Navigation bar
  Print document Start Previous page
 46 of 111 
Next page End 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51  

De Bonte Was, MOEDERBOEK, Amsterdam 1976, feministiese uitgeverij de Bonte Was
46
zo'n goede, degelijke katholieke vrouw.
Na hun trouwen was ze al gauw zwanger en werd de eerste dochter
geboren (1938). Ze was vreselijk van streek toen bleek dat ze al vrij
gauw weer zwanger werd. De eerste geboorte was namelijk erg moeilijk
verlopen, het was een tangverlossing. De tweede dochter was ik (1940).
In mijn herinnering zie ik mijn moeder vaak huilen, schreeuwen en
mopperen. Ik was bang van haar en vluchtte vaak in fantasieën en
dromen. Tijdens de oorlog was ze vol zorgen hoe ons te voeden en te
verwarmen. Als mijn vader er dan op uit ging om ergens in Overijssel
wat eten te bemachtigen dan baden wij de rozenkrans en ondertussen
huilde ze. Na een miskraam te hebben gehad, raakte ze opnieuw
zwanger, en zo moesten we de hongerwinter in. Vader en moeder
hadden vaak ruzie en pa was chagrijnig omdat er weer een kind bij
kwam: 'Kun je 't niet weg laten halen', schijnt hij gezegd te hebben
zoals ze later zo vaak vertelde. . .
De derde dochter werd in het ziekenhuis op 19 februari 1945 geboren.
Op de 25e, mijn verjaardag, ging ik mijn moeder met mijn vader bezoe-
ken. Ik vond het maar raar haar daar in dat grote bed te zien liggen. Ze
had koorts gekregen en was hard ziek. Ik kreeg een puzzel van haar,
Sneeuwwitje en de zeven dwergen voorstellend; buiten sneeuwde het
een beetje. . .
Eenmaal thuis was ze druk in de weer, ze wist aan melk te komen want
zelf voeden lukte niet. Later vertelde ze ons dat God haar hielp want
eens toen de melk zuur was geworden en ze de wanhoop nabij was
wandelde er een pater uit onze parochie voorbij en bracht ons melk!
Ze mopperde vaak op het gaarkeukeneten en op het noodkacheltje
waarop ze later moest koken. Ik zie haar nog zitten: op de knieën
wapperend met een krant - door de vroege zomer trok dat kreng niet -
scheldend en kuchend van de rook. Na uren waren dan de aardappels
gaar. Toen we eindelijk bevrijd werden in mei '45 vond ik dat mijn
moeder erg gek deed. Ze stond te schreeuwen en te juichen naar die
Canadezen, ik schaamde me dood!
's Zomers gingen we vaak fietsen of wandelen langs de Kromme Rijn of
in het Wilhelminapark. Ze hield veel van de natuur en vond het heerlijk
door het gras of langs korenvelden te lopen. Ze begon dan vaak te
Zingen:
Sikkels blinken, sikkels zinken, of
In 't groene dal, in 't stille dal...
In maart 1947 werd mamma wéér zwanger. Het werd een lange hete
zomer, ze had vaak last van flauwtes. Ze stond dan om zes uur op om te
wassen en te strijken. Papa was in die tijd vreselijk voor haar en dikwijls
zei ze later 'Niet voor niets is die jongen zo nerveus'. Het werd dus een
jongen, een zoon, een stamhouder, zoals vader zei, dat maakte dus iets
goed aan die geboorte. . .
In '50 zijn we verhuisd naar Rotterdam, mamma was ondertussen wéér
zwanger. Het was een akelige tijd, mamma had bloedarmoede en te
hoge bloeddruk en moest rust houden. Toen er een dochter werd ge-
boren dacht ik dat ze dood zou gaan. Het was een moeilijke bevalling,
de nageboorte wilde niet komen en mamma bloedde hevig. Ze lag daar,
spierwit en zo stil, zo kende ik haar niet.
Vooral die laatste geboorte was haar teveel en ze liet de verzorging van
de baby aan mijn oudste zusje over. Die baadde en voedde de baby voor
ze naar school ging, want daar had mamma geen tijd voor.
Ik kan me niet herinneren of mijn moeder me veel aanhaalde, ik geloof
van niet. Ze prees mijn fantasie maar mijn oudste zusje was haar steun
en toeverlaat. Moeder had weinig vertrouwen in me, vaak zei ze tegen
me: 'Jij, jij bent een echte Jansen', en dat betekende zoiets als: slap, lui,
onhandig, lichtzinnig en leugenachtig. Ze gaf tenminste regelmatig een
http://www.purepage.com Previous page Top Next page