De Bonte Was, MOEDERBOEK, Amsterdam 1976, feministiese uitgeverij de Bonte Was
24
ze zullen moeten afleren om een behoorlijk mens te worden?
En zo zijn moeders dan kwaad.
Loop maar eens op een warme zomerdag achter de huizen langs, of ga
met Judith Hertzberg in het park zitten:
'de jonge moeders in het park,
wat kunnen ze foeteren;
je zou bijna gaan denken dat zij
van de kinderen moederen moeten'
Dat moeten ze inderdaad, en niet alleen van de kinderen. Het foeteren hoort
er bij. Maar hun woede is niet evenredig aan de kleine overtredingen: de
vingertjes op de ramen, het afpakken van het schepje van het andere kind.
En dat weten de moeders zelf, en ze voelen zich monsters.
DISCRIMINATIE
Mijn eerste is een meisje.
Als de opwinding over de bevalling wat geluwd is, verandert
ook het kommentaar van de bezoekers over de drie kilo
mensenvlees. Er wordt krities gekeken: het lijkt natuurlijk op
mijn schoonmoeder. En met een toegeeflijke klank in de stem
wordt me vertrouwelijk medegedeeld dat de volgende vast
een jongen zal zijn.
Ik begrijp het niet zo erg best, ik voel me heel tevreden over
mijn geleverde prestatie en kan me niet voorstellen dat mijn
produkt van mindere kwaliteit zou zijn omdat het een meisje
is. Maar het kwaad is gezaaid. Ik kijk met een schuin oog
naar de zusters en moeders tijdens de eerstvolgende
voedingsvoorstelling. En ja hoor, de mannetjes-babies
worden met veel vlagvertoon aan hun baarsters overhandigd.
'En hier hebben we Pietje', beginnen de zusters al in de
deuropening te jubelen. Pietje krijst als een oordeel, maar dat
komt omdat ie zo'n honger heeft en reken maar dat ie deze
keer enorm z'n best zal doen.
Mijn kind krijst ook. 'Ze moet nog leren zich aan te passen
aan de voedingstijden. Voor u uit het ziekenhuis bent is dat
wel gelukt', zegt de zuster.
Na een paar dagen heeft mijn dochter het zaalrekord
gebroken wat de melkkonsumptie betreft. Ze wordt op
rantsoen gesteld, mijn melk wordt afgekolfd, in flessen
gedaan en aan babies gegeven die het borstzuigen nog niet
zo onder de knie hebben.
Verpleegsters zijn gek op statistieken en rekords zijn er om
gebroken te worden. Met spanning wachten we op het
volgende.
En dat is Jantje. Jantje was bij de geboorte al een dik vet
monstertje van 9 pond en is nu druk bezig zijn gewicht in een
ijltempo te verdubbelen ter meerdere glorie van de zusters en
zijn moeder. Geen rantsoenering voor Jantje, o nee! 'Dat
wordt me er eentje; kijk eens hoe sterk hij al is!'
Onder trotse blikken van de vrouwen werpt Jantje zich
andermaal woest op zijn moeders tepel. Ik hoop in stilte dat
hij zich te pletter zuigt.
Mijn dochter is nu vierentwintig, ze is bang om in het donker
alleen op straat te lopen. Bang om verkracht te worden door
Jantje die zo groot en sterk is.