Navigation bar
  Print document Start Previous page
 154 of 163 
Next page End Contents 149 150 151 152 153 154 155 156 157 158 159  

MISDADEN TEGEN DE VROUW
, Tribunaal Brussel 1976. Diana Russell & Nicole Van de Ven, 1977
Nederlandse vertaling, De Bonte Was, Amsterdam 1977
154
25
Analyse van de kritiek
Tot zover de tegenkritiek. Nu is het tijd voor de analyse. Waarom hadden zoveel vrouwen een zo
vijandige houding ten opzichte van de organisatoren van het Tribunaal? Een van de fascinerende
aspekten van het verloop van het Tribunaal was, dat nadat wij het podium hadden verlaten en
andere groepen voor ons in de plaats waren gekomen, er aan het eind van iedere zitting frustratie
en vijandigheid uit het publiek scheen voort te komen, gericht op elke nieuwe voorzitster.
Zeker in het begin spreidden de voorzitsters een gedrag ten toon dat van de koördinatiekommissie
niet getolereerd werd. Een voorzitster bijvoorbeeld gebruikte een bel om de mensen te vertellen
dat hun tijd omwas; een andere probeerde een paar keer de vrouw te onderbreken die het gedicht
voorlas over de moord op haar zuster, hoewel ze ruim binnen haar tijdslimiet bleef. Een Japanse
vrouw kreeg geen toestemming een verslag voor te lezen over gedwongen prostitutie in Korea,
behalve op lunchtijd, toen er bijna niemand was om te luisteren en dat terwijl Japan noch Korea de
minimum tijd die voor elk land uitgetrokken was, overschreden had. Ik ken minstens twee getuigen
(uit Israël en Zuid-Afrika) die nooit hun van te voren voorbereide verklaring hebben kunnen
afleggen en ik ben er zeker van dat er meer waren. Ik wil niet zeggen dat de nieuwe voorzitsters
slecht waren. Integendeel - ik vond ze meestal uitstekend. Maar om te beginnen: het leek alsof de
vrouwen die zaten te luisteren van hen gedrag tolereerden dat van ons niet geaksepteerd werd.
Gewoonlijk echter sleet ook deze tolerantie af tegen het einde van een zitting. Dit scheen een
bijna niet te vermijden risiko te zijn van de voorzitstersrol. De voortdurende wisseling van
personen was hiervoor natuurlijk de meest effektieve oplossing. Hoe kan deze grotere tolerantie
ten opzichte van de nieuwe voorzitsters verklaard worden? Ik geloof dat het kwam omdat ze
beschouwd werden als voortkomend uit de zaal, uit 'het volk'. Het waren gewoonlijk vrouwen die
ons en het Tribunaal tot in details hadden gehekeld en op die manier de indruk gevestigd hadden
dat zij tegen macht waren.
Wij daarentegen hadden geen image. Wij van de koördinatiekommissie waren anoniem. Slechts
een paar mensen kenden ons en we waren natuurlijk op geen enkele manier gekozen door de
aanwezigen om hen te vertegenwoordigen. Door de afschuwelijke voorzieningen van het Palais en
doordat wij daar ergens bovenin zaten was het blijkbaar onmogelijk ons als zusters je zien. Een
vrouw uit de koördinatiekommissie bijvoorbeeld gaf haar eigen mening tijdens de kontroverse over
de media-mannen en de mensen werden woedend. Anderen waren woedend dat een paar
kommissieleden over het onderwerp stemden. Wij werden verondersteld de enige aanwezigen
zonder stemrecht te zijn.
De meeste feministen hebben een gezonde achterdocht ten opzichte van macht, maar de
misvattingen en intolerantie bij deze gelegenheid komen me verre van gezond voor. Iemand uit de
koördinatiekommissie, analyseerde 'de opstand' zoals zij het noemt, als volgt:
'Deze vijandigheid tegenover leiding van welke aard dan ook doet zich in veel verschillende
landen en kulturen voor en weerspiegelt misschien de typiese underdog-mentaliteit van vrouwen
die ervan uitgaat dat iedereen die welke soort macht dan ook bekleedt vrouwen probeert af te
maken. Daar komt nog bij dat de veiligheid van een besloten vrouwenvergadering verleidt tot het
uiten van lang onderdrukte frustraties. En tenslotte zijn veel feministen intensief betrokken bij
problemen van gezag en macht en de noodzaak voor ons als vrouwen om mannelijke
organisatiemodellen te verwerpen. Ik heb dus het gevoel dat de achterdocht en vijandigheid die
deze opstand omringden kenmerkend waren voor de fase waarin de evolutie van ons vrouwen
zich bevindt'.
Nu ik dit alles gezegd heb zou ik eraan toe moeten voegen dat ik vind dat het Tribunaal er de
laatste drie dagen aanmerkelijk op vooruit ging om verschillende redenen. De
getuigenverklaringen werden persoonlijker en meer uit de eerste hand. De onderwerpen waren
minder goed bekend. En het werkte ook goed zittingen te laten leiden door degenen die over een
bepaalde misdaad verslag hadden uitgebracht.
http://www.purepage.com Previous page Top Next page