Navigation bar
  Print document Start Previous page
 79 of 163 
Next page End Contents 74 75 76 77 78 79 80 81 82 83 84  

MISDADEN TEGEN DE VROUW
, Tribunaal Brussel 1976. Diana Russell & Nicole Van de Ven, 1977
Nederlandse vertaling, De Bonte Was, Amsterdam 1977
79
gebeurtenissen waarvan zij het slachtoffer is geweest. Het beste bewijs is nog altijd de dood of
uitscheuring van de vagina!
Wil er een verkrachting hebben plaatsgevonden, dan moet er aan de volgende voorwaarden zijn
voldaan: 
I. Je moet minstens één keer om hulp hebben geroepen.
2. Je moet tijdens de hele mishandeling dezelfde mate van weerstand hebben geboden.
3. Je moet in een weerloze staat gevonden worden (bijv. met je handen en voeten gebonden).
4. Je moet een getuige hebben gehad. 
Het feit dat je nog in leven bent is op zichzelf al een bewijs van instemming. Slaag, beledigingen,
gewelddadige behandeling van andere delen van je lichaam worden geen van alle aanvaard als
bewijs van verkrachting. Maar wat we hebben meegemaakt is verkrachting, wat zo veel meer is
dan de ongewilde penetratie door het seksuele orgaan van een man.
Onmiddellijk nadat we verkracht waren gingen we naar het politiebureau. 'Willen jullie een aan-
klacht indienen? ' werd ons gevraagd. 'Ja!' zeiden we. De gerechtelijke procedure kwam langzaam
op gang. Het was zes uur 's ochtends. We werden naar het ziekenhuis gestuurd. In het ziekenhuis
werd er nauwelijks naar ons geluisterd. We werden van de ene afdeling naar de andere gestuurd.
Tenslotte weigerden we nog een stap te verzetten en zakten op een stoel in elkaar. Na anderhalf
uur werd er een bed voor ons gevonden. Toen kwam er een dokter met z'n co-assistenten en hij
liet hen zien hoe je een rapport moest opstellen: 'Je moet voorzichtig zijn met de justitie',
adviseerde hij, 'later kunnen ze het je lastig maken'. Toen hij ontdekte dat we geen maagd meer
waren, zei hij dat het helemaal niet zo erg was wat we hadden meegemaakt. Gelukkig kwamen er
drie vrouwelijke artsen opdagen. Binnen vijf uur na de verkrachting maakten ze een vaginaal
uitstrijkje. Als je langer wacht, kan de aanwezigheid van sperma niet meer worden vastgesteld.
Laboratoriumproeven wezen uit dat er sperma aanwezig was, maar als bewijs was dat nog niet
genoeg. Bij één van ons kwam de menstruatie eerder vanwege de schok en de ander was
zwanger en moest een abortus laten uitvoeren, maar zelfs deze feiten waren niet voldoende.
De volgende dag verschenen we voor de rechter - een afschuwelijke vrouw, koel, beledigend en
agressief. De vragen die ze stelde zijn typerend voor de manier waarop men vrouwen in de val wil
laten lopen. Bijvoorbeeld: 'Wil je verder leven?' vroeg ze, 'Hecht je waarde aan je leven?'. We zei-
den niets. 'Kom op, ik heb haast, ik heb geen tijd te verdoen. Ja of nee? '. 'Ja, ik wil verder leven.
Ik hecht waarde aan mijn leven', zeiden we alle twee. Deze simpele bevestiging vatte ze op als
bewijs van instemming. Voor haar betekende het dat we ons liever zouden blootstellen aan fysiek
geweld dan ons leven in de waagschaal stellen. Bovendien werd het feit dat we homoseksueel
waren door het hof uitgelegd als een uitdaging en als een extra belediging voor de mannelijkheid
van die drie kerels. Voordat we de rechtszaal binnengingen, probeerde de vader van één van de
mannen ons in de wachtkamer af te kopen. Hij bood ons geld aan als we onze mond zouden
houden. Hij zei dat zijn zoon de buitenlucht nodig had en last had van zijn zenuwen. Zijn zoon zou
voor de rechter bijgestaan worden door mr. Floriot, één van Frankrijks drie beroemdste advokaten
en een 'huisvriend', zei hij om ons te intimideren. 
T.: In september 1975, een jaar nadat we verkracht waren, was onze aanklacht wegens verkrach-
ting teruggebracht tot een geval van mishandeling, wat inhield dat we voor het laagste
rechtscollege moesten verschijnen. We stelden dat dit niet bevoegd was ons te verhoren. Onze
vrouwelijke advokate weigerde voor ons te pleiten, aangezien het feit dat we verkracht waren niet
werd erkend. Drie weken later verklaarde het door een vrouw voorgezeten college zich niet
bevoegd en verwees onze zaak door naar een hogere instantie. Omdat dit zelden gebeurt,
betekende het een grote overwinning. De drie mannen, die het onderling zelfs niet eens konden
worden of wij op een gegeven moment nu wel of niet hadden ingestemd, gingen in hoger beroep.
Dit werd een maand geleden, in februari, in het Franse Aix-en-Provence behandeld en we wonnen
opnieuw. De beroepsrechter erkende dat we verkracht waren en verwees de drie mannen naar het
assizenhof, waar de zaak over een paar maanden eindelijk voor zal komen.
Deze overwinningen hebben we te danken aan de solidariteit van vrouwen uit veel landen in
Europa en daarbuiten, die telegrammen en petities gestuurd hebben en bij al onze verhoren tot nu
toe in de rechtszaal aanwezig zijn geweest. Zonder deze vrouwen, zonder hun steun zouden we
nooit genoeg afstand van deze verkrachting hebben kunnen nemen om er nu tegen jullie over te
kunnen praten. Wat valt er uit onze ervaring te leren? In de eerste plaats dat de vrouw verant-
http://www.purepage.com Previous page Top Next page