MISDADEN TEGEN DE VROUW
, Tribunaal Brussel 1976. Diana Russell & Nicole Van de Ven, 1977
Nederlandse vertaling, De Bonte Was, Amsterdam 1977
93
GEDWONGEN OPSLUITING IN PSYCHIATRIESE
INRICHTINGEN EN IN HET HUWELIJK
De situatie van mishandelde vrouwen is nog veel erger in die samenlevingen waar
echtscheiding niet is toegestaan. Het feit dat vrouwen gedwongen worden getrouwd te
blijven wanneer zij blootstaan aan allerlei wreedheden, laat zien hoe barbaars patriarchale
wetten soms zijn. Hier volgt een getuigenis uit Ierland.
Getuige 1: Ierland
Mijn naam is Josephine McCormack. Ik ben 51. Ik ben 24 jaar getrouwd en heb negen kinderen
van tussen de 8 en 23 jaar. Mijn man werkt bij de spoorwegen - hij is kruier en seinwachter. Van
het begin af aan is mijn huwelijk een grote mislukking geweest. Mijn man was een overheersend
iemand, die mij vertelde hoe ik mijn leven moest leiden. Hij geloofde dat ik van hem was en dat hij
met me kon doen wat hij wilde. Als ik het niet met hem eens was, of als ik iets niet naar zijn
genoegen deed, of zelfs als hij gewoon in een slechte bui was, dan sloeg hij me. Wij woonden in
een klein plaatsje op het platteland, in het westen van Ierland. Mijn huis en mijn kinderen waren
mijn leven. Ik verloor alle kontakt met andere mensen omdat mijn vrienden en vriendinnen me niet
mochten opzoeken in het huis van mijn man. Mijn huwelijk werd zo slecht dat mijn man en ik niet
meer met elkaar spraken. Boodschappen en opmerkingen over huishoudelijke zaken liet hij aan
mij overbrengen door een van onze kinderen. Dit absolute gebrek aan kommunikatie heeft zes
jaar geduurd, de laatste zes jaar van ons leven samen - en dat terwijl we wel in hetzelfde huis
woonden. Al die tijd was er niemand die ik om hulp kon vragen.
In Ierland kun je niet scheiden. Ik had het geld niet om bij het Hooggerechtshof scheiding van tafel
en bed aan te vragen. Toen mijn huwelijk mislukte had ik twee keuzen: mijn gezin in de steek laten
en in mijn eentje opnieuw beginnen, of bij mijn man en kinderen blijven. Het huis was van mijn
man. Ik had geen geld, geen baan en geen recht op de kinderen. Maar ik hield van de kinderen en
kon ze niet in de steek laten.
In augustus 1974 werd het me teveel en maakte ik, in uiterste wanhoop, plannen om weg te lopen
en mijn vijf jongste kinderen met me mee te nemen. Ik wilde naar Engeland. Daar zou ik proberen
werk te vinden en met mijn vijf jongsten opnieuw te beginnen. Natuurlijk zei ik niets tegen mijn
man. Ik woonde in Galway, ongeveer 225 km van Dublin. We namen op 9 augustus de middag-
trein naar Dublin. Bij het eerste station waar we stopten, stapten twee politieagenten in burger in.
Ze vroegen me naar mijn identiteitspapieren en stelden me allerlei vragen. Toen ze me vroegen
met hen uit te stappen en mee tegaan, weigerde ik. Ze gaven toe dat ik niets had misdaan dat hun
aktie rechtvaardigde. Ze gaven ook toe dat ze opdracht hadden gekregen om mij en de kinderen
op te sporen en aan te houden. Bij het volgende station kwamen twee politiemannen in uniform op
ons af. Ook zij zeiden dat we uit moesten stappen en met heen mee moesten gaan. Weer
weigerde ik. Ze wilden me niet vertellen op wiens bevel ze dit deden. Ik weigerde hen te vertellen
waar naartoe ik op weg was. Ze waarschuwden me, zeiden dat ze de bevoegdheid hadden me
tegen te houden en pakten mij en de kinderen toen op, droegen ons de trein uit en zetten ons in
een politieauto. Ik was bang en ongerust, Mijn kinderen waren hysteries van angst.
Op het politiebureau werden we in een kamer opgesloten en kregen we verder niets over de zaak
te horen. Om twaalf uur 's nachts beweerde een politieagent dat ik ziek was en naar het zieken-
huis moest. Hij beval me met hem mee te gaan, maar ik weigerde en zei dat ik niet opgenomen
hoefde te worden maar dat ik een advokaat of een dokter wilde spreken. Mijn verzoek werd
afgewezen. Mijn kinderen werden bij me weggehaald en naar huis gestuurd, terug naar hun vader.
Ik werd ruw beetgepakt bij mijn armen en benen en weer in een politieauto gezet. Mijn armen
werden op mijn rug gebonden en ik moest achter in de auto op mijn knieën gaan zitten. Zo kwam