Navigation bar
  Print document Start Previous page
 10 of 111 
Next page End 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15  

De Bonte Was, MOEDERBOEK, Amsterdam 1976, feministiese uitgeverij de Bonte Was
10
dan gaan we altijd iets leuks doen soms naar het zwembad, of naar een
zandbak. ik vind dat mama ons altijd verwend. als wij vakantie hebben
gaan we vaak fietsen naar delft of naar schiedam of overschie. soms
verwennen wij mama ook wel eens maar dat gebeurt niet vaak. ik heb
ook wel eens ruzie met mama. maar dat heeft iedereen wel eens. als er
op school een toneelstukje van onze klas is komt mama bijna altijd. Er
mogen ook vaak kinderen komen logeren. een keer was mama niet zo
lekker en toen logeerde er net een meisje bij mij. en toen mochten we
toch naar het zwembad. mama gaf toen liemonade snoepjes appels en
boterhammen. mama houd ook altijd rekening met wat we eten.
MOEDER WORDEN IS EEN GUNST, MOEDER ZIJN (NOU JA) EEN
KUNST
Op 7 november 1960 om half twaalf in de ochtend liep ik over het
Jonas Daniël Meyerplein in Amsterdam. Ik was helemaal opgewonden
en blij, ik had neiging te zingen en te schreeuwen ik wou tegen iedereen
die ik tegen kwam zeggen: 'morgen ben ik moeder'. Negen maanden
waren voorbij, maanden die heus niet altijd zo gezellig en leuk geweest
waren. De eerste drie altijd beroerd, veel spugen, niets lekker vinden,
zelfs geen koffie. Jurken en broeken waren al gauw te krap, ik liep voor
mijn gevoel al jaren in hetzelfde hes met broek. De liefde bedrijven,
lekker tegen je man aankruipen was er allang niet meer bij, want die
enorme bobbel zat in de weg.
Ik wist niet wat me te wachten stond, bij de bevalling niet, als moeder
van een kind niet. Ik had geen idee wat we er met elkaar van zouden
maken, wat voor gezin we zouden worden (Dat was je niet geleerd, daar
over nadenken, je trouwde, kreeg kinderen en dat was het toch, niet-
waar? ).
Maar één ding wist ik al heel lang heel zeker. Ik wou kinderen, met de
nadruk op ik. Gelukkig voor mij wou hij ze ook, al wou ik ze meestal
eerder dan hij. Toen ik jong was wou ik er tien, maar na de bevalling
van de tweede zei ik: 'da's twee en nou nooit meer! '.
Maar dat overweldigende gevoel dat ik die morgen had, zo van nou
begint het echt, nu komt het grote Geluk, dat is toch eigenlijk iets wat
me steeds heel erg is bijgebleven.
Goed, toegegeven, het is lang niet altijd leuk om moeder te zijn van een
zoon en dochter die ronduit toegeven dat jij maar een stom dik vet
kutwijf bent, dat je ze niet begrijpt, dat je meer van de een houdt dan
van de ander; die altijd aandacht vragen op het moment dat het niet
goed uitkomt, die midden in een nacht tien keer kunnen gillen met een
rotsmoes van: ik kan niet slapen, er zijn zo veel muggen, mag ik een
beetje water, enz. Het is een rotklus om te zorgen dat de kleren die ze
hebben schoon en vooral heel zijn, om altijd overal vandaan de vuile
kleren te zoeken, want anders heb jij het weer op je geweten dat ze
geen schone vul maar in...hebben.
Maar als ze 's avonds na een lange doodvermoeiende dag in bed liggen
en ondanks het feit dat ze tieners zijn, toch nog best dat vertrouwde
babbeltje en nachtkusje willen hebben, als ze zo gezond en fris in hun
bedden liggen en zeggen: 'Je bent de liefste mam van de wereld', dan is
er weer datzelfde gevoel van toen, die ochtend voordat nummer één
kwam, wat vind ik (nadruk op ik) het fijn om moeder te zijn. (Titelsong
voor een grammofoonplaat).
http://www.purepage.com Previous page Top Next page