De Bonte Was, MOEDERBOEK, Amsterdam 1976, feministiese uitgeverij de Bonte Was
95
moest en even kwam slapen en heel vroeg op moest, voelde je je heel
naar. Je kreeg weer het oude gevoel van gebruikt te worden, van wegge-
schoven te worden uit je eigen ruimte. Je hebt het hem gezegd, je hebt
gezegd dat je veel van hem hield, dat je het heerlijk vond om hem te
zien, dat je er voor hem bent als het echt nodig is, maar dat je er niet
meer tegen kon om niet gezien te worden, om gebruikt te worden, dat
het misschien een allergie was, maar dat het nu eenmaal zo was. Hij
vroeg of hij dan bij z'n vrienden moest gaan slapen als hij voor hen in de
stad was en je zei dat hij dat maar moest doen. Hij zei dat hij jullie huis
nog steeds automatisch als het zijne had beschouwd, maar dat dat na-
tuurlijk niet zo kon blijven en dat je als volwassenen een ander soort
relatie moest hebben. Je hebt hier een goed gevoel over en uit niets
blijkt dat het verkillend heeft gewerkt, misschien wel integendeel. Toch
wil je van je huis niet iets maken waar 'niets kan' en je wilt toch ook
wel iets voor een ander overhebben. Misschien is het een tijdelijke over-
gevoeligheid, maar het doorbreken van het vanzelfsprekende lijkt heel
gezond.
Daar sta je dus, meisje. Tussen nu nog de zorg over en voor de ander van
wie je ook geniet, van wie je het prettig vindt, dat ze al een beetje mens
wordt en je eigen dingen die vanaf je jeugd met je mee zijn gegaan en
waar je het voor een groot deel mee zal moeten doen. Je hoopt dat het
je zal blijven lukken mee te groeien met de ruimte die steeds meer vrij
komt.
DE KINDEREN VONDEN HET PRACHTIG
Het weekend van de Bonte Was is achter de rug en heeft op mij een
positieve indruk achtergelaten. Het is volgens mij heel goed om eens
met andere vrouwen over wezenlijke problemen te praten. Je komt er
achter dat je toch niet zo alleen staat als je dacht. Dat er toch vrouwen
zijn die er ook mee zitten, met de hun opgelegde rol van huisvrouwen
het feit dat er van hen verwacht wordt dat zij alleen maar een goeie
moeder kunnen zijn als zij ook een goede huisvrouw zijn. Verschillende
vrouwen uit onze discussiegroep stonden erg negatief tegenover hun
kinderen. Zij vonden zichzelf slechte moeders. Nu geloof ik helemaal
niet dat zij slechte moeders zijn. Waarschijnlijk kunnen zij door de druk
die op hen wordt uitgeoefend en door hun beperkte vrijheid. niet onbe-
vangen tegenover hun kinderen staan. Zelf heb ik ook vaak het gevoel
gehad tekort te schieten tegenover de kinderen omdat ik zelf geen rust
had, bezig was met het uitdenken van mogelijkheden om aan de dage-
lijkse huishoudsleur te ontsnappen. Ik zocht het altijd in parttime werk
en dan nog vooral in de avonduren of nachtdiensten in het weekend.
Niemand thuis mocht er enige last van hebben. Dit beviel mij op den
duur toch ook niet. Als parttime kracht kreeg je ook weer op de af-
deling (verpleging) de klussen toegeschoven. Je hebt dan al een leiding-
gevende baan gehad en doet dus weer een flinke stap terug. Toch heb ik
dit lang volgehouden, terwille van de kinderen en nog meer omdat mijn
echtgenoot er op tegen was dat ik op andere tijden of meer zou werken.
Ik mocht ook geen oppas nemen. Ik móést zelf bij ze zijn.
Toen de kinderen groter waren, besloot ik te gaan studeren. Voor de
door mij gekozen opleiding moest ik een week per maand naar school.
Alles werd goed georganiseerd. Buren hielpen mij met de opvang van
kinderen en hond en het lukte me heel aardig om huishouding, werk en
studie te combineren. De kinderen vonden het prachtig dat ik ook weer
naar school ging en huiswerk kreeg. Eigenlijk was er juist toen een
goede verstandhouding met de kinderen. Ik moest ook uittreksels ma-
ken net als mijn oudste dochter. Ook een verslag van een excursie. Door