Navigation bar
  Print document Start Previous page
 7 of 9 
Next page End 2 3 4 5 6 7 8 9  

7
De handel in ‘bezettingen’, ‘kathexes’ betekent dus dat alle betrekkingen die mensen met
andere mensen of met dingen kunnen hebben, waarbij ze zich daarvan een voorstelling
maken die ze vastleggen, op een bepaalde plaats, voor een bepaalde tijd, tegen een
bepaalde tegenprestatie door een ander kunnen worden gebruikt. Daarbij wordt dus van
alles afgesplitst wat door het subjekt ooit in totalitaire eigendomsverhoudingen is gevormd,
neergelegd en geordend. Er ontstaat dus een spanning tussen de patriarchale grondslag van
de betrekkingen met de buitenwereld, en de marktgerichte fragmentarisering en Verwertung
daarvan, omdat die natuurlijk hele andere gewaarwordingen, voorstellingen en ‘bezettingen’
oplevert, die toch steeds de oude ‘bezettingen’ in hun totalitaire eigendomsordening weer
oproepen, en omgekeerd de afgesplitste vormen weer op die eigendomsverhoudingen
inwerken. Zo is de beschikbaarheid en eerbied die vrouw en kinderen de patriarch
verschuldigd waren in de 19
e
eeuw ‘liefde’ geworden (Dickens beschrijft volgens mij het
moment waarop dochterplicht in incestueuze gevoelens getransformeerd wordt). Vervolgens
kan de ‘liefde’ in een oneindig aantal ‘bezettingen’ gesplitst worden en zo tot een oneindig
aantal betrekkingen leiden; het hangt van de objektieve ekonomiese verhoudingen af of zij
‘arbeidskracht’ genoemd worden - als zij namelijk bijdragen tot de Verwertung van kapitaal -
of iets anders.
De vraag is nu, of dit proces maar eindeloos kan doorgaan. Kan men nieuwe mensen
voorbrengen onder totale marktverhoudingen, die in staat zijn diezelfde marktverhoudingen
te overleven en de winstbewegingen van het kapitaal aan de gang te houden? Het kapitaal is
voorlopig weinig tot experimenteren bereid. Kresjes, waar naast de gratis kinderen om
betrekkingen mee te vestigen, nog geld wordt meegebracht voor het huren van volwassen
vaardigheden voor begeleiding en toezicht, vormen pas de laatste jaren enigszins een
investeringsobjekt; en voortdurend wordt de zorg uitgesproken, dat kandidaat-manschappij-
leden die niet ten minste enige jaren een hele moeder hebben bezeten, nooit tot de
internalisering van de juiste waarden en normen te brengen zijn, en dat in kresjes van de
vorming van kresjleidsters (bejaarden-, zieken- en andere verzorgsters) ook niets terecht zal
komen.
Het kapitaal laat het patriarchaat dus rustig voortbestaan: ter produktie van mensen die leven
in vanzelfsprekendheden van toeëigenen en toegeëigend worden en en passant nog ter
produktie van alles wat (nog) geen winst oplevert, of niet meer.
7. Zo geformuleerd vind ik dit best een aardig aanzet tot het feministies histories
materialisme (ik dacht ‘fehima’, maar Marijke weet het beter: ‘herstomat’ zal het wezen) dat
ik allang zocht.
Het is alleen nog een beetje abstrakt en staties. Het legt immers nu niet meer de nadruk op
de eeuwigheid en alomtegenwoordigheid van het kapitaal, maar die van het-kapitaal-in-zijn-
historiese-gewordenheid als patriarchaal kapitalisme (dat overigens in tijd en ruimte nog
verder gedifferentieerd kan worden: ook niet-patriarchale verwantschapsverbanden, feodale
heerschappijvormen en patrimoniale burokratieën zijn niet verdwenen). Ik heb dus in mijn
begripsvorming, nog opgejaagd door gebrek aan ruimte en tijd, geabstraheerd en
gegeneraliseerd, net zoals de vaders van de verlichting (en hun kritici) aan wie ik mijn
begrippen ontleende.
De aantrekkelijkheid (verleiding) van het postmodernisme is daartegenover dat het de
aandacbt vestigt op de tegenovergestelde kanten van het patrikapitalisme: op bewegelijk- en
konkreetheden; dat het ons loszingt van de oude histomatiese voorstelling van een
werkelijkheid die alleen nog door revolutie in beweging gebracht kan worden en van een
persoonlijke geschiedenis, die alleen door langdurige psychoanalyse in andere banen kan
worden gebracht.
Omdat het kapitaal bij zijn verovering van alles in tijd en ruimte voorlopig nog niet op enige
grens lijkt te stuiten is de revolutie in elk geval ijzer met handen breken geworden, waaraan
de meesten van ons zelfs niet meer denken (ik ook niet, behalve als ik een bundel over
postmodernisme gelezen heb - dan moet ik wel).
Hoe het met de aantrekkelijkheid (verleiding) van het posmodernisme voor vrouwen in het
algemeen en feministen in het bijzonder zit, wordt uit de stukken niet geheel duidelijk. Wel
wordt herhaaldelijk gesteld dat het pomowezen veel aan de feministiese kritiek op het
Previous page Top Next page