Navigation bar
  Print document Start Previous page
 4 of 19 
Next page End 1 2 3 4 5 6 7 8 9  

Charlotte Perkins Gilman, Het gele behang (1892). Nederlandse vertaling, De Bonte Was, 1977
4
De kleur is stuitend, bijna walgelijk, een walmend vies geel, vreemd
verschoten in het langzaam ronddraaiende zonlicht.
Het is een dof maar toch luguber oranje op sommige plaatsen en op andere
van een ziekelijke zwavelkleur.
Geen wonder dat de kinderen er een hekel aan hadden! Ik zou het zelf gaan
haten als ik lang in deze kamer zou moeten wonen.
Daar komt John, en ik moet dit wegstoppen, hij wil beslist niet dat ik een
letter op papier zet.
We zijn hier nu twee weken en ik heb verder nog geen behoefte aan
schrijven gehad, sinds die eerste dag.
Ik zit nu bij het raam, boven in deze afgrijselijke kinderkamer, en er is niets
dat me kan beletten zoveel te schrijven als ik wil, behalve zwakte.
John is de hele dag weg, en soms zelfs 's nachts, als hij ernstige gevallen
heeft.
Ik ben blij dat mijn geval niet ernstig is!
Maar deze nerveuze moeilijkheden zijn wel vreselijk deprimerend. .
John weet niet hoeveel ik werkelijk lijd. Hij weet dat er geen reden is te
lijden, en dat is voor hem voldoende.
Natuurlijk is het alleen nervositeit. Het bedrukt me zo, dat ik tekort schiet in
al mijn plichten!
Ik wilde John zo goed helpen, zo'n echte steun en toeverlaat voor hem zijn,
en nu ben ik hem al behoorlijk tot last.
Niemand zou willen geloven wat een inspanning het is om het kleine beetje
te doen wat ik doe - me aankleden, ontvangen en opdrachten geven.
Het is een geluk dat Mary zo goed is met de baby, zo'n lief kind!
En toch kan ik niet bij hem zijn, het maakt me zo zenuwachtig! 
Ik neem aan dat John nooit in zijn leven zenuwachtig is geweest. Hij lacht
me zo uit om dat behang.
Eerst wilde hij de kamer wel opnieuw laten behangen, maar later zei hij dat
ik me erdoor liet meeslepen en dat niets slechter was voor een nerveuze
patiënt dan aan zulke verzinsels toe te geven.
Hij zei dat, als er iets aan het behang zou worden gedaan, dat het daarna het
zware ledikant zou zijn, en dan de getraliede ramen, en dan het hek
bovenaan de trap, en zo voort.
'Weet je het doet je goed hier te zijn', zei hij, 'en ik heb er echt geen zin in
het huis op te knappen nu we het maar voor drie maanden gehuurd hebben'.
'Laten we dan naar beneden gaan', zei ik, 'daar zijn zulke leuke kamers! '
Maar hij nam me in zijn armen en noemde me een lief kuikentje en zei dat
hij wel naar de kelder zou willen verhuizen, als ik dat wou, en hem laten
witten op de koop toe.
Maar hij heeft gewoon gelijk over de bedden en de ramen en zo.
De kamer is zo fris en geriefelijk als je maar kunt wensen en natuurlijk ben
ik niet zo flauw hem om een gril last te bezorgen.
http://www.purepage.com Previous page Top Next page