De Bonte Was, MOEDERBOEK, Amsterdam 1976, feministiese uitgeverij de Bonte Was
74
opvoedkundige kwaliteiten, hoewel hij voordien, zo zei hij, nooit enige
twijfels op dat punt had gehad. Ik was altijd een goede moeder voor zijn
kinderen geweest.
Men onderzocht de zaak en wees als voorlopige oplossing een pleeggezin
aan.
Op het moment dat ik, alle adviezen en onderzoeken ten spijt, het spel
niet meer meespeelde en mijn kinderen aanbood 'gewoon bij mij te
blijven', waren de poppen aan het dansen. Een strafzaak volgde in een
kort geding met een boete van f 500,- per dag per kind als ik mijn
kinderen niet terugbracht. Een heel apparaat van adviseurs, onderzoe-
kers en maatschappelijk werksters rees toen als één samengebalde pad-
destoel uit de grond. Veel energie en gemeenschapsgelden zijn in mij en
mijn twee kinderen gestoken om een eventuele 'verkeerde' opvoeding te
kunnen keren. Ik zat in die dagen uren achtereen aan de telefoon om
alle instanties die zich met mij en mijn kinderen gingen bemoeien uit te
leggen dat mijn ouderlijke macht er niet alleen in juridiese zin nog was,
maar zekere mentaal en emotioneel
We hebben hard moeten vechten, mijn kinderen, mijn vriendin en ik. De
kinderrechter kon zich de zorgen van vader en ene psychiater B. van het
M.O.B. te A. wel voorstellen en ondersteunde zijn verzoek de kinderen
onder toezicht te stellen, om te voorkomen dat deze moeder weer voor
eigen rechter ging spelen, tevens als rem op mogelijke ontsporingen in
de opvoeding. 'Als de maatschappij louter en alleen uit zulk soort men-
sen als u bestaat mevrouw, hebben we helemaal onze handen vol werk.'
Op mijn repliek dat ik niet begreep waarom ik het ineens niet meer
'deed' als moeder, en zo maar aan de kant gezet kon worden antwoord-
de de kinderrechter: 'U hebt uw rechten als moeder dan ook wel ver-
speeld mevrouwen u weet wel heel goed waarom'. Ik was inderdaad
weggegaan uit mijn huwelijk met achterlating van mijn boedel en . . .
kinderen. En dat laatste doet een goede moeder niet. Ik had mijn rech-
ten daarmee verspeeld vond deze rechter, zelf vader van zes kinderen.
Zoals ik destijds langzaam, maar wel vol zelfvertrouwen, uit het mij
aangeprate verwachtingspatroon wat-een-goede-moeder behoort te
doen, moest ontwaken, zo moest ik de afgelopen maanden langzaam
ontwaken uit de veroordeling van de maatschappij, verwoord door een
psychiater, jurist en de kinderrechter.
Het kon niet waar zijn dat mijn veranderde seksuele gerichtheid als
enige maatstaf kon dienen van mijn moederlijke kapaciteiten en kwali-
teiten. Evenmin kon ik begrijpen dat het (alleen letterlijke) weggaan bij
mijn kinderen zo'n zware straf moest hebben.
Men moest weer opnieuw beginnen met de onderzoeken toen mijn
kinderen, gevlucht van het pleeggezin, weer bij ons woonden. Nooit
waren zijzelf voordien gehoord. Mijn advocaat vroeg hierom en mijn
kinderen wisten (gelukkig) zelf heel goed aan te geven wat hun motie-
ven waren om gewoon bij hun eigen moeder te wonen (en wie vindt dat
nou niet gewoon? ).
Alles is op zijn pootjes terecht gekomen. De voogdij is uiteindelijk aan
mij gegund en hun vader is toeziend voogd. De kinderen kunnen hier in
alle rust en veiligheid blijven wonen. Als ze aangeven liever bij hun
vader te wonen is dat een kwestie van voogdij-regeling. Ik heb hen
beloofd dat nooit te zullen tegenhouden, en en daar vertrouwen ze op.
Mijn gedeukte moederschap is weer in ere hersteld. Er staat inmiddels
wel een andere intentie achter dan 16 jaar geleden. Door schade en
schande werd ik wat wijs. Ik ben blij moeder van deze twee kinderen te
zijn. Ze weten me te bereiken, die kinderen van me, als ze me nodig
hebben, op welk moment en op welke manier dan ook. Zij weten ook
dat ik er wel vóór hen ben maar niet óm hen. Een groot stuk van mijn
leven ben ik er voor mijzelf.