Sonja Prins, HERINNERINGEN AAN TRUDE BENEDIC, een vrouw in verzet. De Bonte Was 1980
34
de grond, onder de granaten die over ons heenvlogen. Ik was bang als een oude vrouw, die na acht
jaar haar kinderen nog één keer wil zien. Voor mij en mijn duitse kameraden, die oud waren
geworden in de gevangenschap, waren deze laatste gevechten een zwaardere beproeving dan alles
wat er aan voorafgegaan was. Wat stond ons te wachten als wij thuis kwamen? En toch was de
gedachte vreselijk, dat wij nu zouden sterven, zonder thuis geweest te zijn.
Toen de sovjetsoldaten op hun tanks de avond van de derde dag voorbijtrokken stonden wij langs
de weg en tranen van dankbaarheid stroomden langs ons gezicht. Wie van ons in de afgelopen jaren
egoïstisch en onverschillig was geworden, kreeg hier weer vertrouwen in de toekomst, bij het
voorbijtrekken van het Rode Leger, onze eigen zoons, die voor ons gevochten hadden. Zij hebben
ons bevrijd en zij hebben ons te eten gegeven, op 1 mei hebben zij de Internationale voor ons
gezongen en ons omarmd.