MISDADEN TEGEN DE VROUW
, Tribunaal Brussel 1976. Diana Russell & Nicole Van de Ven, 1977
Nederlandse vertaling, De Bonte Was, Amsterdam 1977
142
Voorgeschiedenis,
verloop en uitwer-
king van het
tribunaal
20
Hoe het begon
De afgelopen zes jaar heeft een groep vrouwen uit de Deense vrouwenbeweging - de
Roodkousen - elke zomer een drie maanden durend vrouwenkamp georganiseerd op Femø, een
klein eiland op ongeveer vier uur afstand van Kopenhagen. Elke zomer worden er tenminste twaalf
dagen gereserveerd voor vrouwen uit alle landen.
In augustus 1974 werkten enkelen van ons op Femø mee aan een werkgroep over internationale
feministiese strategie. Elke dag kwamen we bij elkaar om te bespreken welke akties de
vrouwenbeweging zou moeten ondernemen tijdens het door de Verenigde Naties uitgeroepen
Jaar van de Vrouw. De meesten van ons waren zeer wantrouwend over wat er in dat jaar
georganiseerd zou worden door mensen die geen band met de vrouwenbeweging hebben. De
meesten van ons konden het niet eens zijn met de bedoeling van het Jaar van de Vrouw: vrouwen
gelijk te stellen met mannen binnen het systeem zoals het nu bestaat. Dit systeem vereist een
radikale herstrukturering en niet de integratie van vrouwen binnen zijn patriarchale strukturen. Ook
geloofden de meesten van ons er niet in dat degenen die vóór het Jaar van de Vrouwen de
doelstellingen ervan hadden gestemd er serieus aan dachten om die doelstellingen te
verwezenlijken. Integendeel, we zagen het als een schijnheilig en symbolies gebaar dat diende om
het feit te verbergen dat alle regeringen die vóór het Jaar van de Vrouw stemden vrijwel uitsluitend
uit mannen bestaan en dat ze alle wetten handhaven die misdaden tegen vrouwen bekrachtigen
en in veel gevallen misdaden tegen vrouwen mogelijk maken, om maar niet te spreken van hun rol
bij het instandhouden van de seksistiese praktijk van alledag. De helft van de mensen die
voorgestemd hebben zou zijn baan niet hebben wanneer de door hen gewenste gelijkheid er
werkelijk zou komen; ze zouden thuis zitten om op de babies te passen en schoon te maken. Er
zullen onder hen waarschijnlijk een paar zijn die daar een flauw vermoeden van hebben, maar zij
voelen zich ongetwijfeld niet bedreigd omdat ze weten hoever deze nobele gedachten nog van de
werkelijkheid af zijn. Als het zover zou dreigen te komen zouden de meesten van deze mannen
hun werkelijke vooroordelen tegen vrouwen laten horen (voor kinderen zorgen is een vrouwentaak
enz.) en ze zouden vechten voor hun direkte belang bij de handhaving van het seksisme. Omdat