De Bonte Was, VROUWENWERK, Amsterdam 1975
73
Ik heb alsmaar 'werknemer' gezegd en niet 'arbeider' omdat deze dingen niet alleen voor de
mannen aan de lopende band opgaan, maar voor bijna iedereen die in loondienst is (dus bijv.
alle kantoorpersoneel), ook voor degenen die meer verdienen dan het minimumloon dat nodig
is om in leven te blijven.
Werk is zo georganiseerd dat de mensen die het meeste geld verdienen toezicht houden op het
werk van degenen die onder hen zitten, zodat iedereen gekontroleerd wordt door iemand die
meer belang bij het systeem heeft dan hijzelf. De meeste 'werknemers' hebben het zo druk
met hogerop te komen en zo meer geld en meer ondergeschikten te krijgen dat van een
gezamenlijke 'arbeidersstrijd' niet veel terecht komt.
In deze toestanden belanden vrouwen die buitenshuis gaan werken.Ze hebben het voordeel
boven de vrouwen die voor één man werken dat ze geld krijgen voor hun werk en dat ze
misschien op hun werk met andere vrouwen zijn, waarmee ze samen kunnen vechten tegen de
onderdrukking. (Samen met je mannelijke kollega's tegen de onderdrukking vechten komt er
waarschijnlijk weer op neer dat je ze moet verzorgen terwijl zij vechten voor de verbetering
van hun positie, dus daar zou je niet veel mee opschieten).
Maar voor dat gezamenlijke gevecht, de solidariteit, bestaan dan heel wat belemmeringen.
Vrouwen worden als werknemers verdeeld door het mannelijke verdeel- en heerssysteem van
prestige, geld en ondergeschiktheid. En daar komt het verdeel-en-heers van de mannen ten
opzichte van de vrouwen onderling nog bij: de konkurrentie van getrouwde en ongetrouwde
vrouwen, mooie en lelijke, oude en jonge, trutten en sletten, om de goedkeuring door De
Man, waaraan vrouwen prestige en zelfrespect ontlenen. Want vrouwen geloven, zelf in de
beelden die mannen van vrouwen hebben gemaakt om ze ondergeschikt te houden, want ieder
vrouwenstereotiep vertegenwoordigt op zijn hoogst een half, dus onvolledig en weerloos
mens. En vrouwen zijn genei.gd elkaar met die stereotiepen bitter te bestrijden.
Hiermee kunnen we alleen ophouden als we genoeg zelfrespekt hebben - bijv. omdat we
begrijpen hoe belangrijk en onmisbaar we zijn - om samen de strijd te beginnen. Dan leren we
vanzelf zien dat we geen belang hebben bij al die mannenverdelingen, dat het beter en
bovendien leuker is om ze te overwinnen. We verliezen ons respekt voor de superioriteit van
mannen, en we krijgen het zelfvertrouwen dat nodig is om de dingen op onze eigen manier te
doen. Dat is de 'klassenstrijd' voor de vrouw, want behalve met de sociale klassen (de
tegenstellingen tussen de mannen), hebben wij vrouwen in de allereerste plaats te doen met de
man-vrouw-tegenstelling.
BEROEPSKEUZE
En toen ze vroegen wat ze later wilde worden
zei ze 'Graag invalide' en zag zich al,
benen onbewegelijk in bruin-geruite plaid
door toegewijde man en bleke zonen
voortgeduwd, geen zegel zelf te plakken,
geen brief te schrijven, geen reis te maken.
Dan zou ze eindelijk echt vrij zijn
zo treurig kijken als ze wou, in winkels
voor haar beurt gaan, bij optochten