Navigation bar
  Print document Start Previous page
 6 of 19 
Next page End 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11  

Charlotte Perkins Gilman, Het gele behang (1892). Nederlandse vertaling, De Bonte Was, 1977
6
Het behang is, zoals ik al zei, op bepaalde plaatsen van de muren getrokken,
terwijl het zich vaster klampt dan een broer - ze moeten behalve haat ook
uithoudingsvermogen gehad hebben.
De vloer is gekrast en gekerfd en versplinterd, de pleisterkalk is er hier en
daar af en dit grote zware bed, alles wat we in de kamer hebben gevonden,
ziet er uit of het oorlogen heeft overleefd.
Maar dat kan me allemaal niets schelen - alleen het behang.
Johns zuster komt eraan. Zo'n lief meisje, en zo zorgzaam voor me! Ik moet
zorgen dat ze me niet schrijvend aantreft.
Ze is een volmaakte en enthousiaste huishoudster en ze vindt dat het
mooiste beroep wat er is. Ik geloof echt dat ze denkt dat schrijven me ziek
maakt!
Maar ik kan schrijven als ze uit is en kan haar al van verre zien aankomen
vanuit deze ramen.
Er is er één dat over de weg uitkijkt, een prachtig beschaduwd kronkelend
pad, en één dat over de velden uitkijkt. De velden zijn ook prachtig, met
veel hoge iepen en fluwelige weiden.
Dat behang heeft een soort onderpatroon in een andere tint, een bijzonder
irriterend patroon, want je kunt het alleen zien bij een bepaalde belichting,
en dan nog niet duidelijk.
Maar op plaatsen waar het niet is verbleekt en waar de zon er juist zo op
schijnt - ik kan een vreemd, uitdagend, vormeloos soort figuur zien, dat lijkt
rond te sluipen achter dat rare en opvallende hoofdpatroon.
Johns zuster op de trap!
Zo, 4 juli is voorbij! Iedereen is weg en ik ben doodmoe. John dacht dat wat
mensen om me heen me goed zou doen, dus moeder en Nellie en de
kinderen zijn een week geweest.
Natuurlijk deed ik helemaal niets. Jennie zorgt nu voor alles.
Maar ik werd er toch doodmoe van. 
John zegt dat als ik niet wat sneller opknap hij me in de herfst naar Weir
Mitchell zal sturen.
Maar daar wil ik helemaal niet heen. Een vriendin van me is eens bij hem
onder handen geweest, en zij zegt dat hij precies zo is als John en zijn broer,
alleen nog erger!
Afgezien daarvan, het is een hele onderneming zo ver weg te gaan.
Ik heb niet het gevoel dat het de moeite waard is om me ergens voor in te
spannen en ik word verschrikkelijk kribbig en ruzieachtig.
Ik huil om niks en ik huil het grootste deel van de dag.
Natuurlijk doe ik het niet als John er is, of iemand anders, maar als ik alleen
ben.
En ik ben juist nu veel alleen. John wordt vaak in de stad vastgehouden door
ernstige gevallen, en Jennie is zoet en laat me alleen als ik dat wil.
Ik wandel dus wat in de tuin of langs die beeldige laan, zit op de veranda
onder de rozen en lig een groot deel van de dag hier op bed.
http://www.purepage.com Previous page Top Next page