De Bonte Was, VROUWENWERK, Amsterdam 1975
33
ik even de tijd om de krant te lezen. Als manlief dan thuis
kwam ging ik gauw overeind zitten. Dit schuldgevoel ben ik
mij bewust geworden doordat de kinderen mij daar op attent
gingen maken, zo van als papa thuis komt ga je gauw recht
op zitten. Ik probeer nu mijzelf te blijven en heb gemerkt
dat wanneer je jezelf emancipeert je gezin daarin ook mee-
gaat. Ze gaan dan de dingen veel reëler zien.
Wij zijn nu zover, dat ik af en toe mijn man zie lopen met
een stofdoek. Vroeger zei hij vaak, je mag dit of dat wel
eens schoonmaken. Nu doet hij het dikwijls zelf en dat wordt
stilzwijgend toegestaan. Alleen stofdoeken uitslaan doet hij
niet, die worden zo weer opgeborgen, het zal niet in zijn
hoofd opkomen dat die dingen ook uitgeslagen moeten worden,
zoiets zal een vrouw toch niet gauw doen. Ook zie ik vaak
mijn man met zijn zakdoek over iets heen wrijven. Welke vrouw
zou zoiets in haar hoofd halen? Ik zeg altijd wat mannen met
hun handen schoonmaken, maken ze met hun achterste weer vuil.
Mijn man weet nu ook hoeveel de kinderen gaan vergen vooral
als ze wat ouder worden en wat er van je verwacht wordt als
huisvrouw. Hij zegt vaak, ik zou voor geen prijs met je
willen ruilen, jij hebt het veel drukker dan ik overdag.
De vraag is alleen zou ik met hem willen ruilen...
Ik mag niet klagen over enig begrip en hulp van mijn man
in het huishouden. Vaak denk ik zelfs dat hij het af en toe
wel leuk vindt om een handje te helpen, ofschoon hij nooit
zal koken, of lekkere borrelhapjes klaar zal maken, zoals
ik dat wel bij verschillende kennissen wel zie gebeuren.
Nu is het zo, wanneer wij visite krijgen het dus extra
druk is met heen en weer lopen met kopjes ed. naar de keu-
ken en weer naar de kamer. Wanneer de avond vordert, en
mijn man lekker zit te kletsen en zich dan echt in zijn
element voelt en geniet van de lekkere dingen die hij naar
binnen werkt, zegt hij opeens tegen mij als ik weer eens
uit de keuken kom: Ga je lekker, moet ik je even helpen?
Bij voorbaat wetend dat ik ook al jaren zeg: nee hoor, blijf
maar zitten, uit angst voor de visite dat ze zullen zeggen
een man hoort niet in de keuken of die man is een mietje of
ik heb de broek aan. Maar altijd voelt iemand van de vrouwe-
lijke gasten zich geroepen zich dan genoodzaakt om te zeg-
gen ik help je wel even. Wat ik op dat moment helemaal niet
verplicht vind want als huisvrouw moet je je alleen kunnen
redden, zo spreekt mijn schuldgevoel. Maar in mijn hart denk
ik dan dat ik toch liever heb dat mijn man mij komt helpen.
Tot het mij op een keer begon te vervelen en ik mij 's avonds
had voorgenomen na het gezegde van mijn man te zeggen: ja
dat is goed kom maar even. Maar wat er toen gebeurde, daar
had ik totaal niet op gerekend; hij keek iedereen even
glimlachend aan en zei toen: wat moet ik dan voor je doen?
Woedend was ik natuurlijk en weer stond een vrouw op en zei: