De Bonte Was, MOEDERBOEK, Amsterdam 1976, feministiese uitgeverij de Bonte Was
20
rijkheid veel minder plaats),
Dat denkbeelden, prestaties en geweld in onze maatschappij belangrij-
ker zijn dan gevoelens en verzorging, komt omdat de mannen meer te
zeggen hebben dan vrouwen. En omdat de mannen onderling heel wat
belangentegenstellingen hebben - een verschijnsel dat door Marx kern-
achtig is samengevat in het begrip klassenstrijd - is 'de maatschappij' vol
met tegenstrijdigheden.
Met de tegenstrijdigheden in 'de maatschappij' komen wij vrouwen heel
duidelijk in aanraking bij het opvoeden van onze kinderen.
Wij moeders krijgen van 'de maatschappij' bv. de 'opdracht' onze
kinderen in liefde groot te brengen. Moederliefde geldt als een hoog in
ere gehouden vanzelfsprekendheid. Talrijke publikaties wijzen ons op het
gevaar van liefdeloosheid: diefstal, krimineel gedrag zullen een gevolg
zijn, ons kind zal later geen bevredigende liefdesrelatie kunnen hebben,
het zal allerlei psychiese stoornissen krijgen, we worden bedreigd met
termen als leermoeilijkheden, kompleksen, trauma's enz. Aan de andere
kant rust op ons de zware taak het kind psychies bij te schaven, juist in
de eerste levensjaren (waarin het kind voor het leven wordt gevormd!
roept de psycho-analyse door het keukenraam). Wij moeten het kind de
driftbuien afleren, maar wij mogen het niet slaan. Wij moeten het kind
discipline leren, maar we moeten het ook ruimte voor zelfontplooiing
geven. Het kind moet, vooral al het een jongen is, mogelijkheden tot
zelfexpressie, bewegingsvrijheid, geestelijke groeikansen hebben, het
moet zijn ontdekkings- en exploratiedrift kunnen uitleven, en wij moe-
ten ondertussen zorgen dat het daarbij niet met elektriciteit, scherpe
voorwerpen, verkeer en kinderverkrachters in aanraking komt. Wij
moeten het kind niet teveel verbieden, maar ook niet te veel verwennen.
Enz. enz., zoveel tegenstrijdigheden dat we het nooit goed kunnen doen.
Al deze tegenstrijdigheden vormen tezamen het ons door de maatschap-
pij opgelegde opvoeden. Van dat opvoeden doen wij moeders alleen het
ruwe voorbereidende handwerk. Vanaf de kleuterschool neemt de over-
heid het over, teneinde met veel vertoon van specialisme ('pedagogiek')
en met aanmerkelijk minder liefde gedweeë werknemers/echtgenotes
van ons kind te maken. Maar dat ondankbare vóórvormen, dat moeten
wij doen, in de eenzaamheid van ons huis, zonder advies - vader is
overdag weg en dient alleen als stok ach ter de deur ('Als je vader straks
komt') en de kinderpsycholoog komt pas over de vloer als er bij ons
opvoeden iets is misgegaan.
Dat ruw vóórwerk, dat noemen wij het elementaire dooddrukken. Het
erbij behorende gevoel is monsterschap. Wij vormen ons kind - groten-
deels onbewust - zó dat 'de maatschappij' er door middel van de school
zijn normen en waarden zonder veel moeite kan ingieten.
Nee, de 'maatschappij' is geen ambtenaar. Voor het kleine kind is de
maatschappij. . . moeder.
Moeder heeft, met de school, een zeer belangrijke doorgeef-funktie. Zij
'vertaalt' de werkelijkheid voor haar kinderen en daarmee geeft ze de
maatschappelijke (voor)oordelen ook door. Zij vertaalt de werkelijkheid
verschillend voor haar zoons en dochters. Zij geeft ook het sociale
klassesysteem door. Moeder is voor de kinderen het centrum van hun
'sociale milieu' (Dat is ook een reden dat meisjes uit hogere lagen tegen-
woordig een betere opleiding krijgen: om hun zoons beter te kunnen
opvoeden, om te kunnen helpen bij hun huiswerk).
Het is voor deze doorgeef taak nodig dat moeder afhankelijk is en dat
haar hoofd tamelijk leeg is (maar haar hart vol, natuurlijk, precies an-
dersom als bij mannen). Dat zal wel één van de redenen zijn waarom
vrouwen onderdrukt worden.