Navigation bar
  Print document Start Previous page
 26 of 111 
Next page End 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31  

De Bonte Was, MOEDERBOEK, Amsterdam 1976, feministiese uitgeverij de Bonte Was
26
nen versieren de goeie opdrachten kon krijgen, was de lol eraf. Na veel
gescharrel en toestanden met mannen ben ik plotseling met een hele
rustige aardige jongen getrouwd. Om overal vanaf te zijn: van het ge-
donder thuis en van het altijd moeten knokken. Het heeft me een
tijdlang het gevoel gegeven ergens bij te horen. dat ik net was als al die
anderen. Kinderen wilde ik persé niet en W. aksepteerde dat. Hij aksep-
teerde alles van me: mijn grillen, mijn eeuwige onrust, en mijn afkeer
van het huishouden. Ik was weinig thuis, vaak op pad voor de krant en
had ook weinig tijd en interesse voor hem. Familie en vrienden vonden
het maar een raar huwelijk en lieten dat ook merken. Dat W. lol had in
het huishouden, veel meer dan ik, vond iedereen belachelijk. Het werd
ook niet vertrouwd. 'Die man is veel te goed voor jou, wat geef je hem
eigenlijk terug? ' Dat hoefde niemand mij te vertellen, want daar was ik
ondertussen zelf ook wel achtergekomen. Ik kon er met niemand over
praten en ik heb er aan gedacht om weg te gaan. Maar ik wist niet
waarheen en was ook bang voor de konsekwenties. Ik hoorde het ieder-
een al zeggen: 'Zie je wel die meid heeft nooit gedeugd'. Ik ben ook
gebleven omdat ik op mijn manier gek was op W. en omdat hij dat
blijkbaar aksepteerde.
Ik kon mij dus uitleven in mijn werk. Maar niet voor lang. De druk van
buitenaf en het schuldgevoel tegenover W. werd op den duur zo groot
dat ik door de knieën ging. Ik hoopte door het moederschap voor het
eerst van mijn leven ergens bij te horen, me niet zo buitengesloten te
voelen en net zo te worden als andere vrouwen. Nou daar heb ik me
mooi op verkeken.
Ik geloof achteraf, dat het mijn aanpassingsvermogen is geweest dat ik
in die jaren, toen de kinderen nog klein waren, nooit gek of overspan-
nen ben geworden. W. werkte altijd hard en heeft er ook jaren bij
gestudeerd. Ik stond er dus prakties alleen voor. Op de buitenwereld
ben ik altijd overgekomen als een moeder die erg in haar kinderen
opging en altijd met ze bezig was. Dat was ook wel zo. Als ik iets op me
neem, steek ik er ook al mijn energie in. Zelfs in het kinderen krijgen
was ik ambitieus. In de negen maanden zwangerschap was ik altijd fit,
presteerde ontzettend veel en de bevalling stelde niets voor, en ik was er
trots op dat ik na alle vier de bevallingen meteen het bed uitstapte en de
andere dag op straat liep. Onze kinderen zijn geloof ik nooit iets tekort
gekomen, maar ik ben er wel achtergekomen dat ik niet zo'n echte
moeder was.
Babies vind ik helemaal niet zo aantrekkelijk. Ik keek ze eigenlijk uit de
wieg. Als ik andere vrouwen hun babies zag knuffelen, stond ik er
helemaal buiten.
Ik wilde ook alleen maar jongens hebben. Onbegrijpelijk achteraf. Ik
was met mijn zusje altijd jaloers geweest op mijn enige broer die alles
mocht en veel meer aandacht van mijn moeder kreeg. Iedereen vond mij
een lastig kind dat thuis altijd dwars was en niets beters wist dan zich
als een jongen te gedragen.
De eerste twee waren ook jongens en het derde kind was een meisje.
Het vierde was weer een jongen. Ik heb er erg aan moeten wennen dat
ik een dochter had. Ik denk achteraf dat het mijn angst was, dat zij zich
als kind net zo ongelukkig zou gaan voelen als ik, en dat zij ook altijd
de mindere van haar broers zou zijn. Als enig meisje tussen haar drie
broers rooit zij het overigens uitstekend. Ik denk dat het heel belangrijk
is dat W. en ik er altijd op gespitst zijn dat zij zich niet tweederangs
voelt zoals ik en mijn zussen altijd hebben gedaan.
Ik heb mij jarenlang, toen de kinderen nog klein waren, een grote nul
gevoeld. Ik schaamde me dood als mij gevraagd werd 'wat doe je tegen-
woordig? ' Ik zei dan: 'Oh ik doe van alles en ik heb ook nog vier
kinderen'. Ik heb me door de kinderen, toen ze klein waren, leeg laten
http://www.purepage.com Previous page Top Next page