voor mij, hij moest mij naar Duitsland sturen, terwijl hij
veel liever zelf was gegaan. Wij hadden alletwee zoveel te doen dat er weinig tijd overbleef om te
praten. Voor de jongens in Spanje werd veel opgehaald en toch was er nog van alles te kort. Zij
hadden niet genoeg te eten, niet genoeg medicijnen en verband, geen zeep en te weinig wapens. Het
waren onze eigen jongens, die daar moesten vechten tegen goed uitgeruste troepen, Hitler stuurde
zijn SS, Mussolini zijn zwarthemden. En de fascistische piloten oefenden zich op de Spaanse
burgerbevolking voor de aanval op andere landen. Overdag was ik altijd weg, dan kon ik niets aan
mijn huishouden doen, 's nachts moesten 3 of 4 uur slaap voldoende zijn. Nog altijd kwamen er
emigranten, waar voor gezorgd moest worden. Een van mijn zwaarste taken was om de
doodsberichten naar Duitsland over te brengen. Toni ging geregeld naar België. Daar stond het niet
zo goed met onze emigranten, een deel wou weer terug, maar dat ging niet zo gemakkelijk. Wij
probeerden het met een jongen van 23 jaar, jonggetrouwd en zijn eerste kindje heeft hij nog niet
gezien. Hij kwam bij ons en wij gaven hem instrukties: 'We brengen je over de grens, dan ga je
naar de Gestapo, omdat je als vermist bent opgegeven, en je zegt dat je op sjouw bent geweest door
heel Duitsland. Je zegt dat je geen zin had om te werken en datje altijd ruzie had met je vrouw. In
die en die dorpen ben je geweest, daar ziet het er zo en zo uit, 's nachts heb je in schuren en
stromijten geslapen,' enzovoort. Een paar weken later kreeg ik een felicitatiebriefkaart van hem
voor mijn verjaardag, dus het was in orde gekomen. 
Previous page Top Next page