Navigation bar
  Print document Start Previous page
 4 of 11 
Next page End 1 2 3 4 5 6 7 8 9  

4
en rationeel gestuurd kan worden, zichzelf ondermijnt. Daardoor krijgen zo de arbeiders, die
door het systeem zelf in de gelegenheid zijn gesteld om zich te organiseren (omdat ze in
fabrieken zijn samengebracht) de kans de macht over te nemen.
Positie van vrouwen hierbij: kritiek.
Daarom moeten vrouwen volgens Marx en Engels allemaal het produktieproces in, dan
kunnen ze ook meedoen. Maar ze zeggen niet hoe je dat voor elkaar krijgt, want ze zeggen
ook dat ‘socialisering van de reproduktie’ - dat is dat de maatschappij de verzorgingstaken
van vrouwen overneemt - pas in een socialistiese samenleving mogelijk is.
IETS MINDER GROTE LIJNEN: DE GESCHIEDENIS
VAN HET KAPITALISME
De volgende vraag is hoe dat kapitalistiese systeem zichzelf dan stuurt. Het
sturingsmechanisme is door de 18e-eeuwse ekonoom Adam Smith ‘de onzichtbare hand’
genoemd: als iedereen vrij is zijn eigenbelang onbeperkt na te streven, zorgt de onzichtbare
hand voor een maximale welvaart, via de wetten van vraag en aanbod.
Dingen die iedereen graag wil hebben worden duurder, dus iedereen gaat die maken, tot er
genoeg van is, dan dalen de prijzen weer, en wordt het weer winstgevend om andere dingen
te maken waar meer behoefte aan is. Zo worden de menselijke arbeidskracht en de
natuurlijke hulpbronnen zo efficiënt mogelijk gebruikt, zonder dat er enige dwang voor nodig
is, en iedereen wordt rijk en gelukkig. Adam Smith schreef dat in een tijd dat handel en
industrie zich steeds meer verzetten tegen de beperkingen die gildewezen en overheid
hadden opgelegd aan de manier van werken, de prijzen, de werktijden, de
arbeidsvoorwaarden, de grootte van de produktie, de import en de export en de kwaliteit van
de goederen. Al deze beperkingen waren een belemmering voor het maken van winst – en
zij zijn afgeschaft.
Maar in de 19e eeuw werd al snel duidelijk - voor wie het zien wilde, zoals Marx en Engels -
dat het resultaat van de werking van de onzichtbare hand helemaal geen stijgende welvaart
voor iedereen was, maar slechts voor een heel kleine groep: die groep die de grond, de
machines en de fabrieken bezat, waarin al deze rijkdom werd geproduceerd door de
arbeiders, die aan het eind van hun leven niets hadden ‘dan hun huid om naar de leerlooier
te brengen’. Wie het meeste geld had, kon de meeste machines kopen en de meeste
arbeiders aan het werk zetten, en zo het goedkoopste produceren; wie een kleiner bedrijfje
had werd weggekonkurreerd en kwam tussen de arbeiders terecht.
Zo werd de afstand tussen de bezitters - degenen die kapitaal hadden om arbeiders aan het
werk te zetten - en de arbeiders steeds groter (pas toen de arbeiders zich aan het eind van
de 19e eeuw gingen organiseren, hebben ze dit zichzelf versnellende proces een beet je
kunnen afremmen).
Marx heeft er ongeveer dertig jaar aan gewerkt om uit te leggen hoe een dergelijk
produktieproces nu precies in elkaar zit, hoe het ontstaan is, en weer zal verdwijnen. Het
eindresultaat daarvan is Het Kapitaal, in drie delen (die nog niet helemaal af waren toen hij
stierf).
DE DIALEKTIEK
In Het Kapitaal is de marxistiese metode volledig ontwikkeld. Zoals al gezegd, is dat voor de
argeloze lezer, en zeker voor de lezeres een ernstig bezwaar want de tekst biedt, zeker in
het begin van Het Kapitaal, nauwelijks enig aanknopingspunt aan de dagelijkse ervaringen,
nauwelijks dus aan de ervaring van mannen, en helemaal niet aan die van vrouwen. 
Dat komt door de manier waarop Marx de werkelijkheid ziet. De kern van de sociale
werkelijkheid is voor hem de manier waarop deze verandert. Volgens Marx zit er in de
manier waarin de werkelijkheid zich ontwikkelt namelijk een bepaalde wetmatigheid. Deze
wetmatigheid is ‘ontdekt’ door de Duitse filosoof Hegel.
Previous page Top Next page