De Bonte Was, MOEDERBOEK, Amsterdam 1976, feministiese uitgeverij de Bonte Was
81
nagebracht moet worden of met de trein moet gaan. Ook dat nog. Op
het station staan gastarbeiders met broeiende oogjes op weg naar hun
verzetje. Als we een kaartje willen kopen vertrekt de trein. Je gaat maar
niet. Zoals te verwachten was: een boos telefoontje, nóg een, en nóg
een. 'Je hoeft me de les niet te lezen' Pieps in tranen: 'Nu krijg ik mijn
cadeautjes niet'. 'Oké, je mag morgenochtend met de trein, bel maar en
dan vlug naar bed want ik moet nog naar een verjaardag.'
Ik ga twee uurtjes weg. De volgende dag vertelt Pieps bij Pa dat ze tot 11
uur t.v. gekeken heeft want ze was echt niet zo moe. Ik voel me mach-
teloos. Deze eeuwige strijd. Ik wil de 'vaderfiguur' niet zwart maken,
maar hij zal nooit begrijpen wat ik van mijn privacy moet opgeven
terwille van mijn kinderen. Is het het allemaal wel waard? Ben ik
liefdeloos? Moet je steeds mooi weer spelen als je wordt getrapt? Ik
weet het niet. Goed, kinderen doen wat des kinds is. Maar is er dan
niemand die begrijpt dat het moederschap me zwaar valt?