Navigation bar
  Print document Start Previous page
 100 of 111 
Next page End 95 96 97 98 99 100 101 102 103 104 105  

De Bonte Was, MOEDERBOEK, Amsterdam 1976, feministiese uitgeverij de Bonte Was
100
bijeen die ook weer uit elkaar viel, omdat de mensen niet echt wilden,
maar alleen met het idee speelden of omdat we toch een beetje bang
waren voor elkaar. En het was allemaal nog niet zo dringend, omdat ik
nog steeds geen kind had.
Inmiddels was ik al DERTIG - je weet de dead-line vooor vrouwen om
voor het eerst een kindje te krijgen.
Door mijn avondstudie had ik nu een baan, die per uur behoorlijk
betaald werd, zodat ik niet een volledige weekbaan hoefde te hebben.
En mijn vriend was inmiddels zover bewerkt dat hij de noodzakelijkheid
en de lol ervan inzag om de helft van de verzorging/opvoeding op zich
te nemen. Dus vooruit maar het moest er dan maar van komen. En ja
hoor direkt raak. Na twee weken stonden we over een glaasje gebogen,
dat positief uitsloeg. Nou dat geloofden we maar even niet. Na tien
dagen nog een keer en weer positief. Toen maar naar de dokter, die me
stralend vertelde dat ik een zeer jonge zwangerschap had. De rest van de
dag heb ik in mijn eentje giechelend doorgebracht.
Goed ik wist dat ik zwanger was, maar verder merkte ik er niets van.
Toen het voor de eerste keer bewoog moest ik wel tien keer tegen
mezelf zeggen dat dat gebeurd was, anders was het zeker ongemerkt
voorbij gegaan. En later zeer groot en beweeglijk kon ik me nog steeds
moeilijk voorstellen dat het een kindje was. Heel plastisch probeerde ik
me voor te stellen hoe het daar in mekaar gekropen zat, maar het bleef
iets onwerkelijks.
De bevalling naderde. Mijn god, wat was ik er bang voor. Mijn hele leven
was me voor gehouden dat dat het verschrikkelijkste was wat je ooit
kon gebeuren. 'Bewaar je traantjes maar voor als je een kindje krijgt, dan
mag je huilen'.
Hoewel de bevalling niet helemaal zonder zorgen verliep, vond ik het
een geweldige ervaring. Vooral het er uit persen van de baby, al die
mensen om je heen die met rode bezwete gezichten staan mee te doen,
en dat gevoel van die enorme krachtprestatie. En toen was het er dan.
Een kindje, een baby, een jongen, helemaal blubberig en bloederig en
groot en dik en erg veel haar en lelijk, zo kreeg ik hem in mijn armen en
ik keek er naar en ik voelde helemaal niets. Dit zou dus voortaan mijn
kindje zijn.
Het duurde enkele dagen voordat het ook voor mijn gevoel mijn kindje
was. Toen ik na acht dagen met een aangekleed bundeltje naar huis
ging, was ik alleen maar bang, als ik er naar keek dacht ik steeds 'O
Jezus, wat heb ik gedaan? ' En aan mijn vriend had ik ook niets, want
die stond ook stijf van de angst over het plotselinge verantwoordelijk-
heidsgevoel. '
Zes weken plus een kerstvakantie had ik om moeder te leren worden.
In het ziekenhuis kreeg ik rechtstreeks te maken met de bemoeienissen
van buiten af met mijn moederschap. Ik wilde nl. borstvoeding geven,
maar na anderhalve dag had ik al een kloof in mijn tepel en omdat ik
het zuigen ook een afschuwelijk gevoel vond wilde ik het toch maar
niet. In vol ornaat traden aan de hoofd-assistent en leerlingverpleegster
om te vragen waarom dat was en of ik er wel goed over nagedacht had.
Hoe vind je ze. Ik heb mijn straf netjes uitgezeten door heel zoet een
stuwing te ondergaan die door het zuigen heftiger en pijnlijker optrad
dan anders. Tenminste dat zeiden ze me!
Ook later werd er druk geïnformeerd naar het tanden krijgen, vorde-
ringen bij het eten, het al kunnen zitten, e.d. alsof het mijn persoonlijke
prestatie was. De keuze van luiers bleek ook al zo'n struikelblok te zijn.
Van papier waren ze dus, wel duur maar vreselijk handig. 'In het begin
doe je hem toch wel echte luiers om hè? ' Gelukkig had ie nooit rode
billen, anders had ik niet geweten wie ik harder had moeten overtuigen,
mezelf of de anderen, dat een kind rood wordt door lange tijd nat te
http://www.purepage.com Previous page Top Next page