MISDADEN TEGEN DE VROUW
, Tribunaal Brussel 1976. Diana Russell & Nicole Van de Ven, 1977
Nederlandse vertaling, De Bonte Was, Amsterdam 1977
77
Getuige 3: Frankrijk
Er zijn een aantal getuigenissen over verkrachting voorbereid, Maar het is niet alleen een kwestie
van getuigen, het gaat erom wat er op het ogenblik gaande is dat ons, Franse vrouwen, en naar ik
aanneem alle vrouwen hier aangaat. Ik heb het over bepaalde films die dit jaar zijn uitgekomen,
films die pornografies genoemd worden, 'luxe porno', dan wel te verstaan. In deze films wordt
gesuggereerd dat als je geëmancipeerd bent, je het leuk vindt geslagen te worden. Neem
bijvoorbeeld 'L'Histoire d'O'. De getuigenis die ik straks ga voorlezen leek ons veelbetekenend in
die zin dat wij, een groep vrouwen die samen deze afschuwelijke film zijn gaan zien, ontdekten dat
de persoon die de vrouw verkrachtte precies het plot van de film volgde.
De Franse afvaardiging op het Internationaal Tribunaal wil vooral een aanklacht indienen tegen de
dagelijkse daden van agressie van mannen tegen vrouwen op straat en in openbare gelegen-
heden. M., die niet bang was op straat, vertelt hoe ze een paar mensen tegenkwam die ze voor
vrienden aanzag, maar die haar met geweld onder handen namen:
Ik zat in een bar in Montparnasse waar ik wel eens vaker alleen kwam. Het was zo'n bar waar je
gemakkelijk kontakt maakt. Ik zat vlakbij een aantrekkelijk, vriendelijk stel dat met elkaar aan het
praten was en we knoopten een gesprek aan. Na een poosje gingen de vrouwen ik samen al pra-
tend naar het toilet. Ik vertelde haar over mezelf - dat ik een gewoon meisje was zonder proble-
men, afkomstig uit een gewoon milieu. Zij leek me een gecompliceerd 'artistiek' type, misschien
wel een schilder, en ik vertelde haar hoe sjiek ik haar vond. We liepen weer terug en het gesprek
kwam op allerlei interessante onderwerpen. Zij hadden het over het 'opnieuw uitvinden van de
wereld' en zeiden dat ze me nog eens hoopten te zien. Toen we weggingen nodigde ik hen uit bij
mij thuis wat te komen drinken. Ik vertelde dat de vrienden met wie ik samenwoonde misschien al
zouden slapen maar dat als we niet te veel lawaai maakten, het wel zou kunnen. 'Nee, hoor', zei-
den ze, 'laten we maar bij ons thuis wat gaan drinken'. Ik stemde toe en we stopten bij een winkel
om wat drank te kopen. Omdat ik geen auto had, beloofden ze me naderhand thuis te brengen. Ze
woonden in een luxueus apartement in een chique buurt. Toen we binnenkwamen, schonken ze
me wat te drinken in. De man deed terloops een paar toenaderinspogingen die ik af wees. Ik
voelde me niet op m'n gemak. Ik legde hen uit dat ik helemaal niet geïnteresseerd was in seksuele
toestanden. Maar hij tilde steeds de rok van zijn vriendin op. Toen deed hij het ook bij mij en ik zei
nadrukkelijk dat ik daar helemaal niets van moest hebben. Toen zoende hij die andere vrouw, ging
op de tafel zitten en begon met een boek te zwaaien. Opeens gaf hij me, met opzet plotseling om
me aan het schrikken te maken, een klap. Hij bonkte me met mijn hoofd tegen de muur, scheurde
mijn jurk stuk en sloeg me opnieuw. Ik pakte m'n spullen en rende schreeuwend om hulp het trap-
portaal op. Ik zocht naar de trap, maar hij had me gelijk weer te pakken. Hij greep me in m'n nek
en kneep er zo hard in dat de vrouw riep: 'Stop! Je vermoordt 'r'. Hij duwde me weer naar binnen
en deed .de deur op slot. Hij sloeg me opnieuw, met z'n riem en schopte me met z'n schoenen en
zei dat ik z'n slavin was, dat ik hem moest gehoorzamen en dat ik het later wel zou begrijpen. Ik
moest de vrouw van voren afzuigen, toen van achteren, en daarna kreeg ik weer een pak slaag.
'Dat moet je beter doen', zei hij, 'je brengt er geen steek van terecht'. Ik moest hem ook afzuigen,
terwijl hij me bleef slaan. 'Je kunt er helemaal niets van', zei hij, 'nu komt ze boven op jou'. De
vrouw zei: 'Nee, dat is walgelijk'. Hij belde een kennis op en gaf de hoorn aan mij. Het was een
vrouw. Ik vroeg haar wat ik moest doen. Ze vertelde me dat ik hem een paar keer moest slaan.
Toen ik protesteerde, mishandelde hij me twee keer zo erg. Ik vroeg: 'Wanneer laat je me gaan? '
Voor de zoveelste keer zei hij: 'Als ik dat beslis'. Daarna moest ik via de telefoon met een zekere
Paul praten, die hij gevraagd had de avond met ons te komen doorbrengen. Hij vertelde hem dat
ik geprobeerd had er vandoor te gaan en noemde dat heel bizar. 'Dat is voor 't eerst dat dat
gebeurt! ' zei hij. Die andere man antwoordde: 'Ga door. Ik breng m'n kettingen mee', en hij lachte.
Ik was doodsbang! Ik vroeg de vrouw. 'Hoe kan je zoiets goed vinden?'. 'Morgen zul je het
begrijpen', zei ze. Ik vroeg 'Kun jij zorgen dat ik hier weer uit kom? '. Ze hadden me helemaal
murw gemaakt door op m'n hoofd te slaan en plukken haar uit te trekken. Ik kon mezelf niet
verdedigen. Als ik me verzette, probeerden ze me te wurgen. 'Waarom "ik? ' Antwoord: 'Onze
keus is op jou gevallen'.