De Bonte Was, VROUWENWERK, Amsterdam 1975
71
net zo over want iedere 'misstap' van mijn kant werd gevolgd
door het niet uitkeren van zakgeld. Later, toen ik ging stu-
deren, was ik dan ook heel blij dat mijn vader te weinig
verdiende om mijn studie te kunnen betalen. Ik kreeg dus een
studietoelage; bestemd voor mij alleen. Ik kon eindelijk
zelf gaan beschikken over geld, in ruil voor bepaalde studie-
verrichtingen (maar dat is niet zo erg, omdat je dat ook
zelf voor een groot deel in de hand hebt).
En nu werk ik (studeren is natuurlijk ook werken, en als
kind op school zitten ook, maar zo bekeek ik het vroeger
niet, jammer genoeg. Hoewel zo'n analyse mijn vader waar-
schijnlijk niet bewogen had om dan toch maar zakgeld te ge-
ven) en elke maand is er geld. Belangrijk is dat je je daar
helemaal geen zorgen meer over hoeft te maken. Goed, er zijn
van die dingen die je in je werk niet moet doen: ik zit in
het onderwijs en het enige wat je daar, als je je vaste aan-
stelling hebt, niet mag doen is 'een leerling seksueel bena-
deren.' Daar heb ik ook niet zo'n zin in en mijn inkomen is
dus verzekerd. Het prettige vind ik dat ik daardoor - naast
de vaste lasten - voor 'n groot deel mijn leven kan inrich-
ten zoals ik dat wil. Soms geef ik ontzettend veel geld uit
aan lekker eten en drank (ik moet het dan daarna minstens
een week rustig aan doen, want ik werk parttime en verdien
dus niet zo heel erg veel maar dat 'het rustig aan doen'
heeft ook zo z'n spannende kanten). Dan verzin ik opeens
dat het best leuk is om die of die een kadootje te geven.
Of ik kom een heel goed boek tegen. En als ik uitgekeken ben
op de kleur van mijn kamer kan ik zo maar potten verf en
kwasten kopen.
Nu geloof ik wel dat dit helemaal niet zó wereldschokkend is.
Maar het feit dat ik als ik er zin in heb voor mezelf of
voor anderen geld kan uitgeven geeft me toch best een gevoel
van vrijheid.