Navigation bar
  Print document Start Previous page
 6 of 21 
Next page End 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11  

6
'Het zou natuurlijk ook onderzocht kunnen worden of de mens, net zoals zovele andere
dieren, variaties heeft doen ontstaan en subrassen, die slechts gering van elkaar
verschillen, óf rassen die zo veel van elkaar verschillen dat ze geklasseerd moeten worden
als twijfelachtige soorten. Hoe zijn dergelijke rassen verdeeld over de wereld, en hoe
reageren ze bij kruising op elkaar, zowel in de eerste als in volgende generaties?..
De onderzoeker zou vervolgens bij het belangrijke punt aankomen, of de mens de neiging
heeft zich met zo'n snelheid voort te planten dat dat leidt tot een zware strijd om het be-
staan, en - als gevolg daarvan - tot het behoud van gunstige variaties, lichamelijk en
geestelijk, en tot de eliminatie van de schadelijke variaties?
We zullen zien dat al deze vragen, zoals inderdaad al duidelijk is met betrekking tot de
meeste ervan, bevestigend beantwoord moeten worden, precies zoals bij de lagere
dieren.'
12
In de beantwoording van al deze vragen ontwikkelde Darwin een moderne racistiese
teorie, zo modern dat het racisme ervan ook tegenwoordig meestal niet onderkend
wordt. In zijn tijd was het onder racisten gebruikelijk om de begrippen superioriteit en in-
ferioriteit op te hangen aan beschrijvingen van de hand van antropologen van wat zij als
saillant uiterlijk kenmerk opvatten: huidskleur, haarkleur, krullen, lichaamslengte,
neuzen, oogkleur enzovoort. Darwin vond al die kategorieën oninteressant, ja, hij was als
zodanig zelfs een anti-racist, een verklaard voorstander ook van de afschaffing van de
slavernij. Hij betoogde ook nadrukkelijk dat alle mensen tot één soort behoren. Maar dat
betekende niet dat hij alle mensen als gelijk of als gelijkwaardig opvatte. Hij introduceer-
de in The Descent een nieuwe graadmeter voor meer of minder menselijkheid: Intellek-
tuele en morele vermogens.
'Deze vermogens zijn variabel; en we hebben alle reden om te geloven dat de variaties
neigen naar erfelijkheid. Daarom moeten zij, als ze vroeger van groot belang waren voor
de oermens en voor zijn aapachtige voorouders, vervolmaakt of op een hoger plan
gebracht zijn door middel van natuurlijke selektie.'
13
Die natuurlijke selektie werkte dan als volgt:
'We kunnen zien dat in de ruwste staat van de maatschappij de individuen die het
scherpzinnigst waren, die de beste wapens en vallen uitvonden en gebruikten, en die
zichzelf het best konden verdedigen, het grootste aantal nakomelingen voortbrachten. De
stammen die het grootste aantal van dergelijke begaafde mannen bezaten namen in aantal
toe en verdrongen andere stammen.'
14
De volgende stap die Darwin maakte was van 'stammen' naar 'naties':
'Heden ten dage verdringen overal beschaafde naties barbaarse naties, behalve als het
klimaat voor een dodelijke barrière zorgt; en zij slagen daar hoofdzakelijk - hoewel niet
uitsluitend - in door hun vaardigheden die het produkt van hun intelligentie zijn. Het is
dan ook hoogst waarschijnlijk dat bij de mens de intellektuele vermogens zich langzaam
via natuurlijke selektie vervolmaakt hebben.'
15
De kategorieën 'begaafdheid', 'intellekt' en 'morele vermogens' werkten - zoals boven te
zien is - naar twee kanten. Enerzijds konden ze gebruikt worden om binnen een 'natie'
onderscheid te maken tussen de heersende klasse en de rest, anderzijds konden ze
internationaal gebruikt worden om verschillende volkeren kwalitatief te onderscheiden.
Hoe imperialistieser een natie, hoe intelligenter. Onderworpen en uitgeroeide volkeren
waren gewoon een beetje dom. De winnaar had het gelijk van de natuur aan zijn zijde.
Darwin's teorie ontleende zijn overtuigingskracht aan de werkelijkheid van zijn tijd: wat
hij beschreef, was wat iedereen zag gebeuren. Engeland was op weg naar heerschappij
over de hele wereld; het kapitalisme had niet alleen de Engelse verhoudingen getransfor-
meerd, maar begon de verhoudingen op een groot deel van de mensheid te beheersen.
                                                
12
The Descent 1, p 9/10
13
Idem, p 158
14
idem p 159
15
idem p 160
Previous page Top Next page