De Bonte Was, VROUWENWERK, Amsterdam 1975
44
maar ik verdien goed en toen ik nog hele dagen werkte had
ik zo weinig tijd dat ik enerzijds geen geld uitgaf aan
leuke dingen, en anderzijds meer geld moest uitgeven, bijv.
aan eten (veel in restaurants eten).
Maar het fijnste is dat ik weer kontakt met mezelf heb, weer
wat voel. En de tijd die ik nu méér heb, die is voor mezelf
en voor de mensen van wie ik hou en voor aktiviteiten die ik
leuk en/of belangrijk vind.
De wet van Sullerot
Er zijn van die typies vrouwelijke beroepen: verpleegster, bejaardenverzorgster, typiste,
tandartsassistente, secretaresse, informatrice, receptioniste, telefoniste, cassière, werkster,
monteuse van fijnmechanische onderdelen, kleuterleidster.
Ze zijn vrouwelijk omdat vrouwen zo goed kunnen zorgen, zo goed aanvoelen wanneer er
geholpen moet worden, zulke precieze en fijngevoelige vingers hebben, zich zo nauwgezet
kunnen konsentreren op één aktiviteit. Tenminste, dat is ons verteld.
Dan zijn dus tandarts, horlogemaker, accountant, pedagoog, chirurg, psycholoog en
computerprogrammeur ook typies vrouwelijke beroepen. Maar dat gaat niet op. Dat zijn
mannenberoepen. Niet omdat vrouwen er geen aanleg, verstand, doorzettingsvermogen,
ambitie voor hebben. Het zijn beroepen die prestige en geld opleveren. En in zulke beroepen
worden vrouwen nauwelijks toegelaten. Ze worden alleen toegelaten als ze stukken beter zijn
dan de mannelijke kandidaten en als ze niet al teveel belemmerende eigenschappen hebben,
zoals het getrouwd zijn, een man die niet deugt of kinderen hebben of kunnen krijgen.
Binnen de typiese vrouwenberoepen vind je niet alleen maar vrouwen. Het peuter- en
kleuterwerk is grotendeels van vrouwen. Aan het hoofd van een opleidingsschool voor
kleuterleidsters staat meestal een man. Het bejaardenwerk is grotendeels van vrouwen.
Direkteuren staan aan het hoofd van de tehuizen. Het bestuur bestaat in ieder geval uit
mannen. Het 'werksterschap' is vrouwelijk. Schoonmaakbedrijven zijn van mannen, vrouwen
doen het eigenlijke werk. En mannelijke gastarbeiders, zolang ze het tenminste niet kunnen
afschuiven: in het ziekenhuis waar ik werk bestaat de schoonmaakploeg uit Turkse vrouwen.
Binnen de vrouwenberoepen worden de plaatsen waaraan prestige en geld ontleend kunnen
worden ingenomen door mannen. Een mooi voorbeeld daarvan zijn de sekretaris en de
kassier. Bij die twee denkt men niet eens aan vrouwen, hoewel sekretaresse en cassière zulke
typische vrouwenberoepen zijn. Een sekretaris heeft dan ook een hoge funktie bij overheid of
bedrijfsleven; een kassier zit bij een groot bankbedrijf. Vroeger waren er alleen maar
sekretarissen en kassiers. Maar toen het beroep verambtelijkte, d.w.z. toen het een degelijk
vastomlijnd beroep werd met een vast salaris, met duidelijk omschreven
promotiemogelijkheden, toen het dus veel minder spannend werd, werden vrouwen
toegelaten. De hoogste posten bleven van de mannen.
Met vroedvrouwen is het andersom gegaan. Het ligt nogal voor de hand dat vrouwen elkaar
helpen met kinderen baren. Het vroedvrouwschap is dan ook door de eeuwen heen een typies