Navigation bar
  Print document Start Previous page
 7 of 21 
Next page End 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12  

7
Steeds meer mensen kwamen te leven - of te sterven - onder kapitalistiese verhoudin-
gen.
Men moest wel een kritiese blik hebben om deze machten als tijdelijk, vergankelijk,
histories te doorzien, men moest er belang bij hebben om dat te doen. Marx en Engels viel
het inderdaad op dat Darwins beschrijving van de strijd in de natuur zo precies leek op de
manier waarop de ondernemers elkaar bekonkurreerden, maar ook Marx knoopte in Het
Kapitaal zijn beschrijving van de historiese ontwikkeling van de technologie aan Darwins
evolutieleer vast, als een voorbeeld van het denken in ontwikkelingen. Op het punt van
achterlijkheid van vrouwen in het algemeen en vreemde volkeren in het bijzonder,
verschilde hij met Darwin niet van mening. Bij Marx is sprake van een spanning tussen
natuur en geschiedenis waar zijn navolgers vandaag nog mee worstelen; bij Darwin zijn
natuur en geschiedenis op een knusse manier samengevallen. Hier geen ingewikkelde
betogen over kapitaal dat om te blijven bestaan steeds meer menselijke arbeid moet
verslinden; in plaats daarvan een eenvoudig beeld van de van nature strijdende man. Als
voorbeeld nog één keer Darwin in reaktie op suggesties omtrent geboortebeperking:
'De mens heeft, net als ieder ander dier, ongetwijfeld zijn huidige hoge peil bereikt door
een strijd om het bestaan die een gevolg is van zijn snelle vermenigvuldiging; en als hij op
een nog hoger peil wil komen dan moet hij onderworpen blijven aan een hevige strijd. An-
ders zou hij snel in indolentie afglijden en zouden de meer begaafde mannen niet
suksesvoller zijn in de strijd om het bestaan dan de minder begaafden. Vandaar dat onze
natuurlijke toename, hoewel hij tot vele, duidelijke euvels aanleiding geeft, niet al te zeer
moet worden afgeremd, met welk middel dan ook. Er moet een open kompetitie zijn voor
alle mannen; en de bekwaamsten moeten er niet door wetten of gewoontes van
weerhouden worden om het meeste sukses te hebben en het grootste aantal nakomelin-
gen groot te brengen.'
16
Vrouwen
Tot nu toe ging het vooral over mannen, onmiskenbaar in de ogen van Darwin de dragers
van de natuurlijke historie, zoals ook in de ogen van Marx en Engels - en hun en onze ge-
middelde tijdgenoten mannen de dragers van de geschiedenis der mensheid waren. Maar
Darwin kon alle vrouwen natuurlijk niet tot 'unfit' of 'ongewenst' bestempelen. Want
waar zou hij dan met al die mannen die zich willen voortplanten naar toe moeten? Boven
werden we al onthaald op 'begaafde mannen' die hun voortreffelijke eigenschappen
polygaam uitzaaiden, waardoor 'hun stam' andere stammen had kunnen onderwerpen,
enzovoort. Darwin beschouwde verkrachting waarschijnlijk niet als een mooie mannelij-
ke gewoonte. Hij moest dus ook vrouwen - en voor het dierenrijk 'vrouwtjes' - enige
zelfstandige eigenschappen meegeven. In het dierenrijk waren mannetjes volgens hem
voorzien van 'schoonheid' of 'kracht'. Als beide seksen in het dierenrijk erop uit zouden
zijn elkaar te behagen, dan zou dat - volgens Darwin - verspilling van energie zijn. Dus
doen de mannetjes het; die zijn gepassioneerder, entoesiaster, ondernemender - vrouwtjes
zijn uitsluitend 'zedig'. De mannetjes houden een soort vlootschouw met hun mooie
sekundaire geslachtskenmerken - het enige wat vrouwtjes hoeven te doen is een 'juiste
keuze maken', dat wil zeggen de beste mannetjes uitkiezen. Een vraag die frekwent
voorkomt is of vrouwtjes eigenlijk wel in staat zijn om een keuze te maken uit een zo
prachtig aanbod. Darwin zat duidelijk met een probleem. Enerzijds vond hij het eigenlijk
te veel eer voor vrouwtjes om het laatste woord te hebben - te mogen kiezen. Maar
anderzijds zou zijn hele teorie over het mannelijk vertoon nergens op slaan als er geen
keuze gemaakt zou worden; als het - met andere woorden - de vrouwtjes een zorg zou
zijn wat die mannetjes uitspookten. Zij het met tegenzin, toch beantwoordt Darwin
bovengenoemde vraag dus maar met 'ja, vrouwtjes zijn in staat om te kiezen en om de
mannelijke schoonheid en kracht dus op hun juiste waarde te schatten.'
Schoonheid en kracht zijn tobberige kategorieën, ook voor Darwin. Als je immers het
dierenrijk doorwandelt kom je allerlei variaties tegen; er zijn soorten waar maar één
                                                
16
idem p 403/404
Previous page Top Next page