Navigation bar
  Print document Start Previous page
 7 of 18 
Next page End 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12  

7
dialektiese logika uiteindelijk op neer komt – kan wel degelijk een aanzienlijke
systematisering van de wirwar der verschijnselen opleveren.
Onze bezwaren tegen het histories-materialisme
Wat ons hindert, zowel bij Hegel als bij Marx, is dat het subjekt van de geschiedenis zo
duidelijk mannelijk is. Bij Hegel de wereldgeest, die zich door de menselijke arbeid
veruiterlijkt in het Anders-zijn, de natuur. Bij Marx de arbeider, die zich veruiterlijkt in zijn
produkt (Vergegenständlichung). Volgens Marx is deze Vergegenständlichung door het
kapitalisme zelf tot vervreemding geworden: het produkt staat als een vreemde macht
tegenover de producenten, de arbeiders zijn een slaaf van hun produkten omdat die worden
omgezet in kapitaal om hem verder uit te buiten. In de socialistiese revolutie moet deze
verhouding omslaan, moeten de arbeiders de sociale macht, die in het feit dat zij zich
gezamenlijk in de produkten ‘veruiterlijken’ ligt opgesloten, zelf in handen nemen.
Het feministiese probleem zit in de produkten als belichaming van de arbeiders zelf.
Vrouwen zijn gewend om zich met anderen te vereenzelvigen, zich in de ander ‘in te leven’.
Zij zijn gewoon om voor anderen te zorgen, zonder dat er één produkt is waarin zij zich
veruiterlijken – als zij niet zo waren zouden zij de met veel zorg bereide maaltijd door plastic
beschermd als kunstwerk tegen de muur spijkeren. Natuurlijk, zij vechten voor ‘eer’ voor haar
werk, zij vinden het oneerlijk als haar alle werkzaamheden ten deel vallen die geen zichtbaar
resultaat opleveren, zij willen niet mèt haar werk onzichtbaar zijn – maar zij kunnen zich
geen samenleving voorstellen waarin alle onzichtbaar werk verdwenen, alle arbeid in niet-
vervreemde produkten uitgedrukt zal zijn.
Wij zeggen dat het net zo raar is om te spreken over De Arbeiders en hun Produkten als het
is om over De Mens te spreken. Arbeid is in eerste instantie niet het vervaardigen van
Produkten met een hoofdletter, maar het voorzien in behoeften van anderen zonder
hoofdletter; in de behoeften van die ‘anderen’ wordt oorspronkelijk voorzien juist omdat ze
niet als De Ander worden gezien, maar als eigen.
Zoals het Ik en de Ander pas denkbaar is als er een individueel bewustzijn bestaat, is De
Arbeider en Zijn Produkt een resultaat van een specifieke historiese ontwikkeling.
Dat ‘arbeid’ bij Marx en Engels gedefinieerd is als iets wat een zichtbaar produkt oplevert,
geeft grote moeilijkheden bij hun verdere analyse. Zij stellen immers ook dat de samenleving
wordt gevormd door de wijze waarop mensen samen werken. Hoe komt die samenwerking
dan tot stand? Dat gebeurt door de produktieverhoudingen: die bepalen hoe de arbeid en de
opbrengsten daarvan worden verdeeld. De kern van die produktieverhoudingen bestaat
volgens hen uit eigendomsverhoudingen, dat wil zeggen uit regels die bepalen wie de
produktiemiddelen bezit. Alle andere regels zijn een uitwerking van die
eigendomsverhoudingen. Daarnaast heb je dan nog een ‘bovenbouw’: dat zijn alle regels en
verhalen die de ongelijke verdeling van de arbeid en de opbrengsten daarvan in stand
moeten houden en rechtvaardigen.
De ontwikkeling van de geschiedenis gebeurt dan doordat als de produktiekrachten (de
manier van werken) zich ontwikkelen, zij in strijd komen met de produktieverhoudingen
(eigendomsverhoudingen) en dan ‘wentelt het geheel zich om’.
Maar ja, wat zijn de produktiekrachten dan eigenlijk? ‘Arbeid’ op zichzelf is niks, het gaat om
samenwerking. En inderdaad is ‘organisatie van de arbeid’ bij Marx een produktiekracht, en
wel een produktiekracht die steeds belangrijker wordt. Dat betekent dat we maatschappelijke
organisatie kunnen tegenkomen in het alleronderste nivo, de produktiekrachten, maar ook bij
de produktieverhoudingen en tenslotte in de bovenbouw waar de rest van kultuur, politiek,
recht, godsdienst enz. onder vallen. Volgens ons is er dan ook nooit iemand in geslaagd
duidelijk uit te leggen wat er nu onder die verschillende begrippen valt. Natuurlijk, ze zijn alle
dialekties verbonden, dus ze zetten zich steeds tegen elkaar af en voegen zich dan weer op
een hoger nivo samen – maar de film even stil zetten en eens precies kijken, dat gaat niet.
Het probleem zit er volgens ons in dat ‘produktieverhoudingen’ gedefinieerd zijn als
ongelijke verdeling van de arbeid en de opbrengst ervan’, als eigendomsverhoudingen dus.
Marx en Engels waren geïnteresseerd in hoe het kapitalisme ontstaan is en ze namen het
Previous page Top Next page