Navigation bar
  Print document Start Previous page
 101 of 111 
Next page End 96 97 98 99 100 101 102 103 104 105 106  

De Bonte Was, MOEDERBOEK, Amsterdam 1976, feministiese uitgeverij de Bonte Was
101
zijn en door een teer huidje en niet door de luiers.
Wel opvallend is dat hoewel mijn vriend net zo hard liep te zorgen en
beslissen als ik, ik dan toch toevallig degene was waar de kritiek of
lichte verontrusting tegen werd geuit.
We waren vlak voor de bevalling verhuisd naar een grotere woning, wat
ons de plaatsing van de kresj in de ene buurt kostte en het opnieuw
onder aan de wachtlijst ( 8 mnd.) komen in de andere buurt. De tijd
van organiseren en regelen brak aan. Leunend op de goedheid van vrien-
den om me heen lukte het. Een dag bij een vriendin een dag bij een
vriend en als reserve voor als er iets mis mocht gaan nog twee ochtenden
een andere vriendin. Met het halen en brengen van mijn baby en het
gaan naar mijn werk op die dag op twee plaatsen legde ik 46 km in
Amsterdam af. Hiervoor kreeg ik van weer een andere vriend een auto
te leen.Moeder kon gaan werken.
Vanaf de eerste dag verzorgden we de baby om en om. Wetend dat, als
je iemand niet de verantwoordelijkheid geeft hij die ook nooit zal krij-
gen verdrong ik mijn 'moederinstinkt' van te denken dat ik alles beter
weet en zachter en handiger doe. Dat lukte niet altijd, maar het ging
redelijk goed tot mijn vriend ander werk kreeg. Keurige dagen van 9 tot
6 uur. In de weekenden en de avonden deden we nog ons best, maar de
overhand die ik op ons kind kreeg werd steeds groter en de verantwoor-
delijkheid ook.
Heel erg was het nog niet, we hadden goede buren met een uitgebreide
oppasregeling, hij was klein genoeg om overal mee naar toe te sjouwen
en niet je volledige armen en benen te hoeven gebruiken om hem in de
gaten te houden. Wel je aandacht natuurlijk, wat ook net zo slopend is.
Maar heel langzaam voelde ik me toch in een soort fuik stromen, heel
langzaam begon ik meer tijd in reserve te houden voor het kind dan
mijn vriend, meer dingen af te houden of voorbij te laten gaan.
Er moest iets gebeuren, want moederschap en leven zijn gewoon niet te
kombineren. Dus opnieuw op zoek naar gedeeld moederschap. Ik woon
nu sinds acht maanden in een huis met meer mensen. We delen de zorg
voor de kinderen. Hiermee is niet alles opgelost, maar het sukses van de
gedeelde verantwoordelijkheid hangt nu niet meer af van de inzet en het
doorzettingsvermogen van één persoon, maar van vijf. En dat is iets
minder kwetsbaar.
KOLLEKTIEF I
Ik was al een poos gescheiden toen een van de mensen uit het Kinder-
huis, een kollektief dat toen twee jaar draaide, me vroeg of ik mee wilde
doen. Na een half jaar aarzelen ben ik er in augustus 1974, met m'n
zoontje van 3 1/2, ingestapt.
Het kinderhuis bestaat nu uit zes volwassenen en zes kinderen; een
echtpaar met een meisje van 6, een moeder met een meisje van 11, en een
jongen van 13, een vader met een jongen van 12 en een meisje van 11,
mijn vriend die zelf geen kinderen heeft, en ik, met Seth van 5.
De kinderen wonen op een etage bij het Vondelpark, en hebben daar
allemaal hun bed, kleren, speelgoed etc. De weekends en de vakanties
brengen ze bij hun ouders door, die, zoveel mogelijk, etages daar in de
buurt hebben.
De volwassenen hebben, om de beurt, 24 uur dienst. Dit houdt in dat ze
dan wassen, boodschappen doen, opruimen, koken, kinderen uit school
halen, voor thee zorgen, spelletjes doen, een nacht in het kinderhuis
slapen, kortom, alles wat een huishouden draaiend houdt. De volwas-
senen die geen dienst hebben doen helemaal niets. Ze komen na hun
werk naar het kinderhuis, houden zich met elkaar en met de kinderen
http://www.purepage.com Previous page Top Next page