Navigation bar
  Print document Start Previous page
 35 of 163 
Next page End Contents 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40  

MISDADEN TEGEN DE VROUW
, Tribunaal Brussel 1976. Diana Russell & Nicole Van de Ven, 1977
Nederlandse vertaling, De Bonte Was, Amsterdam 1977
35
verwierp. Ik mocht mijn mond niet opendoen om bijdragen te leveren aan de les en hij omschreef
me als bijzonder agressief en pathologies. De klas stond aan mijn kant als hij er niet bij was, maar
tijdens de les hielden ze zich stil en waren bang voor elke woordenwisseling tussen ons.
Bovendien omschreef hij mij als een agitator en dreigde met vreselijke konsekwenties als de klas
mij zou steunen. De meerderheid van de klas wist toen al dat ik lesbies was. Dit werd het gesprek
van de leraarskamer. Voor deze leraar in het bijzonder, paste het precies in het beeld dat hij van
me had als pathologies en bijzonder agressief. Toen de volgende gelegenheid zich voordeed
gebruikte hij dit als wapen om mij openlijk te diskrimineren. De biologieles was hier uitstekend
geschikt voor. In het kader van lessen over erfelijkheid sprak hij over seksuele abnormaliteiten. Hij
kwam tenslotte op het onderwerp homoseksualiteit en toen barstte de bom. Hij sprak niet over
homoseksualiteit in het algemeen, zoals gebruikelijk voor wetenschapsmensen. In plaats daarvan
sprak hij uitsluitend over lesbiese vrouwen, die, zoals hij zei, om erfelijke redenen bijzonder
agressief zijn. Het was me onmiddellijk duidelijk dat hij op mij doelde. Aan de gezichten van de
andere leerlingen kon ik zien dat zij ook in de gaten hadden waar het om ging. Er hing een doodse
stilte. Ik beefde en had een brok in mijn keel en dacht: 'Niet huilen, geef hem die overwinning niet
ook nog'. De rest van de klas wist niet hoe ze het op moesten nemen. Mijn poging om tegen hem
op te treden op grond van de onderwijswet mislukte, omdat de klas me niet steunde. Ik belde de
lerares Duits en vroeg haar of zij wilde proberen te zorgen dat hij me niet langer zo behandelde. Ik
vertelde haar dat ik in een homoseksuele organisatie zat, dat ik me bewust was van mijn situatie
en trots dat ik les bies was. Ze zei, dat ze het niet ter sprake zou brengen op de
leraarsvergadering, maar in feite deed ze dat wel. De tegenaanval kwam vlugger dan ik verwacht
had. Deze keer sprak hij meteen over lesbiese vrouwen. Hij keek naar mij en zei: 'Als je je
aangevallen voelt als lesbienne, komt dat alleen door je achtervolgingskompleks en dat wijst op je
psychopathologiese struktuur. Deze keer nam ik de handschoen op en gaf ik lucht aan mijn
woede. Op het examen gaf hij me, zoals verwacht, lage cijfers.
Om de dagelijkse slag met leraren, werkgevers, kollega's, ouders, instellingen en de hele
heteroseksuele omgeving te overleven, moeten lesbiese vrouwen zich organiseren. Om onze
liefde voor vrouwen positief te zien en ernaar te leven, hebben we kontakt nodig en diskussies,
vaste banen en woningen samen met andere lesbiese vrouwen. Het feit dat we ons organiseren
heeft politieke aspecten, en dat is het punt waarop lesbies zijn een konkreet gevaar voor de
patriarchale maatschappij wordt. Het is een gevaar omdat we hierdoor duidelijk stelling nemen
tegen twee onmisbare-grondslagen voor het functioneren van het patriarchale systeem -
heteroseksualiteit en isolement van vrouwen. Opdat niet meer vrouwen het zich organiseren zien
als een mogelijkheid om hun situatie te verbeteren, moeten we verslagen worden - om te
beginnen met woorden. De pers speelt de georganiseerde en de niet-georganiseerde lesbiese
vrouwen tegen elkaar uit, maar dit betekent niet dat de laatstgenoemden opeens geaksepteerd
worden. Zodra lesbiesevrouwen zich georganiseerd en strijdbaar betonen, verandert het
mechanisme van de diskriminatie.
Een journalist van het tijdschrift Neue Revue (nr. 25, 1974) schreef dat hij de zin van het zich
organiseren niet inzag omdat homoseksuele vrouwen 'nooit op misdadige wijze vervolgd zijn in
Duitsland en omdat het publiek nauwelijks aanstoot neemt zolang ze zich rustig houden. Pas sinds
ze hun mond opendoen zijn ze een lachertje geworden - en vaak zelfs een schandaal'. Maar
alleen staan lesbiese vrouwen machteloos in een heteroseksuele omgeving. We hebben de keus:
ons terugtrekken in afzondering en berusting, of ons aansluiten bij een lesbiese organisatie
waardoor het mogelijk wordt vooroordelen aan te pakken en diskriminatie te bestrijden. De
lesbiese vrouw die gedurende belangrijke jaren van haar ontwikkeling veel tijd heeft besteed aan
het probleem noch een 'vrouwelijke' vrouw, noch een man te zijn, kent identiteitsproblemen' die
niet zo gemakkelijk duidelijk te maken zijn. Als vrouwen zijn lesbiennes onderhevig aan
diskriminatie van alle vrouwen in de patriarchale maatschappij. Afschaffing van de diskriminatie
van heteroseksuele vrouwen betekent echter nog niet de afschaffing van de specifieke
diskriminatie van lesbiese vrouwen.
Getuige 8: Nederland
http://www.purepage.com Previous page Top Next page