Navigation bar
  Print document Start Previous page
 75 of 163 
Next page End Contents 70 71 72 73 74 75 76 77 78 79 80  

MISDADEN TEGEN DE VROUW
, Tribunaal Brussel 1976. Diana Russell & Nicole Van de Ven, 1977
Nederlandse vertaling, De Bonte Was, Amsterdam 1977
75
praten over te halen, maar kwam niet verder dan één zin. Opeens begon hij me te slaan. Ik begon
te huilen. Hij wurgde me half en kreeg het voor elkaar mijn kleren uit te trekken, waarna hij me
verkrachtte. Naderhand vertelde hij me: 'Nou heb ik 15 francs (ongeveer 10 gulden) verdiend.' De
anderen kwamen de kamer binnen en daarna bleef ik alleen achter met een tweede jongen, die
me ook verkrachtte. Toen hij wegging stond hij zijn plaats aan een derde af. Tussen de tweede en
de derde verkrachting probeerde ik m'n kleren bij elkaar te rapen, maar de anderen hadden die
meegenomen. Na de derde verkrachting lukte het me, naakt, de gang op te rennen. Ik ging naar
m'n eigen kamer, maar ze kwamen achter me aan en duwden me op het bed. Ik begon te gillen.
Eén van de buren hoorde dat en schreeuwde door de muur heen: 'Als jullie niet ophouden, roep ik
de politie'. Ik gilde terug: 'Doe 't dan, doe 't dan!'. Toen werden die jongens bang en gingen er van
door.
Verkrachting is allereerst de ontkenning van iemands bestaan. Na de verkrachting word je nog
eens moreel verkracht in naam van de wet. Het verhoor, het moeten herhalen van de kleinste
details, maakt je vreselijk overstuur. Een verkrachte vrouw wordt gedwongen te bewijzen dat ze
verkracht is en vervolgens worden die bewijzen tegen haar gebruikt. Het feit dat je letsel in je
vagina hebt opgelopen wordt alleen maar beschouwd als het resultaat van gewone seks - 'een
beetje ruw, maar volkomen normaal'. 'Een vrouw kan niet verkracht worden', beweerde mijn
rechter. Van mijn aanklacht is op het politiebureau zelfs nooit proces-verbaal gemaakt. Alleen van
diefstal of mishandeling wordt werk gemaakt. Ik werd onderzocht door een arts die er helemaal
geen zin in had en niet goed notitie van me heeft genomen. Hij zag dat ik geslagen was en schreef
alleen maar op 'sporen van verkrachting'. Omdat ik pijn had, ging ik naar mijn gynaekoloog, die
verwondingen bij me konstateerde, hoewel het al een tijdje na de verkrachting was. Tijdens de
verkrachting ben ik me niet van fysieke pijn bewust geweest. Wat ik het sterkst voelde was die blik
in zijn ogen die mijn bestaan als menselijk wezen volledig ontkende. Ik had geen eigen
persoonlijkheid meer. Ik was alleen een objekt, zijn objekt. 
De politie begrijpt niet waarom een verkrachte vrouw geen bovenmenselijke weerstand en stoï-
cijnse kalmte toont, tijdens de verkrachting en ook daarna. Bij het verhoor hebben we niet het
recht over onze toeren te raken. Als een vrouw overstuur is, komt dat volgens de politie omdat ze
liegt en niet omdat ze een traumatiese ervaring heeft moeten doormaken.
Voor mezelf had ik vaak de neiging om de hele zaak maar op z'n beloop te laten om niet door
erover te praten die ervaring weer te moeten doormaken. De politie behandelt het als een aan-
klacht over een louter fysieke daad. Maar voor mij bestaat verkrachting niet uit een fysieke daad,
maar uit de bedoeling 'van de verkrachter. Het is een daad waarvan de gevolgen ook na afloop
van de zuiver fysieke daad doorwerken. De justitie is niet bereid het probleem op te lossen.
Daarom beschuldig ik alle rechtbanken die verkrachtingszaken behandelen.
Wij hebben de moed niet op eigen kracht de politie en de rechter het hoofd te bieden. Daarom doe
ik een beroep op de solidariteit van vrouwen onder elkaar. Alleen zou ik nooit in staat zijn geweest
een aanklacht in te dienen en het allemaal vol te houden tussen al die mannen - mannelijke
politieagenten, mannelijke artsen en mannelijke rechters. 
Getuige 2: Frankrijk
Ik ben door mijn vaders beste vriend verkracht toen ik 14 jaar was. Mijn vader was kort daarvoor
overleden. Die ervaring was een trauma voor me, niet alleen om de verkrachting zelf, maar vooral
omdat het de bezegeling was van het gevoel dat ik had door mijn ouders afgewezen te zijn en van
het tekort aan liefde in ons gezin. Naderhand ging ik me vreselijk schuldig voelen. Die man gaf mij
de schuld. De volgende ochtend noemde hij me een teef, een hoer, een kleine slet, enz. enz. Toen
ik erover probeerde te praten, toen ik probeerde te vertellen wat er met me gebeurd was, kreeg ik
van anderen dezelfde verwijten te horen. Ze zeiden dat als het waar was, als dat echt met me
gebeurd was, dat ik dan natuurlijk begonnen was. Het kwam er dus op neer dat ik of de schuldige
was, of ze weigerden absoluut de situatie onder ogen te zien. Omdat ik me in die tijd zo volledig -
afgewezen voelde, had ik het gevoel geen andere keus te hebben dan fysiek of psychies dood te
gaan. Jarenlang leed ik verschrikkelijk onder deze ervaring. Pas op mijn 18e was ik weer in staat
http://www.purepage.com Previous page Top Next page