Navigation bar
  Print document Start Previous page
 53 of 107 
Next page End 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58  

VROUWEN TEGEN DE VERDRUKKING IN, De Bonte Was, Amsterdam 1979
53
me de meubels achterna. Een jaar later vertrekt hij voorgoed naar het buitenland: opnieuw
getrouwd.
In ons nieuwe onderkomen krijg ik de belastingen op bezoek of ik maar 18.000,- achterstallige
schuld wil betalen. Ik ben zesendertig en besluit met m'n twee jongens m'n vrijheid te benutten en
te bewijzen dat het financieel debacle niet mijn fout is geweest. Ik besluit een eigen bedrijf op te
bouwen. Mijn man die, hoe moeilijker hij het begon te krijgen, thuis steeds ouderwetser en
autoritairder jarenlang had opgetreden, en de vreselijke scènes die hadden plaatsgevonden,
noodzaakten me tenslotte te vluchten met de kinderen, naar dat kleine boerderijtje, maar alles was
beter dan dat slaan en schreeuwen.
Ik kon van'n oom fl 6.000,-lenen en kocht daarvan wat pony's en begon in het gehuurde
boerderijtje zomerkampen te organiseren. In het vorige huis was ik daarmee al begonnen, maar
daar wilde mijn man dan weer wel en dan weer niet aan mee doen. En in het boerderijtje kon ik
tenslotte m'n eigen financiën beheren, waar ik tot dan toe niets goed kon opzetten omdat ik ieder
verdiend geld direct moest afgeven, terwijl ik per week met fl 35,- het gezin te eten moest geven.
Ja fl 35,- U leest het goed.
Het was absurd. Nu kan ik eindelijk vrij adem halen en opnieuw beginnen. Toch, om me 'n trap na
te geven schreef mijn man aan klanten wier kinderen in het kamp kwamen, dat ze ze niet moesten
sturen, want dat de kinderen bij mij niet gescheiden sliepen. Nu was dat in de zestiger jaren
blijkbaar nog heel erg, hoewel de kinderen hoogstens twaalf jaar waren en het alleen gebeurde als
we bij heel mooi weer met z'n allen om het kampvuur bleven slapen tussen de pony's op de wei.
Desalniettemin was het 'n ontzettende slag waarbij ik minstens zestig kinderen verloor. Gelukkig
waren er progressiever denkende mensen en hun vertrouwen en reclame hebben me er door
gesleept. Het kamp werd iets heel bijzonders. Ieder van ons besliste mee. Ik heb als kind nl. zelf
bijna ieder jaar kampen meegemaakt. In sommige moest je de vlag groeten in 'n kring en allerlei
corvees. Niet die karweitjes op zichzelf waren vervelend maar het woord corvee alleen al en de
indelingen van zo tot zo laat moet je dat doen, dat alles had in mij het idee gelaten, een echt leuk
kinderkamp moet het worden. Want je bent samen op vakantie. Vakantie dat toverwoord waar je
het hele jaar naar uitkijkt. Dat moet toch iets geweldigs kunnen zijn.
Dus ging ik het anders doen. Samen met de kinderen. Er mocht veel: je eten samen zelf bepalen
en inkopen en laten staan wat je niet lust. Zelf maakte ik 's ochtends vroeg de woonruimte,
keuken, w.c. etc. schoon. Dan maakte ik het ontbijt klaar. Iedereen mocht opstaan, zo laat die
wilde. Dat vind ik, hoort bij 't idee vakantie. Dan na het ontbijt samen overleggen hoe of wat. Veel
zwemmen, veel paardrijden. De gekste avonturen. Kinderen die drie à vier keer waren gekomen,
namen vanzelf leiding op 'n demokratische manier. 
Van 1968 tot 1972 ging het steeds beter. Maar de moeilijkheden lagen op 'n ander vlak. We
hadden niet genoeg wei en konden die ook niet bij krijgen. Al die jaren door hebben we moeten
zoeken. Kregen voor 'n jaar of 'n seizoen 'n klein weitje. Paalden dat met veel moeite af met draad
er langs. Om dan weer weg te moeten. Ook het 'uitbreken' bleef een probleem. Hoeveel nachten
heb ik angstig wakker gelegen, of opgezeten of uren, ja dagen naar uitgebroken pony's gezocht.
En 't sjouwen met hooi en bieten in regen en sneeuw, naar bijna onbereikbare weilanden, jaar in
jaar uit in 'n wrak van'n auto, omdat je geen geld hebt voor goed materiaal. We leefden eerst jaar
in jaar uit van fl 4.000,- netto per jaar tot 1968. Wel groeide het pony-bestand van zes tot dertig.
Daar zorgden onze merries wel voor en ik wilde alleen goed verkopen, want we moesten 'n eigen
boerderijtje zien te kopen. De huurbaas wilde zelf in onze huurboerderij en voor ponybezitters
gelden geen pachtwetten. (Trouwens alle kleine boeren moeten altijd weg, dat is het hele beleid,
dus 'n proces, uit wanhoop door ons gevoerd, verloren we). Midden in de winter moesten we
binnen 'n maand eruit. Ik was alleen en moest alles verhuizen naar 'n bouwval, die we in de
Belgische voerstreek goedkoop hadden kunnen kopen, waar we 15 pony's voor hadden verkocht.
Het was vinnig koud en ik stookte tot diep in de nacht de open haard tijdens de verhuizing hoog
op. Ik was die eerste nacht niet naar bed gegaan maar besloot me door de ergste rommel heen te
werken. Terwijl ik boven met de bedden bezig was vloog toen beneden de boel in brand. Alles in
de keuken in lichterlaaie. Geen water, niets dan laaiende vlammen om me heen. Ik liep door de
brandende plastic zakken. Wat kon ik doen? Hulp roepen had daar weinig zin. Ik greep 'n emmer,
gooide de keukendeur open, waardoor de brand nog erger begon te loeien, smeet de deur achter
me dicht, pakte water bij de bron, rende terug en smeet 'n emmer tussen de brandende koffers en
http://www.purepage.com Previous page Top Next page