Navigation bar
  Print document Start Previous page
 104 of 111 
Next page End 99 100 101 102 103 104 105 106 107 108 109  

De Bonte Was, MOEDERBOEK, Amsterdam 1976, feministiese uitgeverij de Bonte Was
104
Onze jongens stelden dan ook als voorwaarde dat ze hun oude school
bleven bezoeken. Dat betekende dagelijks 16 km heen en 16 km terug
fietsen. De jongste hield het een jaar vol, de oudste doet het sinds zijn
16e per brommer.
Het huis bevatte 20 kamers en de huur was toen f 1200 per maand,
inkl. elektra en verwarming. Daardoor moest de groep tamelijk groot
worden. We vonden drie stellen en vijf alleenstaanden en kwamen met
ons allen een dag bij elkaar om te praten over onze ideeën: hoe we het
wilden doen en waarom en hoe de jonge mensen zonder kinderen er
tegenover stonden, dat er vijf pubers meegingen. Aan het eind van die
dag besloten we de sprong te wagen. Veel tijd om de zaken te over-
wegen hadden we ook niet, voor 1 juli moest er een besluit vallen - er
waren meer gegadigden voor het huis. Daarna verdeelden we in één
middag de kamers - twee kamers bleven voor gemeenschappelijk ge-
bruik. We berekenden de huur per vierkante meter, de gemeenschappe-
lijke ruimtes werden omgeslagen, klaar was Kees. Zes mensen gingen er
direkt wonen, de anderen gingen nog met vakantie. Over het huishou-
den, koken e.d. hadden we nog geen afspraken gemaakt. De gezinnen
hadden kenbaar gemaakt dat ze wat voorzichtig wilden beginnen, moge-
lijk door voorlopig als gezin te koken en te eten. Toen de eerste vakan-
tiegangers terug kwamen deden de zes bewoners alles samen. Eigenlijk
vanzelfsprekend sloten de anderen zich hierbij aan. Het ging dus in een
sneltreinvaart in een richting die we niet voorzien hadden. We deelden
taken in, afwasbeurten, kookbeurten en boodschappendiensten en eens
per week ieder een schoonmaaktaak in huis. De jongens deden van meet
af aan ook mee aan de diverse taken.
De eerste maanden liep iedereen zingend zijn taken te doen en heerste
er een opgewonden stemming. Het was allemaal nieuw. Ikzelf voelde
het als een bevrijding, eens per week koken en afwassen en schoon-
maken. Ik had een eigen kamer, ik kon wegblijven als ik geen kookbeurt
had. Het leek allemaal heerlijk.
Na een paar maanden kreeg ik de terugslag - en ik niet alleen: een gevoel
overspoeld te worden en vervreemd te raken van mijn man en de
jongens - alles hing als los zand aan elkaar. Je moest rekening houden
met 16 in plaats van drie. De vijf jongens vormden samen een aparte
groep. Ze domineerden vreselijk. Ze hadden het idee dat ze zelfstandig
waren en met niemand iets te maken hadden. Ik herinner me dat ik
mijn zoons op de trap tegenkwam en iets zei, 'waar bemoei je je eigen-
lijk mee' zeiden ze dan, met een gezicht van 'wie ben je eigenlijk'. Er
ontstonden hooglopende ruzies, huilpartijen, doordat de jongens zon-
dagsmorgens apekooi op zolder speelden en anderen uit wilden slapen.
We voerden eindeloze gesprekken over de meest doodgewone dingen -
of de kaas met een mes of met een kaasschaaf gesneden moest worden -
iedereen had zijn gewoontes en wilde daar nauwelijks van afwijken. Er
waren geschillen over wat wel en niet toegestaan was aan spelletjes in
huis, bijv. cowboy spelen of oorlogje. Er waren niet alleen tegenstanders
vanwege het lawaai, maar ook vanwege de weerstand tegen geweldda-
dige spelletjes, en er was verschil van mening over de gevaren van die
spelletjes voor hun ontwikkeling. Voor mij werd het al gauw duidelijk
dat het bijna ondoenlijk is in zo'n grote groep een gezamenlijk beleid te
maken voor en te praten over de opvoeding van kinderen. Dit geldt ook
voor echte emotionele problemen of konflikten tussen één of meer
mensen. Deze dingen werden veel makkelijker in subgroepen doorge-
praat.
Ook het idee, dat anderen vanzelfsprekend taken van de ouders zouden
overnemen, bleek te hoog gegrepen. Het gaat niet vanzelf - het duurt
een tijd voor je aan elkaar gewend bent, laat staan een band hebt met
elkaar. Pas als je een band hebt, wil je en kun je iets opbrengen voor
http://www.purepage.com Previous page Top Next page