Navigation bar
  Print document Start Previous page
 17 of 111 
Next page End 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22  

De Bonte Was, MOEDERBOEK, Amsterdam 1976, feministiese uitgeverij de Bonte Was
17
echtgenoot moest zoeken. Ouders die vriendelijk vroegen naar de toe-
komstmogelijkheden van mijn vriendjes, in de onuitgesproken hoop dat
het nog goed met me zou komen. Een neuroloog bij wie ik eens met
Armin terecht kwam omdat hij op school moeilijkheden had met zich
te konsentreren, zei: 'Mevrouwtje, u heeft een aardig zoontje, niets met
hem aan de hand maar ik raad u wel aan om snel te trouwen'. Als ik
niet zo zeker had geweten dat het bestaan als huisvrouw me in ieder
geval knettergek zou maken, als ik niet zo bewust was geweest dat ik
mijn beetje moeilijk bevochten onafhankelijkheid niet meer zo maar op
wou geven, was ik waarschijnlijk wel weer getrouwd.
De eerste keer dat ik echt eerlijk over mijn problemen met het moeder-
schap kon praten was toen ik in aanraking kwam met het prille begin
van de vrouwenbeweging in Nederland. Een paar vrouwen, allemaal
moeders, die met hun kinderen in een huis buiten zaten om een beetje
te ontspannen. Toen zei een van die vrouwen: 'Ik had van de week mijn
kinderen zo het raam uit kunnen kieperen'. Ik stond versteld dat ie-
mand dat zo maar durfde te zeggen, het was zo'n ontzettende opluch-
ting voor me toen op hun beurt alle vrouwen zeiden dat ze op geregelde
tijden hun kinderen konden haten, dat ze ook wel eens tegen ze
schreeuwden of ze uit pure machteloosheid een klap gaven. Voor het
eerst hoorde ik dat ik niet de enige was die het gevoel had dat ik het
eigenlijk niet aan kon. Een van die vrouwen heeft later toen ze ging
scheiden de kinderen bij haar man gelaten omdat ze weer op een kamer-
tje in de stad ging wonen en ging studeren en ze vond dat haar man
beter voor de kinderen kon zorgen dan zij onder die omstandigheden.
Ik vond het grenzeloos moedig van haar, om openlijk te durven zeggen
dat ze zich zelf niet zo'n goede moeder vond zonder zich ervoor te
schamen. Dat ze sterk genoeg was om de druk van de omgeving te
weerstaan, buren die haar maar een slet vonden, familieleden die naar
haar keken als het mislukte familielid, zelfs haar vriendinnen met de
nauwelijks verborgen kritiek. Zonder de vrouwenbeweging die haar
steunde in haar overtuiging dat het moederschap niet automaties de
enige echte bestemming voor een vrouw hoeft te zijn had ze die stap
ook niet durven nemen.
Later ben ik, samen met andere vrouwen mijn ervaringen op een rijtje
gaan zetten. We kwamen tot de konklusie dat de opdracht die je als
vrouw meekrijgt gewoon niet te vervullen is wanneer je behalve iets zijn
voor andere mensen ook nog eens aan jezelf wilt toekomen. En wie
bepaalt dat de enige goede manier om een kind op te voeden de situatie
is van één moeder die vrijwel de hele verantwoordelijkheid in haar
eentje moet dragen? Wie bepaalt dat degene die het kind krijgt auto-
maties ook het hele huishouden doet en de verzorging van de man er
maar meteen even bij doet? Wie zegt dat de belangen van een kind
automaties belangrijker zijn dan de belangen van vrouwen, moeten we
dan een generatie meisjeskinderen opvoeden die ook weer denken dat
hun kinderen belangrijker zijn dan ze zelf, zoals elke generatie vrouwen
zich wegcijfert voor de volgende generatie?
Citaat uit het Tijdschrift voor psychiatrie (maart 1976, blz. 193):
'Tirrel Harris (1975) vond een hoog percentage van psychiatrische stoor-
nissen bij arbeidersvrouwen in Londen van wie de kinderen jonger dan 6
jaar waren: 42% in vergelijking met 14% bij vrouwen zonder kinderen.'
http://www.purepage.com Previous page Top Next page