BRIEVEN VAN CALAMITY JANE AAN HAAR DOCHTER
©Shameless hussy press, 1976
©Nederl. vertaling Feministiese uitg. De Bonte Was 1977
17
liefje.
Billings 1891
Janey Lieveling
Nu gaan mijn plannen met me op de loop en ben je
18 jaar en zal ik mijn kleine meid weer terugzien.
Dit is bijna het laatste blaadje van Calhouns op-
schrijfboekje dus ga ik van nu af aan in het album
schrijven. Ik wil niet dat hun kleine meid bij die
vrouw hoort. Het is net d'r moeder. Ik zal haar
naar het weeshuis moeten brengen voor als ik weg
ben. Je Vader Jim schreef dat je verloofd bent met
iemand die Oakes heet. Ik hoop niet dat het die
afschuwelijke Jack Oaks is die ik ken. Dag lieverd.
Je moeder
Jane Hickock
10 Mei 1893
Coulson is niet meer zo welvarend als toen ik voor
het eerst in dit dagboek schreef maar we hebben
Junction City en Billings nog. Je zou dit land hier
eens moeten zien. Billings is nog eens een levendige
stad. Hij herbergt zo'n 15 honderd woestelingen.
Het is een teringtijd - alsof de hel is losgebroken.
Deze menselijke parasieten gedijen goed, mannen
zowel als vrouwen. De fatsoenlijke inwoners staan
machteloos zij hebben zelfs geen invloed bij de
verkiezingen en de politie heeft bedacht dat ze
volledig in de pan gehakt zouden worden als ze een
inval zouden proberen in de barstensvolle kroegen
- het ene blok huizen na het andere is ingepikt
door kroegen en goktenten. Het middelpunt van
deze draaikolk vol bars en obskure kroegen is het
huis van Madam Feeley - dat kan je beschouwen
als de naaf van waaruit de mindere spaken in het
wiel uitsteken. Alle ouwetjes in de Yellowstone
vallei kunnen je wel iets over Feeleys huis vertellen.
Het is een heel groot huis met prachtig verlichte
ramen. Het etablissement heeft een leger beroeps-
uitsmijters in dienst om nog een beetje de vrede te
bewaren. Madam Feeley regeert oppermachtig. Ze
is een wonder - een verschrikkelijk aantrekkelijke
vrouw die noch meedogenloos noch gewetenloos is.
Ze heeft iets fascinerends wat haar meisjes aan-
spreekt. Kort geleden hoorde ik dat ene Anderson
bij Feeley de stoere bink had uitgehangen. Op een
dag is hij er vandoor gegaan met een van haar meis-
jes. Toen Feeley hem te pakken had sloeg ze hem
net zo kalm plat als ze dat met een vlieg had ge-
daan. Want ze had ontdekt dat zijn vrouwen kin-
deren koud en ziek en hongerig waren dus bestelde