De Bonte Was, VROUWENWERK, Amsterdam 1975
70
BESLISSINGSVRIJHEID
De oudste zoon had er weer eens een potje van gemaakt en
werd geïrriteerd, overdreven en onbehoorlijk gestraft met
niet meer op school te mogen komen, terwijl hij wel was
overgegaan naar de eindexamenklas. Als hij dat aan zijn va-
der vertelt, reageert die daar op met dat hij het zat is
met hem en dat hij hem gaat opgeven voor de militaire dienst,
daar is hij nu oud genoeg voor. Ondertussen, met pijn in
mijn buik, telefoneer, schrijf, bezoek ik voor elkaar, dat
Duco voorwaardelijk op een andere school mag komen. Maar het
is onoverzichtelijk en ongelofelijk, wat een vader, zelfs
als die geen voogd is, nog vermag bij wet of gewoonte en ik
moet dus met hem praten, vóór Duco door pa ingeschreven
raakt in de militaire registers, waarvan ik ook al niet weet
hoe ik hem daar weer uit moet krijgen, ook als de aangifte
onterecht zou zijn geweest. Dus ik moest ook snel met de va-
der praten, snel, vóórdat die zijn plan in een daad had om-
gezet. Hij wilde geen gesprek, maar met behulp van een
vriendin van mij, raakten we inderdaad in één ruimte teza-
men, waarin we tot praten kwamen. Nou ja, praten, eerst was
het meer schelden, toen vertelde ik hem, hoe de zaken nu
stonden en hoe ik het geregeld had en dat hij ontaard zou
zijn, als hij nu nog met een daad, tegen zijn zoon gericht
tussenbeide zou komen. Onverwacht kwam mijn geweldig moment.
We waren allebei al wat bedaard en toen zei hij: 'Als je
maar niet denkt, dat ik er een cent aan mee betaal.' En ik
kon zeggen. met een gevoel van kracht en trots, dat haast te
groot was voor mijn lichaam 'Vraag ik je soms om geld? Ik
vraag je niet om geld.'
GELD OP ZAK
Eigenlijk heb ik de pest aan geld. Systematies maak ik dan
ook alle papieren die ook maar iets met geld te maken heb-
ben zoek. Niet dat dat erg handig is. Wat je namelijk al
gauw merkt als je onderdeel geworden bent van de geldwereld -
als je dus een eigen inkomen hebt met A.O.W., met loonbelas-
ting en wat al niet -is dat je er dan echt bij hoort en dus
ook echt mee moet doen. Ik heb dan ook meer de pest aan al-
le rompslomp die geld met zich meebrengt, dan aan het geld
zelf. Daar ben ik - als ik er goed over nadenk - eigenlijk
best tevreden mee.
Ik weet nog van vroeger dat ik er elke week moeite mee had
om zakgeld te vragen. Zo'n gevoel van: 'waarop baseer ik
het recht op geld?' Mijn vader dacht daar klaarblijkelijk