De Bonte Was, MOEDERBOEK, Amsterdam 1976, feministiese uitgeverij de Bonte Was
47
opsomming van de familie Jansen hun wandaden en in die tijd was ik er
van overtuigd een verderfelijk mens te zijn en te blijven. Mijn moeder
was in mijn ogen een martelares en mijn vader een grote ploert, maar
toch hield ik heimelijk van hem, maar ja ik was dan ook zo'n Jansen!
Mamma bad veel en stuurde ons iedere dag naar de mis van 7:30 uur. In
de meimaand en oktobermaand werd er op het dressoir een plaatsje
ingeruimd voor het mariabeeld. Het witte porceleinen beeldje werd af-
gestoft en op een sigarenkistje geplaatst met daaroverheen een vinger-
doekje. Er naast kwamen aan weerszijden kaarsen en een vaasje met liefst
zelfgeplukte madeliefjes want daar hield Maria zo van. . .
Héél erg mooi vond ik mijn moeder toen ze een jurk droeg in de
new-Iook style, de japon was donkerblauw met witte noppen Ze droeg
er een grote strooien hoed bij, ik vond haar een koningin, lang en slank,
d'r haar in een rol.
Mijn moeder kon ontzettend driftig worden, eens gooide ze een stapel
borden stuk omdat mijn zusje iets gedaan had. Vaak was de oorzaak de
ruzies tussen mijn ouders, tenminste dat voelde ik zo. Moeder was bang
voor de dronken buien van mijn vader. Hij werd dan agressief en peste-
rig.
Wij tweeën moesten trouwens erg veel doen, we vonden het logisch
maar nooit werden we eens geprezen, het was altijd onze plicht. Zo was
de kerstvakantie een 'grote-beurten-geven-voor-het feest' en een 'op-
ruimen-na-het-feest' en de paasvakantie werd besteed aan de grote
schoonmaak. In de grote vakantie gingen we dagjes weg - huisjes huren
was er in die tijd niet bij - of logeerden mijn oudste zusje en ik in Venlo,
bij een zus van mamma.
Mamma maakte voor ons en zichzelf alles zelf. Ze zat dan ook uren
achter de naaimachine, want eenmaal aan iets begonnen moest het zo
snel mogelijk af. Daardoor raakte ze gespannen, kreeg pijn in haar nek
en snauwde ons af.
Ze was erg trots als iets ineens lukte, maar o wee, als iets niet direkt
paste, dan werd er in onze buik geduwd van: 'Sta rechtop, zó kan ik
niet passen! ' of 'Ik ben maar een leek'. Als we dan op zondagochtend
uit de kerk kwamen, moesten we een paar meter voor pa en ma uit-
lopen en dan waren ze zo trots op ons, in die zelfgemaakte kleertjes!
Ze was dol op de zon en als het langer dan één dag regende, stond haar
humeur ook op slecht weer. In Rotterdam hadden we een tuintje en bij
de eerste zonnestraaltjes lag ma te zonnen. Ze was er erg trots op als ze
zo rood zag als een kreeft en zei dan over zichzelf: 'Ik ben lekker
verbrand'.
Hoe ouder ik werd, hoe meer ik ervoer hoe verbitterd mijn moeder
was. Maar ook ging ik haar fouten zien en mijn vaders goede eigenschap-
pen. Ik vond mijn ouders twee zielige mensen bij elkaar, die elkaar
ontzettend veel verdriet deden en ons erbij. Ze kreeg in de gaten dat
haar 'trouwste' kinderen, de oudsten, haar niet meer zo trouw waren, ze
moet steeds eenzamer geworden zijn. Ze genoot ontzettend van de
successen van mijn zusje als zangeres, hoewel die aandacht voor haar
wel erg ten koste ging van ons, overige kinderen. Ze kreeg dan ook een
grote terugslag toen mijn zusje ophield met zingen. Ze werd later ziek:
een hartinfarct. Ze moest lang rusten, klaagde veel en was erg ontevre-
den. Het 25-jarig huwelijksfeest was ondertussen als een echt feest ge-
vierd, want zo hoort dat nu eenmaal ook al konden we er wel om
janken. Moeder werd, denk ik, steeds eenzamer, zo ervoer ik dat. Ik
was getrouwd en als ik bij haar kwam was ik vaak een klaagmuur voor
haar. Echt heel vertrouwelijk over mijn eigen huwelijksleven was ik
nooit met haar. Ze had ons weliswaar voorgelicht, maar met heel veel
waarschuwingen zoals: 'Alle mannen zijn rotzakken' en 'Ze willen alle-
maal aan je borsten komen'. Mijn vader vertelde me na haar dood over