Navigation bar
  Print document Start Previous page
 145 of 163 
Next page End Contents 140 141 142 143 144 145 146 147 148 149 150  

MISDADEN TEGEN DE VROUW
, Tribunaal Brussel 1976. Diana Russell & Nicole Van de Ven, 1977
Nederlandse vertaling, De Bonte Was, Amsterdam 1977
145
De bedoeling was dat elk land aan de koördinatie-kommissie zou opgeven waar ze over wilden
getuigen, en dat de koördinatie-kommissie dan het aantal getuigenissen over verschillende
misdaden zou verdelen door voor elk land twee of drie van de drie tot vijf opgegeven misdaden uit
te zoeken. Dit ging echter niet door. De koördinatiekommissie speelde uiteindelijk helemaal geen
rol bij de selektie. 
Op de bijeenkomst van de koördinatiekommissie op 24 en 25 januari 1976 werd het programma
verder uitgewerkt. Er was al eerder besloten dat elk land zowel met een van te voren gemaakte
persoonlijke getuigenis zou bijdragen (van max. 10 minuten per persoon) als met een kort
onderzoeksrapport (van max. 5 minuten per rapport) over de verbreiding van de misdaad
waarover een getuigenis werd afgelegd. Na de voorbereide getuigenissen en verslagen over elke
misdaad zouden spontane getuigenissen van andere deelneemsters gevraagd worden. De
kommissie wilde er voor zorgen dat er evenveel tijd voor spontane als voor voorbereide
getuigenissen zou zijn (voor beiden twee uur op de eerste vier dagen), aangezien we het
belangrijk vonden dat zoveel mogelijk vrouwen die mee wilden doen daar ook de gelegenheid voor
zouden krijgen.
Helaas moest er, toen het zover was, nogal vaak bekort worden op de tijd van de spontane
getuigenissen. Naast de vier uren per dag voor getuigenissen, moest er elke dag twee uur en een
kwartier zijn voor workshops over de misdaden waarover getuigd werd: analyserende workshops
(om te proberen te begrijpen waarom de misdaden bestaan en voortduren) en workshops voor
oplossingen (om akties te bespreken om de misdaden te bestrijden). Deelneemsters zouden ook
aangemoedigd worden om workshops te beginnen over onderwerpen die zij belangrijk vonden.
Op de bijeenkomst van 24 en 25 januari hadden 27 landen al laten weten dat ze van plan waren
om mee te doen. Het werden uiteindelijk 40 landen. Een eenvoudige rekensom leerde ons dat het
aantal misdaden waarover elk land kon getuigen teruggebracht moest worden tot twee. Het was
echter zeer moeilijk om dit kriterium zo kort van te voren te stellen, aangezien sommige landen al
meer dan twee getuigen hadden uitgezocht. Uiteindelijk was dit één van de vele beslissingen van
de koördinatiekommissie die door vele deelneemsters genegeerd werden. Een ander
beleidsbesluit dat soms genegeerd werd was dat vrouwen altijd over misdaden uit hun eigen land
zouden getuigen – en niet uit andere landen.
Sommigen van ons uit de koördinatiekommissie waren bang dat niet-feministiese groeperingen
het Internationale Tribunaal zouden proberen te gebruiken voor hun eigen, niet-feministiese,
politieke doeleinden. Twee van ons waren bij de Konferentie van het Jaar van de Vrouw in Mexico
City geweest en daar hebben we dat zien gebeuren. Om dit te voorkomen besloot de
koördinatiekommissie dat bij de inschrijving aan vrouwen gevraagd zou worden om de volgende
verklaring te tekenen: 'Ik begrijp dat het Internationale Tribunaal over Misdaden tegen Vrouwen de
aandacht wil vestigen op de vele manieren waarop vrouwen in elk land onderdrukt worden, en op
de wijze waarop we tegen deze misdaden kunnen vechten. Dit moet niet opgevat worden als een
gebrek aan belangstelling voor alle onderdrukte mensen. Ik stem er echter mee in om onze
inspanningen op dit Tribunaal speciaal tot misdaden tegen vrouwen te beperken'. Aan de
landelijke kontaktpersonen werd gevraagd om deze verklaring aan eventuele deelneemsters uit de
verschillende landen bekend te maken, zodat vrouwen die hem niet wilden tekenen weg zouden
blijven.
We besloten ook om voor elke zitting op het Tribunaal een andere voorzitster te nemen die in staat
was om iedereen evenveel tijd te verzekeren en om lange speeches of irrelevante getuigenissen
enz. te vermijden. We vroegen aan iedere landelijke kontakt persoon of tribunaalgroep of en zo ja
wie er uit hun land een goede voorzitster zou zijn. Dit leidde slechts tot één voorstel. 
Aan Simone de Beauvoir was na de voorbereidingsbijeenkomst in Parijs in maart 1975 gevraagd
om het Tribunaal te openen, en dat zou ze doen. Toen het tot maart werd uitgesteld kon ze niet
komen. Dit was met name nogal pijnlijk omdat sommige publikaties over het Tribunaal haar
aanwezigheid hadden benadrukt. 
Op de bijeenkomst van de koördinatiekommissie in januari waren we zeer verdeeld over de vraag
of we iemand anders zouden uitnodigen om het TribunaaI te openen, en zo ja, wie. Opeens dook
de kwestie van 'beroemdheden' op: sommige kommissieleden waren er erg op tegen dat we een
bekende vrouw zouden uitnodigen. Anderen dachten echter dat een bekend persoon meer
aandacht van de media zou trekken en daardoor het Tribunaal in staat zou stellen om meer
http://www.purepage.com Previous page Top Next page