Navigation bar
  Print document Start Previous page
 7 of 10 
Next page End 2 3 4 5 6 7 8 9 10  

7
weinig sociaal contact tussen vrouwen onderling. De mannen vullen de gemeenschappelijke
ruimten. Slechts in een enkel centrum is er een vrouwenkamer beschikbaar en alleen als er
een goede maatschappelijk werkster is of vrijwilligsters er aktiviteiten organiseren gaan
vrouwen ook naar die vrouwenkamer toe.
14
Medische zorg is er nauwelijks: de artsen zijn
overwerkt of - volgens de vluchtelingen zelf - steeds maar op vakantie. Veel te veel vrouwen
leven dus op slaap- en kalmeringspillen en storten pas in als de verblijfsvergunning eindelijk
verkregen is en zij aan de inburgering zouden moeten beginnen.
De paradox is dat de man-vrouw-verhoudingen tussen de vluchtelingen in Nederland vaak
veel patriarchaler zijn dan deze in hun land van herkomst waren.
15
De samenwerking tussen
vrouwen, binnen en buiten familie en verwantschap, is door de vlucht abrupt afgebroken. Het
sluiten van betrekkingen met vreemden is een mannelijke activiteit; die vormen in en buiten
het centrum allerlei politieke groepen die hen toch een soort sociale positie verschaffen. Hun
vrouwen zitten in de positie waarin Nederlandse vrouwen zaten tot de tweede golf hen enige
‘oriëntatie op de samenleving’ verschafte, maar dan in alle opzichten erger: veel te dicht op
hun man, geografisch en vaak ook psychologisch buiten het bereik van vrouwelijke
familieleden en oude vriendinnen, met veel te grote verantwoordelijkheden voor het welzijn
van de kinderen. De enige troost zijn de pillen, die in de centra nog overvloediger worden
voorgeschreven dan erbuiten.
Vrouwen wier asielverzoek is afgewezen maar die als ‘moeilijk verwijderbaar’ worden
opgevat omdat ze geen papieren hebben, en dus niet gedeporteerd maar op straat gezet
zijn
16
, of die ondergedoken zijn omdat zij met deportatie naar een ‘veilig land’ bedreigd
worden, zijn helemaal aan de heidenen van prostitutie en vrouwenhandel overgeleverd.
Ook de vrouw van een vluchteling met een A-status is haar leven echter nog niet zeker. Het
systeem van de afhankelijke verblijfsvergunning verleent de mannelijke migrant jarenlang
een bijna absolute patriarchale macht over zijn vrouw: zij moet drie jaar bij haar man te
blijven, ook als die haar mishandelt.
17
DE MANNELIJKE VLUCHTELING ALS VERZETSSTRIJDER
Het oriëntalisme beïnvloedt ook de beeldvorming en de procedurele benadering van de
mannelijke vluchteling. Ook hij wordt niet als een neutrale aspirant-burger behandeld, maar
als een geseksueerd wezen: een man. Ook die seksuering wordt veroorzaakt door de
accentverschuiving van vervolgingsslachtoffers naar verzetsstrijders, die het belangrijkste
verschil vormt tussen de praktijk van de vooroorlogse vluchtelingenverdragen en die van het
Verdrag van Genève zoals dat tegenwoordig wordt geïnterpreteerd. 
Het stilzwijgend uitgangspunt van het verdrag was, zoals eerder gezegd, dat de vluchteling
uit één van de - bij voorkeur Europese - communistische landen zou komen vluchten, waar
hij vervolgd werd omdat hij voor de democratie had gestreden. Een anti-communistische
verzetsheld was welkom: hij hoorde eigenlijk al bij het vrije westen. Andere verzetshelden
worden echter in Nederland niet gewaardeerd. Verzet past niet bij het ideaal van de gezeten
burger m/v, die door hard werken het brood verdient en het begrip ‘strijd’ reserveert voor het
voetbal.
                                                
14
Het centrum in Bloemendaal, waar vrijwilligsters zo’n vrouwenkamer hadden opgezet, is gesloten.  
15
De man-vrouw-verhoudingen in deze landen zijn in veel gevallen net zoals die door de westerse bemoeienissen in het kader
van kolonialisme, imperialisme en ontwikkelingshulp patriarchaler geworden dan tevoren, zie Rogers (1980). Belangrijke
oorzaken zijn door het westen ingevoerde administratieve systemen waarin gemeenschappelijk grondbezit aan individuele
mannelijke eigenaars wordt toegekend en de omschakeling van ‘subsistence production’ door vrouwen naar de verbouw van
‘cash crops’ door mannen, waardoor de vrouwen minder grond ter beschikking hebben, terwijl ze wel de verantwoordelijkheid
voor het voeden van hun familie houden, zodat de man zich vrij voelt de opbrengst van de cash crops in zijn zak te steken.
Begrijpelijkerwijze leidt dit tot ruzie, waar de mannen dan regelmatig met mishandeling op reageren. 
16
Dankzij het door de rechter gesteunde verzet van enkele gemeenten tegen de plicht tot het op straat zetten van
uitgeprocedeerde vluchtelingen, heeft staatssecretaris Schmitz het op straat zetten van vluchtelingen met kinderen in maart
1997 stopgezet. Om de uitgeprocedeerden ‘te begeleiden’ naar terugkeer naar het land waarvandaan ze gevlucht zijn, zijn er nu
mobiele teams van de centrale overheid ingesteld. 
17
Zie ‘t Hoen en Jansen (1996). Opvangcentra voor mishandelde vrouwen krijgen tegenwoordig geen vergoeding meer als zij
vrouwen zonder verblijfsvergunning opnemen. 
Previous page Top Next page