De Bonte Was, VROUWENWERK, Amsterdam 1975
38
over en Alice ook, toen ze thuis kwam. De stemming waarin
ze weg ging was heel erg veranderd, met name was zij on-
gerust over wat Ben en ik samen beleefd zouden kunnen hebben.
Ik ben er een lange tijd niet weer terug gekomen, ook niet
voor de gezelligheid die we vroeger toch samen hadden. Later
heb ik het met een redelijke boosheid met haar uitgepraat,
hoewel uitgepraat: ze ontkende haar uitlatingen van vóór
haar uitstapje. Dus met die vriendschap was vooreerst ook
niet veel meer te beginnen.
En toen kwam die zaak met Paul en Annie. Die woonden in een
ruim huis in Noord met drie kinderen en zo nu en dan ging ik
er een gezellig babbeldagje heen. En had er verschillende
keren 'n zaterdagavond opgepast. Op een avond kwam Paul heel
opgewekt en vrolijk vertellen, dat Annie dolgraag voor een
dag of vijf naar haar moeder in Friesland wilde. En wat een
pret wij zouden hebben, het huis en het bed voor ons alleen.
En konden we vanavond alvast maar niet aan de voorpret be-
ginnen. Deze keer had ik het met mijn eerste uitleg makke-
lijk. Paul zijn voorstelling van zaken lag zo anders dan de
mijne, en hij was zo duidelijk, dat ik ook duidelijk en
beslist nee kon zeggen. Ondertussen b1eek, dat hij mijn
duidelijke afwijzing van zijn pret maar niet au serieux kon
nemen en maar bleef geloven, dat als ik maar eenmaal dáár
was, in de geschetste situatie, hij wel winnen zou. Ik be-
gon bezorgd te worden over de nachten met zijn onbegrip
voor mijn afwijzing en zijn veel grotere lichaamskracht.
Dus ik zei, dat ik niet kwam. Jammer voor Annie, ze moesten
maar iemand anders zoeken, ik kwam niet. Paul werd niet
boos, dat viel dan nog mee. Maar toen bleef het probleem,
dat Annie niet mocht weten, waarom ik niet kwam. Kortom,
ik wendde hoofdpijn voor of een andere afspraak, maar
Annie geloofde mij niet en was erg kwaad, dat ik haar in
de steek liet, terwijl zij altijd zo goed en hartelijk
voor me geweest was.
Toen begreep ik, dat ik met dat soort werk alleen maar
kans liep vrienden te verliezen. 'Iedereen' was erop gaan
rekenen dat ik kwam, ongeacht andere afspraken. (o ja, er
is ook nog boosheid, bijna ruzie ontstaan, omdat ik een be-
paald weekend al aan een ander gezin had toegezegd en ik de
eerste afspraak vóór liet gaan en de tweeds-komende dat ei-
genlijk niet wou nemen.)
Ondertussen had de buitenwereld, die niet direkt betrokken
was, ook konnnentaar gegeven. Een heel enkele vrouw had het
goedgekeurd, letterlijk iedereen vond, dat ik er niet mee
door kon gaan, ik deed mezelf tekort (maar wat had ik an-
ders?) en er was ook over gesneerd: dat zat dan in de hoek
van 'niet verdienen' en 'maar makkelijk voor die mensen'
voor wie ik het deed. En dan was er ook nog een reaktie,
die 'er niet was', en dat was het net doen, alsof ik deze