MISDADEN TEGEN DE VROUW
, Tribunaal Brussel 1976. Diana Russell & Nicole Van de Ven, 1977
Nederlandse vertaling, De Bonte Was, Amsterdam 1977
96
Internationale Tribunaal over Misdaden tegen Vrouwen, eisen zonder uitstel een onderzoek naar
de eigenaar van het Internationale Jeugdhotel, Rue du Congrès, Brussel, teneinde zijn vergunning
te herroepen. Deze man heeft zich schuldig gemaakt aan misdaden tegen vrouwen'. (Resolutie bij
acclamatie aangenomen). Tenslotte, probeer alsjeblieft druk uit te oefenen op de plaatselijke
gemeenschap om iets aan deze man te doen. Volgens ons is hij gevaarlijk.
FEMICIDE
Allereerst moeten we tot ons laten doordringen dat homicide (moord) in feite vaak femicide
(vrouwenmoord) is. We moeten ons een begrip vormen van moord als seksuele politiek. Femicide
is al heel lang aan de gang, vanaf de heksenverbranding in het verleden tot aan de meer recente,
wijdverbreide gewoonte in veel samenlevingen om pasgeboren meisjes ter dood te brengen, tot
aan het vermoorden van vrouwen vanwege haar 'eer'. Omdat het hierbij maar om vrouwen gaat, is
er nooit een apart woord voor bedacht totdat Carol Orlock de term 'femicide' uitvond. Er volgen
getuigenissen uit de Verenigde Staten en uit Libanon.
Getuige 1: Verenigde Staten
Soms ontaardt het mishandelen van vrouwen in het vermoorden van vrouwen.
Uit wetenschappelijk onderzoek is gebleken dat bij 85 procent van de gevallen van moord in Ame-
rika, de politie op zijn minst één keer om hulp is gevraagd, en dat in 50 procent van die gevallen
de politie 5 keer of vaker te hulp is geroepen vóór de moord werd gepleegd. Het ondoelmatige op-
treden tegen gewelddadige echtgenoten leidt tot onmetelijke pijn en onmenselijk lijden van talloze
vrouwen, en draagt bij tot deze vorm van femicide.
Een van de tien vrouwen die in de Verenigde Staten het slachtoffer worden van moord, wordt bij of
tijdens het plegen van de moord aangerand of op andere manieren seksueel misbruikt. In haar
pas uitgekomen boek 'Against our will' schat Brownmiller dat in de Verenigde Staten per jaar 400
verkrachtingsmoorden worden gepleegd. De angst die vrouwen hebben om verkracht te worden
en door de verkrachter vermoord te worden, is veel groter dan dit cijfer doet denken. Het is niet
bekend hoeveel van de 55210 vrouwen die in 1971 in Amerika zijn aangerand en dit ook aan-
gaven, en hoeveel van het nog veel grotere aantal vrouwen dat hun aanranding nooit bij de politie
heeft aangegeven, tenslotte aan de aanrander toegaven uit angst om vermoord te worden. Maar
we weten zeker dat het er heel veel zijn. Deze vorm van femicide - verkrachtingsmoord - heeft ge-
volgen die nog veel verder strekken dan de 400 slachtoffers per jaar. Velen van ons worden er-
door geterroriseerd, of we nu zelf het slachtoffer van aanranding worden of niet.
De volgende gevallen van femicide zijn door Louise Merrill verzameld uit de kranten die in San
Francisco verschijnen.
Janet Ann Taylor (21 jaar): gewurgd langs de weg gevonden in San Mateo County.
Mariko Sato (25 jaar): neergestoken en doodgeschoten. Haar lijk werd, in een deken gewikkeld -
het onderlichaam ontkleed - en in een grote koffer gepropt, gevonden in een appartement in San
Francisco.
Darlene Maxwell (28 jaar): gebonden aan nek, polsen en enkels met een touw. Gekneveld met
haar eigen ondergoed. Gewurgd en achtergelaten op een industrieterrein nabij San Francisco.
Haar lijk werd pas twee dagen nadat het gevonden was geïdentificeerd.
Betty Jean Keith (25 à 30 jaar): met een mes in de keel gestoken en bij Richmond in het water
gegooid tussen 12 uur 's nachts en 5 uur 's ochtends. Haar lijk werd dezelfde dag nog gevonden,
maar pas na drie dagen geïdentificeerd.
Mary E. Robinson (23 jaar): door haar vriend 18 keer met een mes gestoken. 'Ze noemde me een
lafaard', legde hij uit, 'Ze zei dat ik bang was om voor mijn rechten op te komen'. San Francisco.
Lucy Ann Gilbride (52 jaar): met een mes gestoken en doodgeknuppeld in haar huis in San Rafael.
Cassie Riley (13 jaar): geslagen, ontkleed, aangerand en verdronken. Union City.